Epilepsie Flashcards
Epilepsie
Verzamelnaam voor grote groep uiteenlopende paroxysmale aandoeningen die zich heel verschillend presenteren, en waaraan heel veel verschillende oorzaken ten grondslag kunnen liggen.
Paroxysmaal = aanvalsgewijs, aanvallen van epilepsie ontstaan door plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektronische prikkeloverdracht
Epilepsie (Aandoening)
Chronische hersenaandoening die gekarakteriseerd wordt door een langdurige aanleg voor het veroorzaken van epileptische aanvallen.
Heef neurobiologische, cognitieve, psychologische en sociale gevolgen
1:200 mensen in NL heeft actieve epilepsie, 1:4 LVB
een van de volgende:
- Minstens 2 ongeprovoceerde aanvllen met een interval van >24H
- 1 ongeprovoceerde aanval en waarschijnlijkheid van >60% kans op andere aanval binnen 10 jaar
- Diagnose van epilepsiesyndroom
= over bij leeftijd van toepassing (syndroom) of 10 jaar aanvalsvrij waarvan 5 medicatie vrij
Epileptische aanvval
Tijdelijk optreden van symptomen door abnormale excessieve of synchrone neurale activiteit in de hersenen
Kan geprovoceerd/uitgelokt (bijv bij koorts) of ongeprovoceerd zijn.
Twee hoofdgroepen;
1. Focaal: beginnen in 1 deel
2. Gegeneraliseerd: beginnen verspreid over beide helftenn
Classificatie van aanvallen
Aanvalstype:
Focaal, gegeneraliseerd of onbekend begin
Doet bewustzijn mee?
- Als ergens gedurende de aanval het bewustzijn gedaald is wordt het gekwalificeerd als aanval met gedaald bewustzijn.
Wat zijn eerste verschijnselen (motorisch/niet-motorisch)
- Beoordeeld bij begin
Niet motorische verschijnselen
Autonome verschijnselen; bleek worden, zweten, kippenvel
Arrest: plots stoppen met bezigheden
Cognitief/gedrag: herkent gene mensen, herhalen, schreeuwen
Emotionele: vreemd gevoel, angst, verstoord tijdsbesef, deja vu
Sensorisch; plotse gewaarwording zoals tinteling, flitsen, horen, ruiken of smaken
Focale aanvallen
Occipitaal;
- Waarneming gekleurde lichtflitsen
- Braken, nystagmus (ogen), draaien van hoofd
- Trekkende oogleden
posticataal; Hoofdpijn, soms tijdelijk blind
Frontaal
- vaak ‘s nachts
- kort maar vaak
- Motorische beweging op voorgrond
temporeel
- Aanval start met aura
- kind stopt met activiteit
- friemelen, herhalen, draaien
- soms daarna generaliserend
postictaal; slaperig, verward
Mogelijke uitlok factoren
Hyperventilatie
Slaap
Slaapgebrek
Sensorische stimuli
Trauma
Hormonale verandering
Koorts
Emotionele stress
Medicijnen en drugs