Neuroplasticiteit

Question 1

Plasticiteit

Answer 1

Verandering van de hersenen. Verschillende vormen;

• Synaptische plasticiteit
• Sprouting
• Neurogenese
• Structurele connectiviteit
• Functionele connectiviteit

Question 2

Synaptische plasticiteit

Answer 2

Snelle vorm, d.m.v. LTP komen er meer receptoren in de post-synaptische neuron en meer neurotransmitters

Question 3

Sprouting

Answer 3

Dendrieten groeien (op snel tempo) om zo snellere communicatie te bevorderen

Question 4

Neurogenese

Answer 4

Gebeurt voornamelijk in PZS, maar op twee plaatsen in het brein: hippocampus (betrokken bij leren, geheugen en emoties) en subventriculaire zone (SVZ) langs laterale ventrikels, neure neuronen migreren naar bulbus olfactorius (geurverwerking)

Question 5

Structurele connectiviteit

Answer 5

Bepaalde signalen in het brein worden efficienter, bijv myelanisatie (use it or lose it)

Question 6

Functionele connectiviteit

Answer 6

Verschillende locaties/regionen werken beter samen

Question 7

Omgeving

Answer 7

erg belangrijk voor neuroplasticiteit. rijkere omgeving leidt tot meer verandering in het brein. Motivatie is een sterke factor

Question 8

Trainen van neuroplasticiteit

Answer 8

toename in grijze stof zichtbaar in rechter hippocampus en dorsolaterale prefrontale cortex. Ook in cerebellum. Te zien aan corticale dikte die toeneemt, en dus sterker voor mensen die gemotiveerd zijn en ‘ernaar uitkijken’ (environment)

Question 9

Stress

Answer 9

Stress heeft een grote invloed op de wijze dat neuroplasticiteit plaatsvindt. Een DTI studie toonde aan dat de structurele connectiviteit anders is voor patienten met PTSD.