Reisorganisatie hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Hoe blijkt uit ons taalgebruik dat we gefocust zijn op prijs?

A

“Hij heeft een hoge prijs betaald voor zijn heldendaad”
“Het komt hem duur te staan”
“We stellen het op prijs”
“We prijzen ons gelukkig”
“Winnaars krijgen een prijs”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef twee voorbeelden van irrationeel consumentengedrag i.v.m. prijs.

A

Wijn van €30 wordt als beter gezien dan die van €10
Product van €1,99 verkoopt veel beter dan dat van €2,00

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het spanningsveld bij prijsbepaling?

A

Te hoge prijs ➝ minder klanten
Te lage prijs ➝ minder marge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is prijsbeleid?

A

Het geheel van technieken, strategieën en tactieken om de prijszetting te optimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de drie invalshoeken van prijsbeleid?

A

Technisch: Vertrekpunt = kostprijs (hoofdstuk 2)
Strategisch: In lijn met bedrijfsstrategie (hoofdstuk 3)
Tactisch: Concrete toepassingen (hoofdstuk 4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is prijsbeleid fundamenteel voor een bedrijf?

A

Bepaalt winst of verlies
Heeft directe impact op de marge
Bepaalt continuïteit van het bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het belang van kostenberekening bij prijsbepaling?

A

Kleine fouten in kostprijs ➝ grote gevolgen
Essentieel voor correct prijsbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef voorbeelden van factoren die de prijs beïnvloeden.

A

Product: Thalys vs The Royal Scotsman
Distributiekanaal: Directe verkoop vs reisagent
Periode: Hoogseizoen vs laagseizoen
Plaats: Avelgem vs Sint-Martens-Latem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Big Mac Index?

A

Een eenvoudige manier om te vergelijken hoeveel je geld waard is in verschillende landen, door te kijken naar de prijs van een Big Mac.

Dus: Als een Big Mac in het ene land veel goedkoper is dan in het andere, dan is het geld daar meer waard (je kunt er meer mee kopen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat maakt prijs uniek binnen de marketingmix?

A

Enige element dat inkomsten genereert
Directe invloed op verkoop
Meest gebruikte én misbruikte factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is “Yield Management”?

A

Prijs aanpassen op basis van wat de klant bereid is te betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat maakt prijsbeleid in de dienstensector anders?

A

Naamgeving
Immaterialiteit
Onzichtbaarheid
Variabiliteit
Hoge vaste kosten
Tijd
Reglementering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef voorbeelden van andere namen voor ‘prijs’ in de dienstensector.

A

Inschrijvingsgeld
Booking fee
Tolgeld
Lidgeld
Commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent immaterialiteit bij diensten?

A

Je kan het product pas beleven door het te consumeren (prosumership). Het bestaat uit componenten zoals arbeid, transport, enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat maakt de prijs bij een reisbureau vaak onzichtbaar?

A

Kosten zitten verborgen: software, kantoor, studiereizen, administratie, enz.
Niet direct gekoppeld aan tastbaar product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent variabiliteit in de dienstverlening?

A

Elke klant ervaart de dienst anders. Voorbeeld: een 5*-hotel voelt luxueus voor de ene, maar ‘gewoon’ voor de andere.

16
Q

Hoe beïnvloedt tijd de prijsperceptie?

A

Spoed = duurder
Rechtstreekse vlucht = duurder dan met overstap
HST = duurder dan gewone trein

17
Q

Wie bepaalt regels rond prijs in de dienstensector?

A

Overheid
Beroepsorganisaties
→ Leidt tot verplichtingen en bijkomende kosten