HC3.3 Flashcards

1
Q

Wanneer wordt een uitslag morbilliform genoemd?

A
  • als het grofvlekkig is, zoals uitslag van mazelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer wordt een uitslag rubelliform genoemd?

A
  • als het fijnvlekkerige exanthemen zijn (rubella)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is enantheem?

A

Uitslag op de slijmvliezen (mond, maag, darm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn oorzaken van exantheem?

A
  • infecties: bacterieel of viraal
  • niet-infectieus: allergie, auto-immuunziekte, vasculitiden
  • overige
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke anamnestische gegevens zijn van belang voor het stellen van een juiste diagnose bij exantheem?

A
  • leeftijd
  • voorafgaande contacten met een besmettelijke ziekte
  • vaccinatiestatus
  • seizoensinvloed
  • exanthematische ziekten in de voorgeschiedenis
  • het gebruik van geneesmiddelen
  • aanwezigheid van koorts
  • bijkomende klachten en symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is leeftijd een belangrijk anamnestische gegeven bij het stellen van een diagnose bij exantheem?

A
  • klassieke exanthemen (rubella, morbili) komen vooral voor bij oudere kinderen
  • exanthemen door infecties met enterovirussen bij jongere kinderen
  • exanthema subitum bij zuigelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is voorafgaande contacten met besmettelijke ziekte van belang bij het stellen van een diagnose bij exantheem?

A
  • respiratoire virussen en enterovirussen hebben een incubatietijd van enkele dagen
  • waterpokken en rubella hebben een incubatietijd van 14 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is vaccinatiestatus een belangrijk anamnestische gegeven bij het stellen van een diagnose bij exantheem?

A

Afhankelijk van de vaccinatiestatus van een kind zullen bepaalde ziekten veel minder waarschijnlijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is seizoensinvloed een belangrijk anamnestische gegeven bij het stellen van een diagnose bij exantheem?

A
  • mazelen, waterpokken en rode honden worden vooral in winter en lente gezien
  • infecties met enterovirus worden vooral in zomer en herfst gezien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is de ‘bijkomende klachten en symptomen’ een belangrijk anamnestische gegeven bij het stellen van een diagnose bij exantheem?

A
  • luchtweginfectie en conjunctivitis bij mazelen
  • hoge koorts in voorafgaande dagen bij exanthema subitum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zijn de klassieke exanthemen gerangschikt?

A
  • 1e ziekte
  • 2e ziekte
  • 3e ziekte
  • 4e ziekte
  • 5e ziekte
  • 6e ziekte
  • geen nummer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

1e ziekte

A

Mazelen / Morbili

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2e ziekte

A

Roodvonk / Scarlatina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3e ziekte

A

Rode hond / Rubella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4e ziekte (afgevallen want variant van rubella)

A

Morbus Filatov Dukes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

5e ziekte

A

Erythema infectiosum

17
Q

6e ziekte

A

Exanthema subitum / Roseola infantum

18
Q

Geen nummer

A

Waterpokken / Varicella

19
Q

Verwekker 1e ziekte (mazelen/morbili)

A

Paramyxovirus

20
Q

Verwekker 2e ziekte (roodvonk/scarlatina)

A

Streptococcus pyogenes (groep A ß-hemolytisch)

21
Q

Verwekker 3e ziekte (rode hond/rubella)

A

Togaviridae, genus rubivirus

22
Q

Verwekker 5e ziekte (erythema infectiosum)

A

Parvovirus B19

23
Q

Verwekker 6e ziekte (exanthema subitum/roseola infantum)

A

Humaan-Herpesvirus 6/7 (HH-6/HH-7)

24
Q

Verwekker geen nummer (waterpokken/varicella)

A

Varicella zoster virus (HHV-3)

25
Q

Hoe staan de klassieke exanthemen (1e-6e ziekte + geen nummer) bekend?

A

Als kinderziektes

26
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van niet-klassieke exanthemen?

