alles tentamentraining Flashcards

1
Q

welke lagen kom je tegen in de glomerulus van bloed naar urine?

A
  • endotheel met negatief geladen glycoproteïne bevattende fenestrae
  • glomerulaire basaalmembraan bestaand uit collageen type IV, laminine en proteoglycanen/glycoproteine
  • podocyten waartussen ook fenestrae zitten met nephrines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe worden kleine eiwitten die wel worden gefiltreerd weer opgenomen?

A

in de PT worden deze of door fagocytose weer opgenomen of ze worden afgebroken tot aminozuren en zo opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in het geval van verlies van grootte selectiviteit (dus van podocyten), zitten er … eiwitten in de urine

A

kleine, maar vooral ook grote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in het geval van verlies van lading selectiviteit (dus van proteoglycanen), zitten er … eiwitten in de urine, zoals …

A

kleine, albumine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een quasi statische ademhaling?

A
  • heel langzaam geademd
  • de mond en de keel zijn geopend
  • druk in de trachea vrijwel gelijk is aan de buitenluchtdruk
  • geen drukverliezen over de trachea door het langzame ademen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in welke vorm komt arbeid vrij tijdens het uitademen?

A

elastische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe leidt diuretica tot een alkalose?

A

?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zorgt hypokaliëmie door hyperaldosteronisme voor metabole alkalose?

A

hyperaldosteronisme stimuleert de uitscheiding van K+ en stimuleert hiermee dus ook de opname van Na+. Hierdoor wordt de elektrochemische gradiënt versterkt , waardoor Na+ sterker wordt uitgewisseld met H+. Hierdoor wordt dus meer H+ uitgescheiden, wat resulteert in een metabole alkalose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er bij een acute alkalose om dat te compenseren?

A

de pH zorgt ervoor dat er geen fusie meer plaatsvindt in de alfa IC cellen van protonpompblaasjes met het apicale membraan en remt de activiteit van de protonpomp. hierdoor vindt er geen H+ excretie meer plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er bij een chronische alkalose om dat te compenseren?

A

er wordt een nieuw celtype gemaakt waarbij de polariteit van de alfa IC cel is omgedraaid: beta IC cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

natrium retentie gaat gepaard met …

A

zuursecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vagi intact:
hoog in pons laesie…
midden in pons laesie…
hoog in medulla laesie…
laag in medulla laesie…

A
  • ritme functioneert maar de finetuning niet helemaal zoals gewoonlijk maar nog enigszins oke
  • normaal vgm
  • ritme functioneert maar de finetuning niet helemaal zoals gewoonlijk
  • apneu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vagi doorgesneden:
hoog in pons laesie…
midden in pons laesie…
hoog in medulla laesie…
laag in medulla laesie…

A
  • relatief normaal
  • apneusis
  • gaat nog maar niet helemaal goed
  • apneu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verschil ureter en urethra

A

ureter van nier naar blaas
urethra vanaf blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn titreerbare zuren?

A

HPO4- > >creatinine > urinezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn niet-titreerbare zuren?

A

NH3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De alveoli in de longbasis hebben in rust een … volume

A

kleiner

18
Q

hoe bereikt de nervus vagus het abdomen (door welk gat)?

A

hiatus oesophageus

19
Q

door airtrapping … de TLC

A

verhoogt

20
Q

C0 opname van de long is zuiver … afhankelijk

A

diffusie

21
Q

Wat is de functie van de water reabsorptie in de verzamelbuis?

A

concentreren van de urine

22
Q

Tijdens een echografisch onderzoek kan ook de “color- doppler” techniek gebruikt worden .
Wat wordt er met deze techniek aanvullend afgebeeld tijdens een nieronderzoek?

A

doorbloeding van de nier

23
Q

als er om de soort stoornis wordt gevraagd en het is een metabole acidose met verhoogde anion gap

A

SCHRIJF DAN OOK DE VERHOOGDE ANION GAP OP

24
Q

wat is roflumilast?

A

fosfodiesterase remmer

25
Q

longdepositie afhankelijk van

A
  • deeltjesgrootte aerosol
  • luchtwegdiameter
  • inspiratoire flow
26
Q

Waarom metabole acidose kan niet respiratoir worden gecompenseerd?

A

ademhalingsspieren worden moe

27
Q

Waarom kan metabole alkalose niet respiratoir worden gecompenseerd?

A

pO2 werkt tegen want je gaat minder ademenen maar daardoor daalt pO2 waardoor je ademhalingsprikkel alsnog omhoog gaat

28
Q

wat voor zuurbase stoornis bij diabetes?

A

DKA= diabetische ketoacidose: lichaam niet genoeg insuline produceert om glucose in de cellen te krijgen voor energie, dus begint het vet af te breken voor energie, wat leidt tot de productie van ketonen. => metabole acidose.

29
Q

Bij longfibrose neemt de ademarbeid onder andere toe door … compliantie en … elastantie

A

afgenomen
toegenomen

30
Q

In het S1 segment van de proximale tubulus wordt glucose gereabsorbeerd door een … capaciteits- en … affiniteitssysteem waarbij
… glucose transport is gekoppeld aan Na+ opname in de verhouding … per glucose molecuul.

A

hoog
laag
apicaal
1 Na+ ion

31
Q

wat doet restrictieve longziekte en obstructieve longziekte met TLC?

A

restrictief = normaal of -
obstructief = +

32
Q

In welk gedeelte van een gezonde long vindt de meeste ventilatie plaats?

A

onderste longvolden

33
Q

ziektebeelden shunt

A

longontsteking
pneumothorax

34
Q

In welk deel van de ademcyclus wordt FRC bereikt?

A

begin inademen

35
Q

ziektebeelden dode ruimte

A

embolie
COPD/astma
(fibrose)

36
Q

insuline … de plasma [K] door … van het Na/K ATPase

A

verlaagt
activering

37
Q

zuurstoftekort –?

A

anaeroob metabolisme => verlaging pH => stimulatie ademcentrum

38
Q

In welke volgorde neemt onder fysiologische condities het aandeel van deze stoffen in het bufferen van de urine toe?

A

bicarbonaat, fosfaat, ammonium

39
Q

BIJ OPEN VRAGEN OVER ZUURBASE STOORNIS

A

ANION GAP

40
Q

fev1

A

mate van obstructie

41
Q
A