Aug 2024 Flashcards
de juskom
gravy boat
de knalbonbon
party crackers
giechelen
to giggle
inwijden
break in, christen, initiate
van mij verliezen
to lose to me
propvol (no prep)
stuffed, crammed with
hemelbed
4 poster bed
sluipen
to sneak, creep
zweven
float, hover
indringer
intruder
onderdanig
submissive
begeren
to covet, desire
inpikken
to steal
bijziend
near-sighted
onverhoopt
unexpectedly
begoochelen
ensnare, bewilder
fraai
beautiful, lovely
de estafette
relay
slinken
to shrink
wankelen
to falter, waver, teeter
uitblinker
standout, star
afbeulen
to work hard, run ragged
te grazen nemen
to take down, nail, go after
je moet van je afbijten
you have to be aggressive, stand up to him
verbluffend
incredible, amazing
vervaardigen
to manufacture, create
naarmate
as
druk bezig
busy, preoccupied
een poepje laten ruiken
to kick some ass, show a thing or two
de gedaante
form, figure, shape
het bordes
balcony, landing, dais
toegeven aan
to yield, give in, succumb to
ontbreken
to be missing, absent
betrokkenheid
engagement, involvement
niets af
not a thing
wij/ons tweeën/drieën
the two of us
heelhuids
in one piece, unharmed
ben jij dat?
is that you?
in de nesten werken/zitten
to get/be in trouble (at school, home)
lafaard
coward
in de penarie zitten/komen
to be/get in trouble, in a pickle/fix
alles kits?
what’s up?
komen opdagen
to show up, turn up
op zichzelf
on his/their own, by itself
daarnet
back there, a while ago
zich verweren
to resist, put up a fight
een ommetje maken
to go for a stroll
zo te horen
sounds like, by the sound of it
springlevend
alive and kicking
spieken
to cheat, copy (in school)
snorharen
whiskers (mouse)
ontzettend
incredibly, extremely
meevallen
het viel ontzettend mee
to be easy
op de loer liggen
to be lurking, lie in wait
er schiet me iets te binnen
I just had an idea
iets in je schild voeren
to be up to something
de boel overnemen
to take over
vandaar dat
that’s why
in zijn nopjes
thrilled, delighted
ik sta bij je in het krijt
I owe you one
niet goed snik
out of (your) mind
allemachtig
my goodness
zo’n beetje
more or less, just about
zonderling
eccentric, strange
aan de bak
to work (aan de slag)
de heiligschennis
blasphemy
oplichting
scam, fraud
weerbaar
resistant, resilient
overbodig
superfluous
de tepel
nipple
het is me ontschoten
it slipped my mind
ben je zover (om)
are you ready (to)
goedlopend
successful, well-run
gerieflijk
comfortable
zomaar
just
miezeren
to drizzle
zich begeven
ergens heen gaan
omlijst door
framed by
de koffieprut
Coffee grounds
kuchen
to cough
oorlel
ear lobe
scanderen, scandeerde
to chant
de troep
mess
je neus voor ophalen
to turn your nose up at
ĺ
het valt wel mee
it’s not that bad
bijschenken
bedankt voor het bijschenken
refill, tip yp
de kelk
chalice
glimmen, glom
to shine, gleam
te pas komen
to be involved, to come in handy
op zijn gemak
at ease, at leisure
iemand liever kwijt dan rijk zijn
better off without s.o.