Inleiding orthopedagogiek - literatuur college 1 Flashcards

1
Q

(1) wanneer gaat iemand naar een hulpverlener in de eerste lijn?
(2) noem voorbeelden van verschillende hulpverleners in de eerste lijn

A

(1) als niemand in de eigen omgeving een bruikbare aanpak weet voor een bepaald probleem in het gezin
(2) huisarts, orthopedagoog, psycholoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(1) wanneer gaat iemand naar een hulpverlener in de tweede lijn?
(2) noem voorbeelden van verschillende hulpverleners in de tweede lijn

A

(1) bij zwaardere psychische klachten zoals angsten, depressies en verslavingsproblemen
(2) gespecialiseerde hulpverleners (psychotherapeuten en psychiaters)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(1) wanneer gaat iemand naar een hulpverlener in de derde lijn?
(2) noem voorbeelden van verschillende hulpverleners in de derde lijn

A

(1) als de problematiek extreem complex is
(2) gespecialiseerde zorg, zoals academische centra voor kinderen- en jeugdpsychiatrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

intentioneel handelen

A

vorm van reflectie aanwezig, er wordt over de manier van handelen nagedacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functioneel handelen

A

‘gewoon doen’ zonder na te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is menselijk handelen volgens de psychoanalytische literatuur?

A

legt de nadruk op onbewuste aangeboren driften die zich in het sociale contact met de omgeving hebben ontwikkeld tot handelingspatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is menselijk handelen volgens de leertheorie?

A

menselijk handelen wordt aangeleerd, zoals dat ook bij dieren gebeurd. het richt de focus op het zichtbaar waarneembare gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is menselijk handelen volgens de humanistische psychologie?

A

legt de nadruk op dat de mens als wezen betekenis heeft, en verantwoordelijk is voor zijn/haar keuzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is menselijk handelen volgens de biopsychologie?

A

handelen is bepaald door onze hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

handelen is meer dan het laten zien van gedrag. er is namelijk sprake van … (3)

A
  1. optreden vanuit een bepaalde zekerheid
  2. op een overwogen wijze doen en laten en zichzelf daarvan rekenschap geven
  3. optreden in de verwachting van een bepaalde afloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

“mensen kunnen niets anders dan handelen”
wat wordt hiermee bedoelt?

A

je handelt altijd, niets doen is een keuze en dus ook handelen. mensen moeten dus keuzes maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe ontstaan opvoedingsproblemen

A

ontstaan in de wisselwerking tussen kind en opvoeders, binnen verschillende contexten van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat men als opvoedingsprobleem ervaart, is gebonden aan (3)

A

plaats
tijd
cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

protoprofessionalisering

A

een begrip dat aanduidt dat de ondeskundige (bijvoorbeeld de ouder) de taal van de hulpverlener leert kennen en gaat spreken en dat samenhangt met een toenemende algemeen ontwikkelingsniveau van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly