Belevingsdesign hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

JA, EN …” (Divergerend Denken & Doen)

Wat is het doel van divergerend denken en doen?

A

Het vergroten van het aantal mogelijkheden, ideeën en opties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt divergerend denken en doen in?

A

Op verkenning gaan, veel informatie verzamelen, verschillende opties bekijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

“JA, MAAR …” (Convergerend Denken & Doen)

Wat is het doel van convergerend denken en doen?

A

Het verkleinen van het aantal mogelijkheden, ideeën en opties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt convergerend denken en doen in?

A

Conclusies trekken, samenvatten, keuzes maken en beslissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de kern van elk designproces?

A

Een terugkerend patroon van divergerend en convergerend denken en doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vier kernactiviteiten bevat het service design proces?

A

Research - Onderzoek naar behoeften en ervaringen van klanten.
Ideation - Ideeën bedenken en selecteren.
Prototyping - Ideeën concreter maken en testen.
Implementatie - Het uiteindelijke product produceren en uitrollen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn belangrijke vragen in de researchfase?

A

Wat zijn de behoeften van klanten?
Hoe ervaren klanten bestaande producten?
Wat is precies het probleem dat moet worden opgelost?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is research cruciaal in service design?

A

Om de klant echt te begrijpen en beslissingen te baseren op feiten in plaats van veronderstellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de twee stappen in het researchproces?

A

Datacollectie (divergerend) – Veel informatie verzamelen via enquêtes, interviews, observaties.
Datavisualisatie & Analyse (convergerend) – Informatie samenvatten en conclusies trekken met tools zoals persona’s en journey maps.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is research een lineair proces?

A

Nee, research is een iteratief proces waarbij je steeds teruggaat om nieuwe inzichten te verzamelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van ideation?

A

Ideeën genereren en de meest interessante selecteren voor verder onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij ideeën genereren (“Ja, en…”)?

A

Kwantiteit boven kwaliteit: zoveel mogelijk ideeën bedenken.
Creatieve, alternatieve en radicale opties verkennen.
Niet meteen vastpinnen op één oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er bij ideeën selecteren (“Ja, maar…”)?

A

Selectie van interessante ideeën zonder direct grote investeringen te doen.
Ideeën ranken op haalbaarheid en impact.
Clusteren van gelijkaardige ideeën en stemmen over de beste opties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het doel van prototyping?

A

Ideeën tastbaar maken en testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er naarmate het designproces vordert met prototypes?

A

Ze worden realistischer qua uiterlijk en functionaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt implementatie in?

A

De productie en uitrol van het uiteindelijke product.

17
Q

Wat is de algemene structuur van het service design proces?

A

Een iteratief proces met afwisseling tussen divergerend en convergerend denken en doen.

18
Q

Wat zijn de twee soorten prototyping?

A

Prototyping om te verkennen – Verschillende opties testen binnen het projectteam.
Prototyping om te evalueren – Testen hoe klanten reageren en keuzes verfijnen.