Pathofysiologie van HYD Flashcards
- Verhoogde intracaniële druk
Bij blokkade of overmatige productie van CVS of een bloeding in de ventrikels neemt de druk in de schedel toe (ICP)
- Beschadiging van ependym
Het ependyme is de cellaag die de ventrikels bekleedt, speelt een rol bij de regulatie van CSV. Door verhoogde ICP raakt het ependym beschadigd:
- Verminderde CSV-circulatie -> druk stijgt nog verder
- Vrijkomen van ontstekingsmediatoren: maakt hersenschade ernstiger
- Pentriventriculair oedeem
Vochtophoping rond de ventrikels, door beschadiging van bloed-hersenbarrière en epedymale laag. Leidt tot:
- Compressie van witte stof
- Vrijkomen van ontstekingsmediatoren; verdere schade hersenweefsel
- Beschadiging van myeline en axonen
Verhoogde druk en oedeem beschadigen myeline en axonen. Leidt tot
- Verlies van myeline, tragere zenuwgeleiding
- Axonale schade; verstoring hersenverbindingen
- Afname witte stof-volume
- Reactieve astrocytose
Astrocyten (gliacellen die een rol spelen in bescherming en herstel) reageren op de schade:
- Verdikking van astrocyten
- Littenkenweefsel (gliosis) wat signaalverstoring veroorzaakt
- Chronische ontstekingsreacties; stimuleert neurodegeneratie
- Dilatatie van ventrikels
Door beschadiging van ependym en de afvoer van CSV ontstaat ventriculaire dilatatie (vergroting). Dit leidt tot HYD en compressie van de volgende structuren
- Corpus callosum oprekking (verstoorde com. tussen hersenhelften, motorische coordinatie en cognitieve functies achteruit)
- Projectiebanen van motorcortex naar ruggenwerf (inc. opticus en olfactorius)
- Verbindingen met prefrontale cortex (aantasting EF, gedrag en cognitie)
- Ischemie -> uitval van functies, oa motoriek, emotie regulatie en cognitieve vaardigheden.
- Witte stof schade
Witte stof bevat lange projectiebanen en myeline, waardoor het kwetsbaarder is voor schade. Grijze stof is beter doorbloed en daardoor minder gevoelig voor ischemie en hypoxie.
- Neuro-anatomische gevolg
Door HYD worden vooral posterieure bloedbanen van de hersenen bekneld, dit kan leiden tot visuele problemen, sensorische stoornissen en problemen met ruimtelijk inzicht