Apr 2023 Flashcards
het vonnis
judgment, court verdict
bevatten
to contain, hold
aandringen op
to insist on
het verwijt
reproach, blame
het pleidooi
plea, defense
bepleiten
to argue, plead
het afgrijzen
horror, dread
koesteren
to nourish, cherish
veredelen
to ennoble, elevate
dat gaf/geeft bij iemand de doorslag
it is/was the deciding factor for someone
de nabestaande
next of kin, surviving relative
ongepast
improper
verdraaid
darn, doggone
een proces tegen iemand aanspannen
to Institute proceedings against someone
dusdanig
such, in such a way
nochtans
nevertheless
toekennen aan
to ascribe, attribute to
qua
as far as, as for
het verschijnsel
phenomenon
fungeren als
to act as, function as
zich inspannen
to exert, make an effort
iemand de mond snoeren
to force someone to be silent
voor zower ik weet (niet)
(not) as far as I know, to my knowledge
belager
stalker, waylayer
het op iemand gemunt hebben
to be out for someone’s blood
voorafgaand
preceding
aanhalen
to pull in, tighten
iemand een seintje geven
to tip someone off
de dolleman
madman
het voer
feed, bait
de/het spandoek
banner
karrevracht(en)
huge quantity (of)
de fuik
in een fuik zitten/lopen
net
to be caught in/ walk into a trap
de medewerking
cooperation, collaboration
medeplichtigheid
complicity
het kielzog
in het kielzog van
wake
in the wake of
doorgeven aan
to pass/hand on to
(een klusje/zaakje) opknappen
to carry out, deal with (chore/job)
een buitenlandse mogenheid
a foreign power
de geluidsopname
sound recording
de handelwijs
procedure, conduct, way of behaving
dat komt me bekend voor
that sounds familiar to me
afgezien van
besides, apart from
het onraad
onraad ruiken/bespeuren
trouble, danger
to smell a rat
mede wegens
partly due to
gretig
eager
tegenwerking
sabotage, opposition
stuiten op (verzet)
to be faced with, come up against (opposition)
zich opdringen aan
to force/thrust oneself on
ingaan op (een aanbod/verzoek)
to comply/agree with (an offer/request)
ijsberen door (een kamer)
to pace (a room)
verwijzen naar
to refer to
krankzinnig
crazy, insane
l
bijpraten
to catch up
uitgaan van (ervan dat)
to assume, take for granted (that)
iets in petto hebben
to have something in store, up one’s sleeve
verbijsterd
bewildered
de meerdere
superior (officer)
opheffen
to cancel, discontinue
ijverig
diligent, zealous
ophanden zijnde (gebeurtenissen)
upcoming events, things to come
ervaring opdoen met
to gain/get experience with
het gareel
iemand in het gareel brengen
horsecollar
to bring someone to heel
smeken (te doen)
to beg, implore (to do)
afwimpelen
to get out of (doing smth)
nippen van iets
to sip, take a sip of smth
(een aanbod) afwijzen
to refuse, decline (an offer)
denderen
to rumble, thunder
afschilderen als
to portrait, depict as
het pitje
een laag pitje staan/zetten
low flame
to be/put on the back burner
aanvaring met
collision with
de perikelen (pl)
perils, adventures
berooid
destitute
wier
whose
de kroonluchter
chandelier
woonachtig te
living in
bijstaan
to assist, aid
het is (niet) aannemelijk dat
it is (not) plausible, likely that
tegenvallen
to disappoint
(nader) op iets (een kwestie) ingaan
to examine, go into something (a question) (more deeply)
uitgekiend
clever, sophisticated
opschudding
upheaval, disturbance
iets bijhouden
to keep up (to date) with smth
lijvig
een lijvig rapport
bulky
a bulky report
huiveren
to shiver
onwrikbaar
firm, immovable
de klont
lump, glob
het aandeel
share, portion
share, stock
iemand aansporen tot
to spur, urge someone on to
vertekenen
to draw incorrectly,distort, misrepresent
de waterscheiding
watershed, turning point
aan iets morrelen
to fumble, fiddle with smth
afdingen
er valt niets op hem af te dingen
to bargain, haggle
there is nothing to be said against him
vooropgesteld dat
assuming that
het knelpunt
knellen
bottleneck
to squeeze
weleens
once in a while, ever (in a qn)
er (niet) in slagen l te/om
to (fail) succeed in
bepleiten
to argue, advocate
aankunnen
to be a match for, hold one’s own
ontzorgen
to take the worries away
vergen
to demand, ask, require
neigen
geneigd zijn te doen
to incline, be inclined
to be inclined to do
omschakeling
switch, shift
de strot
door de strot duwen
throat
to shove down one’s throat
voornamelijk
mainly, primarily
de klemtoon
stress, accent (on a word)
mateloos
extravagant, excessive