Aandachtsmodellen Flashcards

1
Q

Waakzaamheid

A

Aka Vigilance, vastgehouden aandacht over tijd.
- Lineaire ontwikkeling va 1 jaar
- belangrijkom nieuwe skills/kennis op te doen
- hersenstam (reticulaire formatie) en thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Selectieve aandacht

A

Mogelijkheid om gerichte aandacht tot een taak te houden en afleidende stimuli te negeren

  • Lineaire ontwikkeling va 1 jaar
  • Parietaal en striataal
  • eerder in minder gestructureerde situaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aandachtscontrole/verschuiving/verdeling van aandact

A

zelf-regulatie en monitoren van aandacht.

  • Ontwikkeling va 3-4 jaar
  • higher order skills
  • negatieve relatie met selectieve aandacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Posners model

A

Posterieur systeem (hersenstam, thalamus, parietaal systeem)
- Alerting attention: waakzaam voor komst stimulus, aandachtsstraal
- Orienting attention: selectieve aandacht, verschuiven van de aandachtsstraal

Anterieur systeem (ACC, prefrontaal/striatum)
- Executive attention; langere tijd gericht aandacht vasthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ANT

A

Attention Network test van Posner. eerst zonder cue

Met neutrale cue; test alerting attention. Verschil tussen no cue en cue
- Alerting, waakzaamheid voor komst/verwerking stimulus. Hersenstam (locus coeruleus) + thalamus
- Toename in arousal, initieren aandachtstraal

Met juiste cue: test orienting attention. verschil tussen neutrale cue en juiste cue
- Parietale kwab + superior colliculus, FEFs (oogbewegingen)
- Richten van aandacht op een bepaalde locatie

Met onjuiste cue: test voor executive attention. Verschil tussen juist en onjuiste cue
- Fronto-striatale systeem; putamen, dorsolateraal prefrontaal en ACC
- Oplossen van conflict, bijsturen van richting aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Piaget

A

Bedacht de 4 stages (sensorimotor, preoperational, concrete operational en formal operational). Latere ontwikkelingen hebben aangetoond dat het meer een parallelle ontwikkeling is ipv serieel zoals hij dacht.

  • Toename in snelheid en informatieverwerkingscapaciteit
  • Toename in efficientie: gebruik van strategieen bepalen capaciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly