CTO - theorieën Piaget, Vygotsky en Feuerstein Flashcards

1
Q

wie was vooral georiënteerd op problemen van kennisleer (epistemologie)

A

Piaget

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wie deed vooral studie naar defectologie?

A

Vygotsky

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem de drie uitgangspunten van Vygotsky

A
  1. alle psychische fenomenen zijn te begrijpen vanuit de ontwikkeling
  2. hogere mentale processen vinden hun oorsprong in sociale processen
  3. mentale processen kunnen pas begrepen worden adhv Psychological tools
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de twee uitgangspunten van Piaget

A
  1. kinderen exploreren hun omgeving op een actieve manier en construeren zo hun eigen identiteit.
  2. kinderen construeren schema’s om de omgeving te begrijpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe verloopt de ontwikkeling volgens Piaget?

A

door adaptatie (assimilatie en accommodatie)
assimilatie is een fase van evenwicht en accommodatie is een fase van onevenwicht. mensen zullen altijd streven naar een fase van evenwicht, en als zij dingen tegenkomen die ze niet kennen zullen ze dus moeten accomoderen. hierdoor groeien mensen op cognitief vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is volgens Piaget de reden voor cognitieve ontwikkeling? wat maakt dat kinderen zich cognitief ontwikkelen?

A

interne motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is volgens Vygotsky de reden voor cognitieve ontwikkeling? wat maakt dat kinderen zich cognitief ontwikkelen?

A

de sociale en culturele omgeving is de motor achter de ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe verloopt de ontwikkeling volgens Vygotsky?

A

elementaire functies zijn aangeboren.
elementaire functies kunnen door middel van sociale interactie uitgroeien tot hogere mentale functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de overgang van elementaire functies naar hogere cognitieve functies is een gemedieerd proces. wat wordt hiermee bedoelt? (Vygotsky)

A

omdat dit proces wordt gemedieerd (beïnvloed) door externe factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het mediatie proces heeft drie vormen (Vygotsky)

A

material tools
psychological tools
human beings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

“er zijn twee lijnen in de ontwikkeling”
1. van wie is deze uitspraak?
2. wat wordt er bedoelt met deze uitspraak?

A
  1. Vygotsky
  2. er zijn twee ‘soorten’ ontwikkelingen
    ontwikkeling van elementaire processen is natuurlijk
    ontwikkeling van hogere functies is cultureel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verschil tussen private speech en egocentric speech
koppel aan beide begrippen de juiste onderzoeker

A

eigenlijk wordt er met beide begrippen hetzelfde bedoeld, alleen hebben Vygotsky en Piaget hier allebei een andere kijk op.
private speech: Vygotsky
dit heeft een functie, namelijk mentale processen ordenen en overzicht creëren
egocentric speech: Piaget
dit heeft geen functie, hoort bij de ontwikkelingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. bij wie hoort de Zone van de Naaste Ontwikkeling?
  2. leg uit wat dit is
A

Vygotsky
het is wat een kind in potentie zou kunnen, met hulp erbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke manier van toetsen sluit aan als je kijkt naar de ZNO (Vygotsky)? en waarom?

A

dynamisch toetsen, omdat je daarbij net als bij ZNO kijkt naar wat het kind in potentie kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de vier fasen van de theorie van Piaget en welke leeftijden horen erbij?

A
  1. sensomotorisch (0-2)
  2. pre-operationeel (2-7)
  3. concreet operationeel (7-11)
  4. formeel operationeel (vanaf 11)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de belangrijkste kenmerken van elke fase (alle vier) van Piaget?

A
  1. sensomotorisch (0-2)
    cognitieve acties op gedragsniveau
  2. pre-operationeel (2-7)
    cognitieve acties op symbolisch niveau
  3. concreet operationeel (7-11)
    cognitieve acties mbv mentale processen
  4. formeel operationeel (vanaf 11)
    cognitieve acties op hypothetisch en abstract niveau
17
Q

bij wie hoort het begrip “pretended play”

A

Vygotsky
dit sluit aan bij de ZNO, het kind doet zich voor als iemand van een hogere cognitief level en leert hierdoor

18
Q
  1. om welke twee theorieën staat Feuerstein bekend?
  2. leg kort uit wat de theorieën inhouden
A

structural cognitive modifiability (SCM)
er is de mogelijkheid om cognitieve structuren ye veranderen door training en onderwijs. manier van denken ligt dus niet vast

Mediated Learning Experience (MLE)
het belang van begeleiding en ondersteuning bij het leren wordt hier benadrukt, het proces is belangrijker dan het resultaat.

19
Q

hoe verloopt de diagnostiek en interventie volgens Feuerstein? (2 stappen)

A
  1. LPAD (hoe is het gesteld met de cognitieve functies)
    pretest (niet helpen) en posttest (wel helpen)
  2. IE (cognitieve functies worden verrijkt met interventie)
20
Q

bij de LPAD (Feuerstein) kunnen er hints gegeven worden, welke drie soorten hints zijn er?

A

metacognitieve hints, cognitieve hints, taakgerichte hints

21
Q

wat zijn de twee belangrijkste kritiekpunten op de theorie van Vygotsky

A
  • eenzijdige focus op culturele invloeden
  • eenzijdige focus op verbale communicatiemiddelen
22
Q

wie zou je kunnen vergelijken met nature en wie met nurture?

A

Vygotsky = nurture
Piaget = nature

23
Q

wat zijn de implicaties van Vygotsky voor het normaal onderwijs (benoem ook twee praktische voorbeelden)

A

meer interactie tussen leerlingen
1. reciprocal teaching (met leraar)
2. cooperative teaching (zonder leraar)

24
Q

wat zijn de kritiekpunten van Vygotsky op het speciaal onderwijs?

A
  • te lage verwachtingen
  • kinderen worden geïsoleerd
  • te makkelijk voor de kinderen, onder hun niveau
25
Q

leg uit wat de visie is van Vygotsky op kinderen van het speciaal basisonderwijs en hun beperkingen

A

de ontwikkelingsachterstand is niet het gevolg van de beperking, maar van de sociale isolatie die er is door de beperking.

26
Q

wat zijn de belangrijkste kritiekpunten van Piaget?

A
  1. Individualisme: Piaget richtte zich voornamelijk op individuele ontwikkeling en minder op sociale en culturele invloeden op ontwikkeling. Kritiek hierop is dat sociale en culturele factoren ook van grote invloed zijn op de ontwikkeling van kinderen.
  2. Spontaneisme: Piaget ging ervan uit dat kinderen zelf actief hun eigen kennis en begrip van de wereld opbouwen. Kritiek hierop is dat hij onvoldoende aandacht besteedde aan de rol van omgevingsfactoren en invloeden van buitenaf op de ontwikkeling van kinderen.
  3. Holisme: Piaget benaderde de cognitieve ontwikkeling van kinderen als een algeheel, samenhangend geheel en beschouwde het als een universeel proces. Kritiek hierop is dat hij onvoldoende aandacht besteedde aan individuele verschillen tussen kinderen en culturele verschillen.
  4. Mentale representaties zouden veel eerder ontwikkelen: Sommige onderzoekers suggereren dat kinderen al veel eerder mentale representaties ontwikkelen dan Piaget aanvankelijk dacht. Kritiek hierop is dat Piaget wellicht bepaalde aspecten van cognitieve ontwikkeling bij kinderen heeft onderschat.
  5. Objectpermanentie zou veel eerder ontwikkelen: Objectpermanentie is het begrip dat objecten blijven bestaan, zelfs als ze niet worden waargenomen. Sommige onderzoekers suggereren dat objectpermanentie al veel eerder in het leven van kinderen ontwikkelt dan Piaget aanvankelijk dacht. Kritiek hierop is dat Piaget wellicht bepaalde aspecten van cognitieve ontwikkeling bij kinderen heeft onderschat.
  6. Ontwikkelingsverloop zou meer afhangen van welke analyse er wordt uitgevoerd: Er is kritiek geweest op de methodologie van Piaget’s onderzoek en de manier waarop hij zijn bevindingen interpreteerde. Sommige onderzoekers suggereren dat de manier waarop Piaget zijn data heeft verzameld en geanalyseerd mogelijk heeft geleid tot vertekening van zijn resultaten. Kritiek hierop is dat er meer onderzoek nodig is