Mar 2023 Flashcards
de knal
bang, pop
falen
to fail, fall short
voorraad
stock, supply
(een voorraad) aanspreken
to break into, draw on (a supply)
vooraf
beforehand
zichzelf beperkingen opleggen
to tie oneself down
het werpt zijn schaduw vooruit
it casts a shadow
doorslaggevend
decisive
tevergeefs
in vain
opsteker
windfall, piece of good luck
wispelturig
fickle
een staakt-het-vuren afkondigen
to declare a cease fire
gaan om
to be about, involve
uiteenlopen
to diverge
de meningen lopen zeer uiteen
there is much diversity of opinion
op gespannen voet staan met iemand
to be at odds with someone
klem (zitten)
(to be) stuck
wegkomen met
to get away with
een arrestatiebevel uitvaardigen
to issue a warrant
toejuichen
to cheer
opzettelijk
deliberate
uitwerking
effect, result
aan iets toe zijn
to be ready for, in need of something
de aanleg
construction, building
tornen
to come undone
de vrijstelling
exemption
uitkopen
to buy out
conclusies trekken
to draw conclusions
wegvagen
to wipe out, sweep away
heus niet
not at all
rabiaat
rabid
aanzienlijk
considerable, substantial
van oudsher
of old, from way back
het verwijt
reproach
verwerpelijk
reprehensible
de aanhang
followers, supporters
het leed
harm, injury
schuilen
to hide, lurk
daar schuilt iets achter
there’s a catch
beweren
to assert, claim
terecht
nogal eens
quite often
naast … ook …
… as well as …
de stemming
mood
in een slechte/goede stemming zijn
to be in a good/bad mood
de reep
(chocolate) bar
strip
ontsteking
inflammation
de beloning (uitloven)
(to offer) reward
verzadigd
saturated
de argwaan
suspicion, mistrust