Oct 2024 Flashcards
1
Q
tussen twee haakjes
A
by the way
2
Q
van wal steken
A
to begin, set off
3
Q
beetnemen
A
to trick, outwit
4
Q
schrander
A
clever, shrewd
5
Q
A
f3dxec3
6
Q
om de haverklap
A
all the time
7
Q
duizendpoot
A
millipede, jack of all trades
8
Q
de leus
A
slogan
9
Q
omgangsvormen
A
manners
10
Q
iets gemeen hebben
gemeen hebben dat
A
to have in common
11
Q
ontbreken
A
to be missing, absent
12
Q
woonachtig in .. zijn
A
to live, reside in
13
Q
gissen
A
to speculate
14
Q
teruggrijpen op
A
to fall back, revert to
15
Q
vertrouwelijk
A
confidential