Nov 2024 Flashcards
herleiden tot
to trace back to
bevlogen
enthusiastic
kennelijk
apparently
behappen
to digest (information)
onthutsend
disconcerting, shocking
ratelen
to rattle, ramble on (talk)
zich beperken tot (de feiten)
to stick to (the facts)
maar liefst
no fewer than
ten onrechte
wrongly, mistakenly
iemand voor gek zetten
to embarrass, make a fool of
het spoor bijster raken
to lose track, lose one’s way
als het ware
essentially, in effect
overeenkomst
agreement ; similarity
scheppen
to establish, generate
een pauze inlassen
to take a break
besmuikt
furtively
uitvissen
to figure out, find out
redeneren
to reason
opschorten
to postpone, suspend
geneigd zijn om te doen
neigen naar (ernaar om te doen)
inclined to do
(talent) tentoonspreiden
to exhibit, display (talentl
(een veranderung) bewerkstelligen
to achieve, accomplish (a change)
onoverbrugbaar
insurmountable
ongeacht
regardless, irrespective of
rechttoe rechtaan
straightforward
iemand glazig aankijken
op het eerste gezicht
at first glance
geen stom woord zeggen
to not say anything
zijn neus stoten
to thumb one’s nose
onder vier ogen
in person, face to face
weten waar de schoen wringt
to know where the problem is
van kinds af aan
from childhood
klip-en-klaar
crystal clear
zeggen waar het op staat
tell it like it is
kennis van zaken
know-how
al dan niet
with or without
iets onverlet laten
to not affect
iemand in de boeien slaan
to handcuff
iemand voor de wolven gooien
to throw someone to the wolves
iets in de hand hebben
to control
een goed woordje voor iemand doen
achterlijk
retarded
boer
burp
verbluffend
extraordinary, mind-blowing
daarentegen
in contrast
volmaakt
flawless, oerfect
neerslachtig
downcast
aanbevelen
to recommend, endorse
iemand iets mankeerde
something’s wrong with s.o.
ik ben doodop
I’m beat, exhausted
juist ja
that’s right
zwabber
mop
schrobben
to scrub
alles kits
what’s up
de overloop
corridor, hallway
zeulen
to lug around, carry
plankgas
floor it
penibel
perilous
de teugels
reins
wat had dat te betekenen
what was that all about
het uit elkaar halen
(bij/voor) het in elkaar zetten
to take apart, disassemble
het stelt niets voor
it’s not a big deal
in de rats zitten
to be in trouble
bedriegen
to cheat on, deceive
doe niet zo idioot
… valt op iemand
… is attracted to s.o.
wee je gebeente als
God help you if …
tierden welig
flourished (plants)
ik zit onder de roet
I am covered in soot
in verlegenheid brengen
to embarrass
betrokken bij
involved in/with
verwerven
acquire, attain
aanjager
booster, driving force
vergaat van (de pijn, de dorst)
to be in pain, be hungry etc.
voor wat hoort war
quid pro quo
vergrijp begaan
commit an offense
geen gepreek
don’t lecture me
de mitella
sling
de kreet
cry, slogan
pluizig
fluffy, fuzzy
dwarszitten
het zat me dwars
to bother
een kei in
a whiz in
halsoverkop
in a hurry, head over heels
oplappen
to fix, patch up
de kever
beetle
met inbegrip van
including
ik had de pest in
ik had de pest aan iets
I was in a bad mood
I hated …
turen
to peer, gaze
duf
groggy, drowsy
uitschelden
to abuse, call names, curse at