Ischemisch CVA Flashcards

1
Q

Waarin wordt er een onderscheid gemaakt bij CVA?

A
  • CORE: infarctzone = volledig afgestorven gedeelte van de hersenen (voorgoed verloren)
  • PENUMBRA: zone van de hersenen die at risk is voor ischemische schade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van CVA?

A

Ischemisch (85%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormen van CVA bestaan er?

A
  • Ischemisch

- Hemorrhagisch: intracerebraal vs. subarachnoïdaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen van ischemisch CVA bestaan er?

A
  • a. cerebri media infarct
  • a. cerebri anterior infarct
  • a. cerebri posterior infarct
  • a. cerebellaris inferior posterior infarct (Wallenberg syndroom)
  • a. cerebellaris inferior anterior infarct (lateraal pontien syndroom)
  • Lacunair syndroom (a. lenticulostriata)
  • Basilaire occlusie (vertebrobasillaire ischemie)
  • Watershed stroke
  • Pure motor stroke
  • Carotis syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kliniek van infarct van a. cerebri media?

A
  • Dominante hemisfeer: taalproblemen, afasie
  • Niet-dominante hemisfeer: hemineglect syndroom van contralaterale zijde
  • Contralaterale homonieme hemianopsie
  • Contralaterale hemiparese (armen en gezicht > benen)
  • Contralaterale hemihypoestesie
  • Dwangstand (naar Ipsilaterale kant), blikafwijking naar aangetaste kant.

–> Maligne media infarct = volledige occlusie van a. Cerebri media (80% mortaliteit) –> Verdrukking van ventrikel en middellijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kliniek van infarct van a. cerebri anterior?

A

• Contralaterale parese/ plegie benen
• Contalaterale hypo-estesie been
• Gedragsstoornissen
- urine incontinentie

-> bilateral infarct mogelijk bij anatomische variatie in bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het carotis syndroom?

A
  • Verstoring bloedstroom naar a. Cerebri media + anterior (door blokkade van a. Carotis interna)
  • Ipsilateraal monoculair visus verlies
  • Ipsilaterale horner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kliniek van infarct van a. cerebri posterior?

A

• Contralaterale homonieme hemianopsie met maculaire uitsparing –> Neglect aan niet-dominante kant (vaak gemist)
- Contralateraal sensorisch verlies
• Geheugenstoornis
- vertigo en misselijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kliniek van basillaris occlusie? (vertebrobasilaire ischemie)

A
o	Plotse coma 
o	Duizeligheid 
o	Evenwichtsstoornissen 
o	Hersenzenuwuitval --> oogmotoriek 
o	Quadriplegie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie van Locked-in syndroom?

A
  • Majeur CVA door occlusie van a. basilaris of massieve bloeding door hypertensie of vaatmalformatie
  • Patiënt is bewust, maar is quadriplegie –> Kan enkel verticale oogbewegingen doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definitie van Watershed stroke?

A

• Hersenischemie die plaatsvindt op kwetsbare zones tussen de weefsels voorzien door a. Cerebri anterior, media en posterior (eindtakken)
o Deze gebieden zijn het meest gevoelig aan hypoperfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definitie van Wallenberg syndroom?

A

Infarct van a. Cerebellaris inferior posterior (PICA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

KLiniek van syndroom van Wallenberg?

A
  • Ipsilaterale bulbaire palsie –> dysfagie, dystonie, hik, verminderde braakreflex
  • Ipsilaterale nystagmus en vertigo
  • Contralaterale daling in pijn en temperatuur sensatie
  • Ipsilaterale daling in pijn en temperatuurstensatie in aangezicht
  • Ipsilaterale lidmaat ataxie en dysmetrie
  • Ispilaterale horner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie lacunair syndroom?

A
  • = occlusie van een diepe penetrerende (perforerende) arterie
  • = meest voorkomende vorm van ischemisch CVA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kliniek van aantasting watershed zone tussen a. cerebri anterior and media?

A
  • Zwakte van de contralaterale poximale ledematen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kliniek van aantasting watershed zone tussen a. cerebri media and posterior?

A

Visuele dysfunctie

17
Q

Vormen van lacunair syndroom?

A

o Pure sensory stroke
o Sensorimotorische stroke
o Atactische hemiparese
o Clumsy hand dysarthrie

18
Q

Definitie TIA?

A

Tijdelijke, focale cerebrale ischemie die resulteert in reversibel neurlogisch deficiet zonder acuut infarct

19
Q

Kliniek van TIA?

A
  • Acute, transiënte focale neurologische symptomen
  • Typisch duren symptomen < 1 uur (vaak < 15 min)
  • Amaurosis fugax mogelijk
20
Q

Prognose TIA?

A

Verhogod risico om in de toekomst CVA te ontwikkelen

21
Q

Onmiddellijk bijkomend onderzoek bij ischemisch CVA?

A
  • CT hersenen blanco (< 3 u na klachten) –> doel = uitsluiten van intracraniële bloedingen voor toedienen van thrombolytica
  • (Perfusie CT zo > 3 uur)
  • Labo: Glucose, Hb, thrombocyten, INR (!!!) (zo nodig bloedgasanalyse)
22
Q

Behandeling ischemisch CVA?

A

Indien klachten < 4,5 uur geleden ontstaan + geen contra-indicaties voor thrombolyse:

  • Thrombolyse: alteplase 0,9 mg/kg met 10% als bolus en rest over 60 min
  • Zo occlusei van grote arteriën in cerebro —> intra-arteriële thrombectomie (< 6 uur)

–> Corrigeer BD tot < 185/110 mmHg zo thrombolyse!

23
Q

Risicofactoren voor ischemisch CVA?

A
  • Leeftijd > 65 jaar
  • Man > vrouw
  • Familiale voorgeschiedenis
  • voorgeschiedenis van TIA
  • Systemische hypertensie
  • Hyperlipidemie, diabetes, atherosclerose
  • obesitas, roken, druggebruik,
24
Q

Geef BD management in CVA?

A

Geen reperfusietherapie: BD < 220/ 120 mmHg –> geleidelijke daling met ongeveer 15% in eerste 24 u

Wel reperfusietherapie: BD < 185/110 mmHg voordien

25
Q

Wat is de diagnostische oppuntstelling voor ischemisch CVA?

A
  • Cardiale evaluatie: ECG, cardiale monitoring, echocardiografie
  • zo < 50 jaar en/of voorgeschiedenis van thrombose –> Thrombofilie screening
26
Q

Beeldvorming in ischemisch CVA?

A
  • CT blanco: na 12-24 uur: hypodens parenchym (donker)
  • MRI:
  • -> DWI (Diffusion-Weighted image): < 6 u: hyperintens letsel (wit)
  • -> T1-gewogen: 6-24u: hypointens (donker)
  • -> T2-gewogen: 6-24 u: hyperintens (wit)
27
Q

Welke zijn stroke mimics?

A
  • Epileptische aanval
  • Migraine aura –> meer gespreid beeld
  • Metabole encefalopathie (hypoglycemie)
  • Tumor
  • Encefalitis
  • Simulatie, conversie
  • Sepsis (infectie)
28
Q

Contra-indicaties voor thrombolyse bij ischemisch CVA?

A
  • > 4,5 uur na het begin van de klachten
  • Intracraniële bloeding
  • Ischemisch cerebrovasculair accident in de voorafgaande 2 maanden
  • Matig/ernstig hoofdtrauma in de voorafgaande 2 maanden
  • Intracraniële bloeding in voorgaande 3 maanden
  • Gastro-intestinale of urogenitale bloeding in de afgelopen 2 weken
  • Grote operatie in de afgelopen 2 weken
  • Actieve bloeding of traumatisch letsel (bijvoorbeeld fractuur)
  • Systolische bloeddruk ≥185 mmHg of diastolische bloeddruk ≥110 mmHg.
  • Gebruik van vitamine K-antagonist en INR >1.7
  • Trombocyten <100 x 109/L
  • Gebruik directe trombine- of factor Xa-remmer (direct oraal anticoagulantium; NOAC), en afwijkingen stollingsparameters of inname < 4 uur geleden
  • Gebruik LMWH in therapeutisch dosering
  • Glucose < 2,7 mmol/L als mogelijke oorzaak van de verschijnselen of > 22,0 mmol/L (hypo of hyperglycemie)