H8.2: Microscopische anatomie: nier- en urinewegen Flashcards

1
Q

welke nier zit lager?

A

de rechter, want de lever drukt die naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zie je bij hele jonge nieren dat je niet bij volwassen nieren ziet?

A

feutale lobulatie: nier bestaat nog uit lobi, maar 7% van volwassen mensen heeft nog steeds lobulaire nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar zitten glomeruli?

A

in de cortex van de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn glomeruli?

A

de vaatjes waar de perfusie plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie van nieren

A
  • filtratie en secretie afvalstoffen uit bloed
  • regulatie van zout- en waterhuishouding (bloeddruk, zuur-base balans)
  • hormoonproductie (renine, epo, activatie vitamine D3)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat voor cellen bevat de proximale tubulus (dus die net afvoert uit de glomerulus)?

A

microvilli; werken oppervlaktevergrotend, NIET vervoerend zoals in bronchi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar zitten de macula densa cellen?

A

aan de rand van de afferente arteriole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarmee is capillair bekleed?

A

endotheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat voor cellen zijn podocyten?

A

epitheliale cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zit mesangium?

A

binnen in glomerulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is functie mesangium?

A
  • glomerulus bij elkaar houden
  • hydrostaische druk regulerende contractie
  • fagocytose van moleculen in glomerulaire basale membraan
  • imuunregulatie cytokines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardoor wordt renine geproduceerd?

A

juxtaglomerulaire cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het histomorfoligische verschil tussen proximale en distale tubuli?

A

proximaal is rond met basale kern en schuimeriger, distaal meer afgeplat en strak en geordend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar zitten podocyten

A

op basaalmembraan als een inktvis met voetjes die met de voetjes van andere podocyten in verbinding staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarvoor zorgen podocyten

A

dat eiwitten binnen blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een eigenschap van endotheel?

A

gefenestreerd (dus met gaatjes erin voor transport)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waaruit bestaat het glomerulaire basaalmembraan?

A
  • collageen IV
  • laminine
  • proteoglycanen
18
Q

wat zit tussen podocyt voetjes?

A

slit diaphragma, heel dun lijntje

19
Q

wat is de fysieke barrière van glomerulaire basaalmembraan?

A
  • collageen IV
  • laminine
20
Q

waarvoor zorgen proteoglycanen van glomerulaire basaalmembraan?

A

negatieve lading

21
Q

waarom is glomerulaire basaalmembraan negatief geladen?

A

zodat negatieve moleculen binnen blijven

22
Q

waar wordt de meeste voorurine geresorbeerd?

A

proximale tubulus

23
Q

wat wordt geresorbeerd in de proximale tubulus?

A
  • 60% H2O en ionen
  • glucose
  • mineralen
  • aminozuren
  • vitaminen
  • eiwitten (< 70 kDa)
24
Q

wat doet de proximale tubulus nog meer?

A
  • secretie organische ionen (choline en creatinine
  • metabolisme vitamine D
25
Q

hoe is proximale tubulus bekleed?

A

microvilli

26
Q

waarvan bevat proximale tubulus veel?

A

mitochondria

27
Q

wat is de eerste cel bij de nier die dood zal gaan door mindere doorbloeding?

A

proximale tubulus: deze heeft meeste energie nodig (denk aan de vele mitochondria)

28
Q

heeft de distale tubulus microvilli?

A

nee

29
Q

wat zit tussen tubuli?

A

capillairen want de opgenomen stoffen moeten ergens naartoe

30
Q

waar verandert lis van henle in distale tubulus?

A

net na glomerulaire apparaat

31
Q

wat is functie distale tubulus?

A
  • resorptie NaCl
  • secretie H+ en NH4+
  • regulatie zout-water balans
32
Q

hoe ziet distale tubulus eruit?

A

kernen als oma’s kralenketting er omheen

33
Q

zijn er meer distale of proximale tubuli?

A

proximale

34
Q

functie verzamelbuis

A
  • resorptie H2O en NaCl
  • secretie H+
  • absorptie HCo3-
35
Q

hoe herken je histomorfologisch verzamelbuis?

A

de celmembranen zijn heel erg goed te zien en mooi geordend, want de verzamelbuis wil ervoor zorgen dat alles wat erin zit erin blijft

36
Q

wat doet juxtaglomerulaire apparaat (JGA)?

A

reguleren zout-water balans
reguleren glomerulaire filtratiedruk
productie renine
reguleren renale doorstroming en glomerulaire filtratie

37
Q

waaruit bestaat JGA?

A
  • macula densa (stukje van distale tubulus)
  • arteriole (afferent)
  • juxtaglomerulaire cellen
38
Q

uit welke lagen bestaat ureter van binnen naar buiten?

A
  • urotheelcellen
  • muscularis laag
  • adventitia
39
Q

uit welke lagen bestaat de urineblaas van binnen naar buiten?

A
  • urotheel
  • lamina propria (mucosa) met muscularis mucosae
  • muscularis detrusor/muscularis propria
  • peri-vesicaal vetweefsel
40
Q

urotheel

A
  • 7 lagen
  • hoog cilindrisch
  • paraplucellen aan oppervlak die beschermend werken
41
Q

welke drie kleuringen?

A
  • H&E= haematoxyline en eosinofiele kleuring
  • PAS+
  • Jones= zilver kleuring (mesengium heel donker)
42
Q
A