Aandoeningen van het ruggenmerg Flashcards

1
Q

Waarin wordt er een onderscheid gemaakt bij aantasting van het motorneuron?

A
  • Upper motor neuron letsels
    vs.
  • Lower motor neuron letsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kliniek van upper motor neuron letsels?

A
  • Zwakte of paralyse
  • Spasticiteit
  • Verhoogde peesreflex
  • Teken babinski +
  • Verlies van oppervlakkige abdominale reflexen
  • Geen of slechts beperkte spieratrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kliniek van lower motor neuron letsel?

A
  • Zwakte of paralyse
  • Hypotonie
  • Verlies van peesreflexen
  • Teken babinski = negatief
  • Normale abdominale reflexen (tenzij bijhorende neuronen aangetast zijn)
  • spieratrofie en fasciculaties in aangetaste spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bijkomende onderzoeken bij vermoede ruggenmergaantasting?

A
  • Beeldvorming: MRI + contrast
  • LP zo geïndiceerd
  • Labo: serologie, ACE, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie van cervicale spondylose?

A

Chronische cervicale discusdegeneratie met herniatie van discusmateriaal, secundaire calcificaties en osteofytvorming
–> leidt tot compressie –> vasculaire insufficiëntie –> recurrent mineur trauma aan ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kliniek van cervicale spondylose?

A
  • Pijn in hoofd (occipitaal) en/of nek: beperkte lateroflexie en rotatie van de nek.
  • Uitstralende radiculopathie in een of beide armen.
  • Zwakte of sensibele stoornissen volgens dermatoomverloop in een of beide armen.
  • Verminderde peesreflexen ~ aangetaste wortel(s) (LMN)
  • Indien myelopathie: upper motor neuron zwakte in een of beide benen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling van cervicale spondylose?

A

Heelkunde op indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vanaf een transectie boven welk niveau is ademhaling niet meer mogelijk?

A

C3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definitie van spinal shock?

A

Acuut verlies of vermindering van ruggenmergfunctie en reflexen na schade aan ruggenmerg –> neurologisch beeld variërend in de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kliniek van spinal shock?

A
  • Acuut: Hypotone paralyse met areflexie, volledig sensibiliteitsverlies en verlies van autonome functies onder het letsel (urinaire en fecale retentie, impotentie).
  • Herstel van spinale reflexactiviteit binnen 1-6 weken. Soms permanent.
  • Chronisch: Verhoogde reflexactiviteit met spastische para- of quadriplegie, vinnige reflexen, aanwezig teken van Babinski en flexor of extensorspasmen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Synoniem hemiletsel van ruggenmerg?

A

Brown-Séquard syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kliniek van Brown-Séquard syndroom?

A
  • Ipsilateraal: spastische paralyse en verlies van proprioceptie, vibratie en fijne tast
  • Contralateraal: verlies van pijn- en temperatuursensatie vanaf 1-2 segmenten onder het niveau
  • Ipsilateraal Horner syndroom bij letsel boven T1 (oculosympatische banen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke zijn vormen van demyeliniserende myelopathie?

A
  • ADEM

- MS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie van transverse myelitis?

A

Inflammatoire myelopahtie die resulteert in motorische, sensorische en autonome symptoen onder het niveau van het aangetaste segment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Etiologie van transverse myelitis?

A
  • Meestal idiopathisch
  • Parainfectieuze: EBV
  • CZS demyeliniserende stoornsisen: MS, ADEM
  • Systemische inflammatoire auto-immuun stoornissen
  • Paraneoplastisch syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kliniek van transverse myelitis?

A

Symptomen pieken tussen 4 u en 21 dagen

  • Motorische dysfunctie: parese, paralsyse, …
  • Sensorische dysfunctie: circumferentiele dysesthesie, rugpijn, radiculaire pijn
  • Autonome dysfunctie: urine en/of stoelgangincontinentie, seksuele dysfunctie, …
17
Q

hoe stelt men de diagnose van een transverse myelitis?

A
  • MRI hersenen en ruggenmerg met en zonder contrast –> focale, gadolinium-enhanced letsels in RM (T2 gewogen)
  • LP: pleiocytose en/of gestegen IgG index
18
Q

Differentieel diagnose van transverse myelitis?

A
  • Guillain-Barré syndroom

- Compressieve myelopathie

19
Q

Behandeling van transverse myelitis?

A
  • 1e lijns: onmiddellijk hoge dosis IV corticosteroïden

- 2e lijns: cyclofosfamide

20
Q

Kliniek van epiduraal abces?

A

o Zieke patiënt met koorts en malaise
o Rugpijn, pijn in distributie spinale zenuwwortel, hoofdpijn
o Snel progressieve paraparese, gevoelsstoornissen benen en sfincterstoornis

21
Q

Welke is de meest frequente verwekkers van epiduraal abces?

A

Staph. aureus

22
Q

Behandeling van epiduraal abces?

A
  • Chirurgische drainage

- Empirische antibioticatherapie: Vancomycine + Ceftriaxone

23
Q

Definitie van anterior cord syndroom?

A

aantasting van de a. spinalis anterior –> voorziet voorste 2/3 van het ruggenmerg

24
Q

Kliniek van anterior cord syndroom?

A

o Paraplegie/ quadriplegie onder niveau laesie
o Verlies van pijn- en temperatuursensatie onder niveau laesie
o Bewaarde proprioceptie en vibratie
o Mogelijke autonome dysfunctie: hypotensie, seksuele dysfunctie, sfincterstoornissen, …

25
Q

Oorzaak van anterior cord syndroom?

A
  • Ischemie: acute presentatie

- Aortapathologie

26
Q

Wat is een belangrijke oorzaak van deficiëntie myelopathie?

A

Vitamine B 12

27
Q

Definitie van pyramidaalbaan?

A

Route waarlangs vanuit de motorische hersenschors opdracht wordt gegeven om spier te activeren zodat geplande bewegingen daadwerkelijk worden uitgevoerd

28
Q

Definitie van extrapyramidale banen?

A
  • basale ganglia die ook een rol spelen in de motoriek
    EN
  • Cerebellum
29
Q

Kliniek van deficiëntie myelopathie?

A
  • Sensibiliteitstoornissen
  • Bipyramidaal syndroom
  • Ataxie
  • –> subacuut verloop