IVH/PVH Flashcards
IVH
Intraventriculaire hemorragie. Ernstige complicatie; bloeding in de hersenen, met name de kiemplaag (germinale matrix).
Door vroeggeboorte is de kwetsbare matrix nog aanwezig. Risico’s
- Bloeding door vroeggeboorte
- Ischemie-hypoxie verhogen de kans op bloeding
- Schommeling in de bloeddruk -> spieren zijn onderontwikkeld dus regulatie van bloeddruk is nog slecht
- Mechanische ventilatie: beademing verhoogd intracraniële druk
Bij IVH verspreid bloed zich naar ventrikels
PVH
Periventriculaire hemorragie, ernstigere vorm waarbij bloeding verspreid naar het omliggende hersenweefsel.
IVH en PVH komen meestal binnen 48 hr na geboorte voor, bij 500-750 gr is de kans 45%
Gevolgen IVH/PVH
Acuut;
- Verhoogde ICP -> hydrocefalie
- Verminderde zuurstof/bloedtoevoer
- Verstoorde neurale ontwikkeling door beschadiging van neuronen en gliacellen in de kiemplaat
Langdurig
- hydrocefalie (bloedklonten blokkeren ventrikels)
- Witte stofschade (PVL) -> Verlies van de PRE-OLs
- Cognitieve/motorische problemen -> Cerebrale parese
Epilepsie - verhoogd risico door littekenvorming
BPD
Bronchupulmonale dysplasie
schade aan onrijpe longen; ze hebben te weinig surfactant waardoor de longblaasjes dichtklappen. De spanning van de longblaasjes (alveoli) is te laag.
- Mechanische beademing: om zuurstof toe te dienen zodat ze overleven
- Deze beademing kan tot barotrauma leiding; te hoge druk om zuurstof in longen te krijgen. Blasjes rekken of scheuren
- Zuurstofschade: hoge zuurstofconcentratie leidt tot productie van ROS; dus oxidatieve stress
Gebeurt bij 20% van beademde geboren
Langdurige gevolgen BPD
Longen met BPD zijn minder efficient in verwijderen van CO2, stapelt op en leidt tot bloedverzuring.
Door littekenvorming en ontsteking raken longvaten vernauwd (pulmonale hypertensie) en moet het hart harder pompen om bloed door longen te krijgen. Kan tot hartfalen leiden.
PVL
Periventriculaire leukomalacie
Schade aan witte stof door PRE-OLs beschadiging na hypoxie-ischemie. Twee vormen
- Cystic
- Cysten (holtes) in witte stof, te zien als donkere gebieden op MRI
- Voor GA 26, gebeurt bij 5% van VLBW
- Hoge kans op CP - Niet-cystische PVL
- Diffuse schade zonder cystes, meer verspreide, subtiele hypomyelinisatie
- Meer cognitieve gedragsproblemen, minder motorische beperkingen dan bij cystisch
- Na GA 26, 50% van VLBW
Gevoeligheid PRE-OLs
Pre-OLs hebben weinig anti-oxidanten, waardoor ze gevoelig zijn voor oxidatieve stress die ontstaat bij inflammatie (ROS/RNS)
Ze bevatten veel glutamaatreceptoren; gevoelig voor excitotoxiciteit