Motorische ontwikkeling - literatuur college 5 Flashcards
waardoor werd het mogelijk om bewegingen van embryo’s en foetussen in de baarmoeder te observeren? (2)
door de ontdekking van echografie en echoscopie
Prechtl kwam op grond van echoscopie-onderzoek tot een opvallende conclusie, welke conclusie was dit?
het motorisch gedrag van kinderen in de baarmoeder verschilde niet met het motorisch gedrag van kinderen na de geboorte. kinderen die geboren waren, konden alleen meer. er is dus geen sprake van ‘foetaal-specifieke’ bewegingspatronen
- een discussie over de aard van de prenatale ontwikkeling ging over de vraag of de ontwikkeling gekarakteriseerd kon worden door … of …
- wat is de huidige opvatting van deze discussie?
- differentiatie (van algemene gedragspatronen naar specifieke reacties)
integratie (van simpele reacties naar geïntegreerde, meer complexe gedragspatronen - dat beide aspecten van toepassing zijn op de ontwikkeling
bij welke discussie is de hypothese van het ‘motorisch primaat’ van Preyer van belang?
bij de discussie over de invloed van ervaring op de ontwikkeling van de baarmoeder.
wat stelt de hypothese van het ‘motorisch primaat’ van Preyer ?
deze hypothese stelt dat de eerste bewegingen van de foetus bestaan uit autogene bewegingen, die niet afhankelijk zijn van sensorische stimulatie
(autogene bewegingen = niet-reflexieve)
deze autogene bewegingen zouden voorafgaan aan de gecoördineerde gedragspatronen, die wel afhankelijk zijn van sensorische stimulatie.
hypothese stelt dus dat de motorische ontwikkeling niet afhankelijk is van exogene invloeden, maar van interne rijpingsprocessen (endogeen).
het echoscopisch onderzoek heeft aangetoond dat zowel specifieke als generale bewegingspatronen van het ongeboren kind op een gecoördineerde wijze worden uitgevoerd. wat betekent dit voor de hypothese van Preyer?
het verwerpt de hypothese van Preyer.
belangrijk is wel dat dit enkel betrekking heeft op het feit dat Preyer stelde dat de eerste autogene bewegingen geen gecoördineerde bewegingen zouden zijn.
ondanks het verwerpen van de hypothese van Preyer, hoeft het niet te betekenen dat het verschijnen van de eerste bewegingen van een kind onder exogene stimulatie tot stand komen. hoe komt dit? welk probleem speelt hierbij?
dit komt door het hoge tempo waarin bewegingen elkaar opvolgen. dit maakt het niet makkelijk om te bepalen of een beweging van een foetus het gevolg is van exogene stimulatie of niet.
wat is de mening van Prechtl als gekeken wordt naar de manier waarop de prenatale motoriek gegenereerd wordt?
hij is van mening dat de prenatale motoriek endogeen gegenereerd wordt en dat de adaptieve functie pas na de geboorte volledig tot ontwikkeling komt.
wat is de mening van Wolff als er gekeken wordt naar de manier waarop de prenatale motoriek gegenereerd wordt? en vanuit welke theorie benaderd hij dit?
uitgaande van een dynamische benadering suggereert Wolff dat de prenatale ontwikkeling mede bepaald wordt door ervaring.
wat zijn babyreacties?
babyreacties verwijzen naar de bewuste en intentionele reacties van baby’s op stimuli in hun omgeving, zoals emotionele en sociale reacties. ook een groot aantal motorische gedragspatronen valt hieronder.
waarom wordt er nu de term babyreacties gebruikt in plaats van babyreflexen?
omdat babyreacties verwijzen naar de bewuste en intentionele reacties.
een reflex wordt namelijk gekenmerkt door een vaste relatie tussen een stimulus en een respons, en het treedt op buiten de wil van het individu.
babyreacties verschillen op meerdere punten van een reflex, noem er 6:
- babyreacties zijn vaak heel verschillend in hoe de bewegingen worden uitgevoerd, reflexen zijn altijd hetzelfde of hebben beperkte mogelijkheden
- de intensiteit van de babyreacties is niet afhankelijk van de sterkte van de stimulus, bij reflexen is dit wel zo
- babyreacties zijn beïnvloedbaar, reflexen niet
- babyreacties zijn niet altijd oproepbaar, reflexen wel
- babyreacties zijn leeftijdsgebonden, reflexen zijn het hele leven oproepbaar
- veel reacties zijn te complex van aard om nog tot de reflexen gerekend te kunnen worden
dus in het kort:
verschillend, niet afhankelijk van sterkte stimulus, beïnvloedbaar, niet altijd oproepbaar, leeftijdsgebonden, te complex
wat is het verschil tussen minder complexe reactiepatronen van baby’s en de complexe reactiepatronen?
minder complexe reactiepatronen van baby’s verwijzen naar de vroege reacties die baby’s vertonen op hun omgeving, zoals het zuigen op een flesje of tepel wanneer ze honger hebben, of het huilen wanneer ze zich ongemakkelijk voelen. Deze reacties zijn instinctief en automatisch en worden gereguleerd door de reflexen van de baby.
complexe reactiepatronen van baby’s hebben te maken met de manier waarop baby’s reageren op verschillende prikkels en situaties in hun omgeving. Naarmate baby’s zich ontwikkelen en groeien, leren ze nieuwe vaardigheden en ontwikkelen ze meer geavanceerde reacties op hun omgeving. Bijvoorbeeld, een baby kan glimlachen of lachen wanneer hij een vertrouwd gezicht ziet, of zijn handen en voeten bewegen om te proberen een speeltje te grijpen.
bij minder complexe babyreacties wordt er onderscheid gemaakt tussen twee soorten reacties:
- symmetrische reacties; deze zouden het gevolg zijn van externe prikkels
- asymmetrische reacties; deze bestaan uit bewegingen die voor de linker en rechter hersenhelft niet hetzelfde zijn, en deze zouden door interne prikkels worden opgeroepen
noem vier bekende (minder complexe) babyreacties
- Mororeactie: symmetrisch zijwaarts strekken van de armen en spreiden van vingers
- Babinskireactie: langzaam uitstrekken van de grote teen en het waaiervormig spreiden van andere tenen
- zoekreactie: baby draait zijn hoofd in de richting van de stimulatie
- grijpreactie: als je een voorwerp in de hand van een baby drukt, zal het deze vastpakken
noen vier bekende (complexe) babyreacties
- loopreactie: wanneer je een baby optilt en de voeten de grond laat aanraken, zal de baby loopgedrag gaan vertonen (meestal)
- kruipreactie: als je een baby voorover legt en op voetzolen drukt zal het kind een kruipreactie vertonen
- zwemreactie: baby in het water houden –> zwemgedrag
- klimreactie: baby vertoont kruipbewegingen in buikligging, terwijl de romp ondersteunt wordt, dit lijkt op verticaal klimmen.