Motorische ontwikkeling - hoorcollege 1

Question 1

waar zijn opvattingen over kinderen afhankelijk van?

Answer 1

tijd en cultuur

Question 2

wat is het verschil tussen leren en ontwikkeling?

Answer 2

ontwikkeling gaat over een relatief permanente veranderingen over de leeftijd en over lichamelijke groei.
leren gaat over een reversibel en omkeerbaar proces. alles wat men aanleert, kan men ook weer afleren.

Question 3

op welke zes domeinen kunnen kinderen zichzelf ontwikkelen?

Answer 3

1. fysiek (motoriek)
2. cognitief (denkstructuren)
3. sociaal emotioneel (omgaan met anderen, uitten emoties)
4. sociale relaties (belangrijkste persoon op een bepaalde leeftijd)
5. perceptie (wat ziet een kind, wat ziet een kind niet)
6. taalkundig (hoe leert een kind taal)

Question 4

Hillman onderzocht de invloed van motoriek op cognitie. wat ontdekte hij

Answer 4

dat de meeste motoriek van kinderen correleerde met hun reken- en leesvaardigheden. de conclusie hierbij is dat wanneer een kind een goede conditie heef, het kind ook beter was in rekenen.

Question 5

hoe worden cognitieve leerprestaties ook wel genoemd?

Answer 5

executieve functies

Question 6

noem 6 dingen die vallen onder de executieve functies

Answer 6

aandacht
taak-switchen
respons-inhibitie
geheugen
concentratie
taal

Question 7

Andreas Vesalius is een van de eerste Westerse wetenschappers die de menselijke anatomie bestudeerde door …

Answer 7

lijken te ontleden

Question 8

Andreas Vesalius maakte een atlas waarin hij de hersenen, verschillende spieren en een hoop botten beschreef. hierin onderscheidde hij de volgende onderdelen concreet:

Answer 8

spieren
ruggenmerg
subcorticaal
corticaal

Question 9

wat is subcorticaal?

Answer 9

subcorticaal verwijst naar de gebieden van de hersenen die zich onder de hersenschors bevinden. dit is voor motorische vaardigheden en emoties

Question 10

wat is corticaal?

Answer 10

corticaal verwijst naar de gebieden van de hersenen die zich in de hersenschors bevinden, het buitenste laagje van de hersenen dat verantwoordelijk is voor veel hogere cognitieve functies zoals perceptie, taal, denken, geheugen, aandacht en bewustzijn

Question 11

wat bootste de Britse fotograaf Eadweard Muybridge met een meetopstelling na?
en hoe ging hij te werk?

Answer 11

galopperende paarden
in de opstelling stonden veel camera’s, eerst maakte hij foto’s. deze foto’s zette hij vervolgens achter elkaar als een film.