Dec 2024 Flashcards
hij is erbij
he’s right here
te grazen nemen
to nail, take down, bust
pakweg
roughly, approx
gehaaid
shrewd, cunning
naar verluidt
reportedly
ik maak een geintje
I’m joking
eens kijken
take a look
onbehaaglijk
uncomfortable, uneasy
op hol geslagen
out of control, runaway
goedje
stuff, substance
ik zou weleens willen weten
zo klaar als een klontje
crystal clear, plain as day
waaghals
daredevil, risk-taker
behoefte aan
daarvan is dringend behoefte
requirement, demand, need
het vermogen
vermogensbelasting
equity, wealth, assets
waardevermeerdering
waardevermindering
increase/decrease in value
onroerend goed
real estate, property
pak hem beet
say (when picking an example)
de accijns
excise duty
verleiding
temptation
mij een zorg
i don’t care
doorzichtig
transparent
wat doet het ertoe
dat doet er iets toe omdat…
what does it matter
ik ben de klos
I’m screwed
op heterdaad betrapt
caught red handed
zit je iets dwars
is something bothering you
nog het meeste weg hebben van X
hij had veel van een … weg
to be the most like, nearest thing to X
de doodzonde
shame, mortal sin
ik ben het zat
I’m fed up
het zat erop
it was over
de tandenstoker
toothpick
ik zag het als een berg tegenop
i dreaded it