HC.IC week 7 Flashcards

1
Q

hoe kan je astma omschrijven?

A

soort interactie tussen host (gender, obesitas, genen) en omgeving (allergenen, luchtverontreiniging, infecties, roken, dieet, andere omgevingsfactoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke twee fenotypes heeft astma?

A
  • type 2 inflammatie
  • non-type 2 inflammatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is type 2 astma?

A

allergisch astma en eosinofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is non-type 2 astma?

A

neutrofiele astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de grootste groep astma binnen T2 inflammatie groep?

A

eosinofiel astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke cellen spelen grote rol bij eosinofiele T2 inflammatie?

A

Th2 cellen en ILC2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doen Th2 cellen en ILC2’s?

A

cytokines produceren: IL-4, IL-5, IL-9, IL-13 waardoor hele cascade aan inflammatie ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe werkt niet-eosinofiel/T2 astma?

A

Th17 en ILC3 maken IL-17 en IL-22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat past bij hypersonore percussie?

A

te veel lucht in long die achterblijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly