Economie hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Wat is een centraal geleide economie?

A

Een economie waarin de overheid alles bepaalt, met de focus op groepsbelang boven eigenbelang.
-> Noord-Korea, Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van een vrijemarkteconomie?

A

Maximale vrijheid, individu centraal
Prijs als belangrijkste criterium
Laisser-faire-liberalisme: minimale overheidsingreep
“Onzichtbare hand”: zelfregulerend effect van vraag en aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom wordt een volledig vrije markt als een illusie beschouwd?

A

Omdat er altijd regels en overheidsingrepen zijn, bijvoorbeeld bij het lanceren van medicijnen of auto’s.
->Zwitserland, Hong Kong en Singapore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een gecorrigeerde markteconomie?

A

Een mengvorm van socialistisch en kapitalistisch gedachtengoed. De overheid corrigeert marktfalen en kan democratisch (met inspraak) of autocratisch (China, Rusland) zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het principe van de “onzichtbare hand” van Adam Smith?

A

Mensen die hun eigen belang nastreven, dragen onbedoeld bij aan het welzijn van de samenleving, doordat vraag en aanbod de markt zelf reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de theorie van comparatief voordeel van David Ricardo?

A

Landen moeten zich specialiseren in producten waarin ze relatief efficiënter zijn, wat vrijhandel stimuleert. Dit verklaart bijvoorbeeld productieverschuivingen naar lage lonen landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de donuteconomie van Kate Raworth?

A

Evenwicht tussen basisbehoeften en milieulimieten
Binnenring: sociaal fundament (eten, water, zorg)
Buitenkant: ecologische grenzen (vervuiling, klimaat)
Doel: iedereen binnen de donut houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt een circulaire economie in?

A

Minimaliseert afval en vervuiling
Hergebruikt materialen en producten
Alternatief voor “take-make-waste”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

A

Welvaart: Meetbaar via BBP, winst of loon
Welzijn: Ruimer, omvat zaken als vriendschap, vrije tijd en liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de twee visies op grenzen aan groei?

A

Harde ecologisten: stoppen met niet-hernieuwbare grondstoffen en afval
Vooruitgangsoptimisten: technologie zal oplossingen bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent sociale mobiliteit?

A

Opwaarts: Self-made, from zero to hero (bv. Marc Coucke)
Neerwaarts: From hero to zero (bv. Bart De Pauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat betekend offshore?

A
  • betekent dat een bedrijf de productie en fabricage van goederen verplaatst naar een ander land, meestal om de arbeids- en productiekosten te verlagen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat betekend reshore?

A
  • betekent dat een bedrijf de productie en fabricage van goederen terugbrengt naar het oorspronkelijke land van het bedrijf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat betekent cradle to cradle?

A
  • is een duurzaamheidsconcept dat draait om het hergebruiken van materialen zonder afval te produceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly