Inleiding orthopedagogiek - literatuur college 3 Flashcards
waarnaar verwijst een leerstoornis
problemen met leren
leerproblemen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, maar wat is de meest gebruikte (en handigste) manier om het in te delen?
in primaire en secundaire leerproblemen
primaire: verwijzen naar problemen bij het leren die rechtstreeks verband houden met de cognitieve vaardigheden van een persoon, zoals problemen met geheugen, aandacht, taal, perceptie, enzovoort. Deze problemen zijn vaak genetisch bepaald en kunnen van invloed zijn op iemands vermogen om nieuwe informatie te begrijpen, te onthouden en te verwerken
secundaire: zijn problemen bij het leren die worden veroorzaakt door externe factoren, zoals problemen in de thuissituatie, gebrek aan ondersteuning thuis, problemen met de schoolomgeving of een slechte onderwijskwaliteit. Deze problemen kunnen het leren bemoeilijken, maar zijn niet direct gerelateerd aan de cognitieve vaardigheden van een persoon
vroeger werd gebruik gemaakt van het discrepantiecriterium voor het definiëren van leerproblemen.
1. wat wordt er bedoeld met het discrepantiecriterium?
2. waarom is dit criterium een bron van kritiek?
- discrepantie verwijst naar een duidelijk meetbaar verschil tussen het reële niveau van de lees- reken- en spellingvaardigheid enerzijds en het niveau dat verwacht kan worden op basis van intelligentie anderzijds
- omdat dit criterium intelligentie als maatstaf gebruikt, en het blijkt dat de correlatie tussen intelligentie en schoolvorderingen een stuk lager ligt dan eerder werd gedacht
tegenwoordig worden er drie criteria gehandhaafd om leerproblemen te definiëren:
- het achterstandscriterium
het moet aantoonbaar zijn dat er een ernstige achterstand is bij het verwerven van schoolse vaardigheden - hardnekkigheidscriterium/ criterium van didactische resistentie
instructie en extra oefening heeft niet geholpen, de leerproblemen zijn dus hardnekkig. - exclusiviteitscriterium
er moet worden uitgesloten dat de leerproblemen veroorzaakt worden door andere factoren dan het leerproces zelf
dyslexie
leesstoornis
dysorthografie
spellingsstoornis
dyscalculie
rekenstoornis
er zijn twee types van dyscalculie
- geheugentype
kenmerkt zich door problemen met het vlot en/of accuraat ophalen van rekenfeiten - procedurele type
wijst op problemen met het leren en vlot/accuraat toepassen van rekenprocedures
de literatuur over de prevalentie van leerstoornissen wordt gekenmerkt door de veelheid van resultaten. hoe komt dit? (3)
- cijfers zijn afhankelijk van de onderzochte populatie
- prevalentie kan verbonden zijn met een leeftijdscategorie of bepaalde vorm van onderwijs
- de tijdsperiode van het prevalentieonnderzoek is van invloed
comorbiditeit
als er een bijkomend diagnostisch label aan een kind toegekend wordt
in het kijken naar de oorzaken van leerproblemen zijn er drie verschillende benaderingen die allemaal anders kijken naar de mogelijke oorzaken:
- genetische benadering
leerstoornissen komen vaak bij diverse leden van dezelfde familie voor. - neuro(psycho)logische benadering
leerstoornissen zijn het gevolg van tekorten in sommige neuropsychologische vaardigheden en hun neurologisch substraat. - cognitieve benadering
er is een verband tussen het cognitieve functioneren en het schoolse leren
de cognitieve benadering (om te kijken naar de oorzaken van leerproblemen) is opgedeeld in twee invalshoeken die elkaar deels overlappen:
- basisfunctiemodel
leerstoornissen zijn het gevolg van een gebrekkige ontwikkeling van de basisfuncties - informatieverwerkingstheorie
leerproblemen zijn te verklaren vanuit verschillende processen en structuren die een rol spelen bij het verwerken van die informatie
ga dieper in op de informatieverwerkingstheorie die behoort tot de cognitieve benadering van de oorzaken van leerproblemen:
volgens deze theorie zijn leerproblemen te verklaren vanuit verschillende processen en structuren die een rol spelen bij het verwerken van die informatie.
informatie die verwerkt wordt bestaat uit: declaratieve kennis (feiten), procedurele kennis (oplossingswegen) en megacognitiekennis (weten welke kennis wanneer te gebruiken)
de procedurele kennis (oplossingswegen) worden ingedeeld in:
1. procedurele strategieën (volgen van oplossingsweg in verschillende stappen)
2. Retrieval-strategieën (onmiddellijk beschikken over de juiste oplossing;ossing in het langetermijngeheugen
(1) volgens de informatieverwerkintstheorie komt aurimatisering tot stand wanneer…
(2) waarom is deze automatisering zo belangrijk?
- er een overgang gemaakt wordt van overwegend gebruik van tijdsintensieve strategieën naar geheugenstrategieën
- omdat zo energie en aandacht vrijomen oor de meer complexe aspecten (lezen, rekenen, spelling, ordenen van gedachten en oplossen wiskunde)
er zijn in de praktijk van kinderen met leerstoornissen drie veelvoorkomende vormen van diagnostiek:
- classificerende diagnostiek
doel een bepaald probleem te onderkennen als behorend tot een of ander type - verklarende diagnostiek
gericht in het vinden van aanwijzingen die tot de bepaling van de oorzaak van de leerstoornis kunnen leiden - handelingsgerichte diagnostiek
gericht om beslissingen over een behandeling te ondersteunen.