cognitieve ontwikkeling Flashcards

1
Q

magisch denken

A

gedachten zouden de realiteit kunnen beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

animistisch denken

A

leven toewijzen aan levenloze objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

immanent justice

A

geloven in karma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

egocentrisme

A

jezelf zien als het centrum van de wereld, alleen vanuit je eigen perspectief denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

natural kinds

A

intrinsiek natuurlijke objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

other kinds

A

vereisen dat het kind de afkomst, functie of context begrijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer kan een kind goed onderscheid maken tussen natural en other kinds?

A

vier jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

horizontale decalage

A

kind kan verschillende vaardigheden op verschillende tijden ontwikkelen. kind kan dus goed zijn in wiskunde en slecht in taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

divergente ontwikkeling

A

ontwikkeling van kinderen kan in verschillende tempos en richtingen gaan, ook als ze uit dezelfde omgeving komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

productiefout

A

fout maken terwijl het kind wel over de juiste vaardigheden beschikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vaardigheidsfout

A

fout maken ongeacht of het kind over de juiste vaardigheden bezit (stress)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

the one-one principle (2,5-3)

A

leren tellen van objecten. elk object heeft een uniek telwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stable order principle (2 jaar)

A

vaste telvolgorde aangehouden, niet altijd juiste labels maar wel een vaste volgorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de cardinal principle (

A

laatste telwoord is het totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de abstraction principle

A

mogelijk om abstract te denken over de hoeveelheid, alles is te tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de order-irrelevance (vier jaar)

A

volgorde van tellen beïnvloed het totaal niet