HC-CV Flashcards
1
Q
welke voorgeschiedenisvragen stel je bij hoestklachten?
A
- of ouders astma of atopie hebben
- moeder gerookt in zwangerschap
- constitutioneel eczeem –> astma
- gestoorde weerstand –> gecompliceerde LWI
2
Q
wat is atopie?
A
genetische aanleg voor allergieën
3
Q
waar kan je bij anamnese van hoest naar vragen?
A
- de aard van de hoest
- de duur van de hoest
- bijkomende klachten
4
Q
welke hoest aarden heb je?
A
- productieve (slijm) –> ontstekingsproces
- blaffend –> pseudo kroep (kinkhoest)
- nachtelijk –> decompensatio cordis
- hemoptoë (bloed) (kleinere slijmvlieslaesies maar je moet longcarcinoom uitsluiten)
5
Q
welke hoest duren heb je?
A
- kort –> LWI
- lang –> astma, COPD, brochiale hyperreactiviteit
6
Q
welke bijkomende klachten zijn er?
A
- brandend maagzuur
- dyspneu
- piepen
- koorts
- pijn bij hoesten
- langerdurende moeheid
- enkeloedeem
7
Q
hoe ontstaat groen sputum?
A
door enzym dat ontstaat bij uitelkaarvallen leukocyt
kan bij viraal en bacterieeel
8
Q
wat kan je qua bloedonderzoek meten?
A
- CRP = ontstekingswaarde
- allergietest
9
Q
A