Motorische ontwikkeling - hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

wat zijn de vijf belangrijke ontwikkelingstheorieën als er gekeken wordt naar het nature-nurture debat (en ook de motoriek)

A
  1. nativistische (maturistische) benadering
  2. empirische benadering
  3. interactionistische benadering
  4. psychodynamische benadering
  5. theorie van de non-lineaire dynamische systemen (heel natuurkundig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

volgens de nativistische benadering bestaat ontwikkeling uit een invariante sequentie van gedragsniveaus. wat wordt hiermee bedoelt?

A

een invariante sequentie is een onveranderlijke volgorde. dit wordt ook wel rijping genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

volgens de nativistische benadering ontwikkelt een kind zich volgens een reeks motorische mijlpalen. wat zijn dit?

A

dit zijn vastomlijnde taken over de motoriek waar eigenlijk ieder kind wel doorheen gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de nativistische benadering gebruikt de term typische ontwikkelingsniveaus. wat wordt hiermee bedoelt?

A

de mijlpalen staan vast op gemiddelde leeftijden waarop bijna alle kinderen een bepaalde motorische taak kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de twee opvattingen binnen het nativisme en licht deze kort toe:

A

de performistische opvatting
alles ligt vast bij de geboorte
de predetermistische benadering
aanhangers van deze visie stellen dat er een grondplan van fasevolgorde bij de geboorte aanwezig is, maar deze is niet in alles aanwezig. het is een soort ‘routeplan’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem vier belangrijke kenmerken van het nativisme

A
  1. ontwikkeling wordt verklaard door aangeboren endogene invloeden
  2. ontwikkeling is hierdoor grotendeels onafhankelijk van exogene factoren
  3. ontwikkeling gaat voor alle individuen in een gelijke volgorde van ontwikkelingsfasen- of stadia
  4. rijping is de meest aangeduide endogene/intrinsieke component
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wie zijn Myrtle McGraw en Arnold Gesell? licht bij beide kort toe wat hun overtuiging is.

A

dit zijn hele belangrijke onderzoekers van de rijpingstheorie.
Myrtle McGraw stelt dat het vrij duidelijk is dat bepaalde structurele veranderingen plaatsvinden voordat een functie volledig ontwikkelt is.
Arnold Gesell is ervan overtuigd dat rijping verwijst naar die fasen van groei die in het geheel of gedeeltelijk veroorzaakt worden door aangeboren endogene factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zegt Gesell over de ontwikkeling van de handfunctie?

A

dat de handen eerst afzonderlijk van elkaar leren bewegen en dat daarna de handen met elkaar samenwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de drie uitgangspunten van de rijpingstheorie

A
  1. de neurale groei is autonoom (onafhankelijk van de omgeving)
  2. gedrag weerspiegelt onderliggende neurologische structuren
  3. leermechanismen staan onder invloed van rijping
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

noem vier ontwikkelingsopvattingen van de rijpingstheorie

A
  1. ontwikkeling is herleidbaar tot neurobiologische oorzaken
  2. de ontwikkelingsvolgorde is erfelijk bepaald en verloopt volgens vaste ontwikkelingsprincipes.
  3. er is sprake van een discontinue ontwikkeling
  4. er bestaat een universele, vaste ontwikkelingsvolgorde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie was Ernst Haeckel

A

is vooral bekend door zijn recapitulatiehypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat stelt de recapitulatiehypothese

A

deze hypothese stelt dat de prenatale ontwikkeling een versnelde herhaling is van de ontwikkeling van biologische soorten en de postnatale ontwikkeling een versnelde herhaling is van de ontwikkeling van de menselijke soort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

noem 3 mogelijke beperkingen van de nativistische theorie (kritiekpunten)

A
  1. een vaste ontwikkelingsvolgorde voor alle kinderen ter wereld bestaat niet
  2. de oorzaken van de ontwikkeling worden bekritiseerd door Wohlhill
  3. als een kind wordt afgezonderd van omgevingsstimulansen, verstoort dat de ontwikkeling. nativisten blijven dit alleen ontkennen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

of dat men gelooft of een kind nog bijtrekt na deprivatie tijdens de kritieke periode, ligt aan de opvatting die men hierover heeft. welke twee opvattingen zijn er en licht deze toe.

A
  1. during-opvatting
    reversibel (gedrag kan nog verworven worden)
    ervaring is een voldoende oorzaak, maar geen noodzakelijke oorzaak.
  2. de Beyond-opvatting
    irreversibel (een permanente verstoring)
    ervaring is een noodzakelijke oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn deprivatie studies

A

deprivatie studies zijn onderzoeken die zich richten op de effecten van het ontbreken van bepaalde essentiële behoeften of stimuli op het gedrag en de ontwikkeling van individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de conclusie van deprivatie studies als er wordt gekeken naar extreme isolatie

A

bij extreme isolatie blijkt de motoriek wel verstoord, maar (on)volledige verbeteringen zijn mogelijk. de taalachterstand van deze kinderen is niet meer in te halen.

17
Q
A