Economie hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van geld?

A

Geld is een middel dat algemeen wordt aanvaard als betaling voor goederen, diensten en de terugbetaling van schulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de vormen van geld.

A

Munten, bankbiljetten, giraal geld, cryptogeld en complementair geld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geld heeft 3 functies:

A
  • ruilmiddel,
  • rekeneenheid
  • middel om te sparen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke landen zitten niet in de eurozone?

A
  • Zweden
  • Denemarken
  • Bulgarije
  • Hongarije
  • Polen
  • Roemenië
  • Tjechië
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DOM

A
  • departements d’outre-meren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

TOM

A
  • territoires d’outre-mer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is SEPA

A
  • de Single Euro Payments area
  • duidt de gemeenschappelijke ruimte voor betaalverkeer
  • 36 Europese landen waaronder de 27 lidstaten van de Europese Unie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het doel van SEPA?

A
  • In Europa één ‘betaalruimte’ te creëren waarin Europese overschrijvingen en betaalkaarten overal op vergelijkbare wijze zullen functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 EVA landen (Europese Vrijhandels Associatie)

A
  • Ijsland
  • Groenland
  • Noorwegen
  • Zwitserland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is chartaal geld ?

A
  • tastbaar
  • munten of biljetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is giraal geld ?

A
  • niet tastbaar
  • onmiddellijk opvraagbaar tegoed bij banken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 soorten bankkaarten

A

debet kaarten
* functie: betalen & geld afhalen
* vb. Bancontact, Maestro
kredietkaarten
* wordt niet onmiddellijk v/d rek. gedebiteerd = uitgesteld debet
* vb. Visa, Mastercard
prepaidkaarten
* soort kredietkaart
* maar je moet er eerst geld op zetten
* bedrag gaat ook direct van de rekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is e-money?

A
  • elektronisch geld
  • app’s: Bancontact, KBC, BNP, …
  • apple pay
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is monopolie geld?

A
  • Metafoor voor waardeloosgeld
  • Fictief geld in economische simulaties
  • Kritiek op overheidsbeleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zwart geld

A
  • is 3 x “kassa kassa “
  • 1° geen BTW aanrekenen
  • 2° geen Ven. Bel. betalen
  • 3°geen sociale bijdragen (personeel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn cryptomunten?

A

cryptomunten of crypto currency’s zijn virtuele munten
* ze bestaan alleen digitaal, er is dus geen fysieke variant
* geen toezicht door overheid
* overzicht wordt bijgehouden door de blockchain

17
Q

wat is blockchain?

A

is een gedecentraliseerd digitaal grootboek (of database) waarin gegevens op een veilige en transparante manier worden opgeslagen. Het bestaat uit een keten van blokken, waarbij elk blok een lijst van gegevens bevat, zoals transacties, en aan elkaar is gekoppeld via cryptografie. Dit maakt het systeem onveranderlijk en moeilijk te manipuleren.

18
Q

wat zijn NFT’s?

A
  • non-fungible tokens, niet vervangbaar token zijn unieke digitale activa die gebruikmaken van blockchaintechnologie om eigendom en authenticiteit te verifiëren
19
Q

NFT exhibition

A
  • Een NFT-expositie is een tentoonstelling waarin non-fungible tokens (NFT’s) worden getoond
20
Q

Wat is inflatie?

A

De aanhoudende stijging van het algemeen prijspeil, waardoor het leven duurder wordt.

21
Q

Wat is de consumptieprijsindex?

A

Een index die de prijsveranderingen meet van een korf van goederen en diensten die gezinnen regelmatig kopen.

22
Q

Wat is shrinkflation?

A

Vermindering van de hoeveelheid of grootte van een product terwijl de prijs gelijk blijft.

23
Q

Conjuncturele oorzaken van inflatie (bestedingsinflatie of vraaginflatie)Wat is vraaginflatie?

A

Inflatie veroorzaakt door een grotere vraag dan het aanbod, vaak door hoge overheidsuitgaven of economische heropleving.

24
Q

Structurele oorzaken van inflatie (kosteninflatie of aanbodinflatie)Wat is kosteninflatie?

A

Inflatie veroorzaakt door gestegen productiekosten, zoals personeelskosten, grondstoffen en energieprijzen.

25
Q

Wat is de invloed van inflatie op de koopkracht van gezinnen?

A

Inflatie leidt tot een vermindering van de koopkracht als de inkomens van gezinnen niet stijgen met de inflatie. Dit betekent dat ze minder goederen en diensten kunnen kopen, omdat prijzen stijgen zonder dat hun inkomen hetzelfde stijgt.

26
Q

Hoe beïnvloedt hogere inflatie in een land de export en import?

A

Als de inflatie in een land hoger is dan in het buitenland, worden de producten duurder, wat de export schaadt. Tegelijkertijd neemt de import toe, omdat buitenlandse producten goedkoper zijn.

27
Q

Waarom is een beperkte inflatie (rond de 2%) goed voor een economie?

A

Beperkte inflatie stimuleert de vraag naar goederen en diensten, wat leidt tot meer productie, een hoger BBP, meer werkgelegenheid, en uiteindelijk een groei van het inkomen en de economie.

28
Q

Hoe kan inflatie van conjuncturele aard worden bestreden met monetair beleid?

A

Inflatie kan worden bestreden door het aanbod van geld te beperken, bijvoorbeeld door de rente te verhogen, zodat de consumptie en vraag afnemen.

29
Q

Hoe kan inflatie van conjuncturele aard worden bestreden met begrotingsbeleid?

A

Inflatie kan worden bestreden door de belastingdruk te verhogen en overheidsuitgaven te verminderen, waardoor de vraag in de economie afneemt.

30
Q

Wat is deflatie en waarom is het schadelijk voor de economie?

A

Deflatie is wanneer het algemene prijspeil daalt. Het is schadelijk omdat consumenten uitstellen om te kopen, wat leidt tot lagere omzet voor bedrijven, lagere productie en een negatieve economische spiraal.

31
Q

Wat is stagflatie en waarom is het problematisch voor een economie?

A

Stagflatie is een combinatie van stagnatie en inflatie. Het is problematisch omdat beperkte economische groei gepaard gaat met stijgende werkloosheid, wat leidt tot economische problemen.

32
Q

Wat is loonindexering in België en hoe werkt het?

A

In België worden lonen, sociale uitkeringen en overheidswedden gekoppeld aan de consumptieprijsindex. Wanneer de levensduurte een bepaalde grens overschrijdt, worden deze automatisch aangepast om de koopkracht te behouden.

33
Q

Voor- en Nadelen van Loonindexering

A

Voordelen zijn dat werknemers beschermd worden tegen inflatie, terwijl nadelen zijn dat de loonkosten voor werkgevers kunnen stijgen, wat de concurrentiekracht vermindert

34
Q

Wat is een loon-prijsspiraal?

A

Een loon-prijsspiraal ontstaat wanneer hogere lonen leiden tot hogere prijzen, wat op zijn beurt weer tot verdere inflatie leidt en nieuwe loonindexeringen veroorzaakt, wat de inflatie verder versnelt.

35
Q

Wat is de loonnormwet van 1996 in België?

A

De loonnormwet beperkt loonkostenstijgingen boven op de index door de loonkostenontwikkelingen in de buurlanden in overweging te nemen, zodat België concurrerend blijft.