Aug 2020 Flashcards

1
Q

broken

A

stuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

are you crazy

A

ben je gek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

magazine

A

het tijdschrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

brand new

A

splinternieuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bald

A

kaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wide

A

breed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fat

A

dik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

deaf

A

doof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

to lend

A

lenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

purpose, objective

A

het doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

decision

A

de beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

to own, possess

A

bezitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

narrow

A

smal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bike stand

A

het fietsenrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bike shed

A

de fietsenstalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

now and then

A

af en toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

on the front

A

voorop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

on the back

A

achterop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

even

A

zelfs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

none at all

A

helemaal geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hill

A

de heuvel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

elbow

A

de ellebog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

knee

A

de knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

toe

A

de teen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
shoulder
de schouder
26
butt
de kont
27
beard
de baard
28
moustache
de snor
29
body (2)
het lijf
30
head (animal)
de kop
31
lips
de lippen
32
nice butt
lekker kontje
33
butt (more polite)
de bips | het achterwerk
34
breast
de borst
35
thumb
de duim
36
to decide
beslissen
37
let's speak dutch
laten we nederlands spreken
38
to practice
oefenen
39
religion
het geloof
40
we can do it
we kunnen het
41
to follow
volgen
42
to happen
gebeuren
43
to hold, keep
houden
44
to keep clean
schoon houden
45
i love you
ik hou van jou
46
to win
winnen
47
to mean
bedoelen
48
neighbor
de buur
49
to apply for
solliciteren
50
vacancy
de vacature
51
education
de opleidung
52
advertisement (job listing)
de advertentie
53
experience
de ervaring
54
conversation, interview
het gesprek
55
company (2)
het bedrijf | de zaak
56
salary
het salaris
57
tax
de belasting
58
compensation
de vergoeding
59
to hire
aan.nemen
60
to fire
ontslaan
61
to change jobs
veranderen van baan
62
to earn, deserve
verdienen
63
farm
de boerderij
64
donkey
de ezel
65
rooster
de haan
66
swan
de zwaan
67
stork
de ooievaar
68
sparrow
de mus
69
insect
het insect
70
fly (insect)
de vlieg
71
bee
de bij
72
butterfly
de vlinder
73
cat (#2)
de poes
74
hamster
de hamster
75
goldfish
de goudvis
76
goat
de geit
77
sunrise
de zonsopgang
78
to reach
bereiken
79
well-known
bekend
80
visible
zichtbaar
81
campground
de camping
82
during the day
overdags
83
safe
veilig
84
stone
de steen
85
glacier
de gletsjer
86
rope
het touw
87
only 2 hrs
slechts 2 uur
88
crevasse
de (gletsjer)spleet
89
ice ax
de pikhouweel
90
air
de lucht
91
thin (air)
ijl
92
to breathe
ademen
93
return (trip)
de terugtocht
94
parking lot
de parkeerplaats
95
volcano
het vulkaan
96
to erupt
uit.barsten
97
scientist
de wetenschapper
98
nature reserve
het natuurgebied
99
earthquake
de aardbeving
100
wolf
de wolf
101
nowhere
nergens
102
abbreviation
de afkorting
103
handy
handig
104
these things (refers to what has been mentioned before)
een en ander (eea)
105
first aid (abbr)
EHBO (Eerste Hulp bij Ongeluk)
106
that is to say (abbr)
(dwz) dat wil zeggen
107
etc.
enz (enzovoorts)
108
in case of emergency (abbr)
igvn (in geval van nood)
109
generally (abbr)
iha (in het algemeen)
110
in any case (abbr)
iig (in ieder geval)
111
instead of (abbr)
ipv (in plaats van)
112
in contrast with (abbr)
itt (in tegenstelling tot)
113
in connection with (abbr)
ivm (in verband met)
114
concerning (abbr)
m.b.t. (met betrekking tot)
115
starting at (date/time) (abbr)
miv (met ingang van)
116
with the exception of (abbr)
muv (met uitzondering van)
117
plural (abbr)
mv (meervoud)
118
with kind regards (abbr)
m.vr.gr. (met vriendelijke groeten)
119
as a result of (abbr)
nav (naar aanleiding van)
120
to be agreed (abbr)
notk (nader overeen te komen)
121
namely (abbr)
nl (namelijk)
122
amongst other things (abbr)
o.a. (onder andere)
123
supervised by (abbr)
o.l.v (onder leiding van)
124
including, amongst other (abbr)
o.m. (onder meer)
125
approximately (abbr)
ong. (ongeveer)
126
originally (abbr)
oorspr. (oorspronkelijk)
127
attn
tav (ter attentie van)
128
with respect to (abbr)
tav (ten aanzien van)
129
as a result of (abbr)
tgv (ten gefolge van)
130
in the name of (abbr)
tnv (ten name van)
131
up to and including (abbr)
t/m (tot en met)
132
compare with (abbr)
tov (ten opzichte van)
133
worth, valued at (abbr)
twv (ter waarde van)
134
mainly, in particular, esp. (abbr)
vnl (voornamelijk)
135
so called (abbr)
zgn (zogenaamd)
136
see other side of page (abbr)
zoz (zie ommezijde)
137
health insurance
de ziektekostenverzekering
138
welfare
de uitkering
139
to choose
uit.kiezen
140
employer
de werkgever
141
employee
de werknemer
142
what is your job about?
wat houdt jouw baan in?
143
busy
druk
144
except for me
behalve ik
145
to depend on
afhangen van
146
to ski
skiën
147
to differ from each other
verschillen van elkaar
148
because of, due to
vanwege
149
to show (smth)
laten zien | tonen (less common)
150
to continue
doorgaan
151
to consider
overwegen
152
i didn't mean that
ik bedoelde het niet zo
153
keep studying
blijf studeren
154
don't be so cruel
wees niet zo wreed
155
shut up
hou je mond
156
drive more slowly
rij langzamer
157
come in (polite)
komt u binnen
158
sit down (polite)
gaat u zitten
159
a pinch of
een snufje
160
(some) of this
hiervan
161
smooth
glad
162
the slice
het schijfje
163
the batter
het beslag
164
the dough
het deeg
165
don't make so much noise
maak je niet zo veel herrie
166
don't talk like that to your mother
praat niet zo tegen je moeder
167
go to bed
ga naar bed
168
get up
sta op