A
  • viraal exantheem eci
  • mononucleosis infectiosa
    Acropapulovesiculeus syndroom / Gianotti crostissyndroom
  • hand-, voet- en mondziekte
  • erythema multiforme
  • Ziekte van Kawasaki
27
Q

Mazelen (Morbilli)
- wat is de voorkeursleeftijd?
- hoe verspreidt het zich?
- wat is de incubatietijd?
- wanneer is de ziekte besmettelijk?
- symptomen?
- wanneer begint het exantheem en hoe ziet het eruit?
- waar begint het exantheem en hoe verspreidt het zich, wat ontstaat daarbij?
- wat gebeurt er met de huiduitslag na enkele dagen?
- hoe uit het enantheem zich?
- wie zijn risicogroepen voor ontwikkelen van mazelen?
- hoe vindt diagnostiek plaats?
- meldingsplichting?

A
  • 6 maanden tot 4 jaar
  • aerogeen respiratoire route
  • 8-14 dagen
  • vanaf 4 dagen voor aanvang van de prodromale fase tot 4 dagen na ontstaan van exantheem
  • koorts, conjunctivitis, rhinitis, hoesten
  • na 3-7 dagen, is grofvlekkig, confluerend, maculopapuleus
  • op het hoofd (achter oren) naar romp en ledematen, ontstaat daarbij hoge koorts
  • de huiduitslag verbleekt
  • in witte vlekken op mondslijmvlies -> Koplik-vlekken
  • kinderen < 1j of pasgeborenen van niet-immune moeders
  • middels IgM-antistoffen
  • meldingsplichtige ziekte groep B2 -> constatering/vermoeding van mazelen binnen 24u vermelden
28
Q

Wat zijn dus typische kenmerken voor mazelen?

A

Flinke griep (hoesten, koorts, rhinoconjunctivitis), exantheem (morbilliform) en Koplik-vlekken in de mond

29
Q

Roodvonk (scarlatina)
- wat is de voorkeursleeftijd?
- hoe vindt verspreiding plaats?
- wanneer is het besmettelijk?
- symptomen?
- wanneer ontstaat exantheem en hoe ziet het eruit, hoe verspreidt het zich over het lichaam?
- hoe uit het enantheem zich?
- wat is ook een typisch kenmerk van roodvonk?
- risicogroepen?
- hoe wordt diagnose gesteld?
- wat is het beleid?
- meldingsplichtig?

A
  • 2-10 jaar
  • aerogene respiratoire route
  • voor aanvang van eerste klachten tot huidafwijkingen weer verdwenen zijn
  • abrupte koorts, tekenen van keelontsteking, gezwollen cervicale klieren
  • op de 2e dag, is puntvormig, rood en ruw, verspreidt vanaf borst naar gehele lichaam, vooral oksels en liezen
  • met beslag op tonsillen, rode farynxbogen en frambozentong/aardbeientong
  • bleekheid rond de mond (periorale bleekheid, narcosekapje)
  • kinderen met anatomische afwijkingen in KNO-gebied en kinderen met syndroom van Down
  • aan de hand van het klinische beeld
  • expectatief
  • geen meldingsplichtige ziekte
30
Q

Wat zijn dus typische kenmerken voor roodvonk?

A
  • ziek zijn met koorts en tonsillitis (focus op streptokokken)
  • exantheem is puntvormig, rood en ruw, wat zich verspreidt van borst naar gehele lichaam, vooral oksels en liezen
  • exatheem wordt gevolgd door vervelling
  • enantheem uit zich in beslag op tonsillen, rode farynxbogen en frambozentong
31
Q

Rubella (rode hond)
- wat is de voorkeursleeftijd?
- hoe vindt verspreiding plaats?
- wat infecteert rubella en hoe verspreidt het zich door het lichaam?
- symptomen?
- hoe ziet het exantheem eruit en hoe verspreidt het zich?
- hoe uit het enantheem zich?
- risicogroepen?
- de ziekte kan overgedragen worden op foetus, hoe heet het dan?
- hoe vindt diagnostiek plaats?
- meldingsplichtig?

A
  • 6-12 jaar
  • aerogene respiratoire route
  • het lymfoide weefsel van nasopharynx en bovenste luchtwegen -> verspreidt systemisch naar meerdere organen, waaronder placenta
  • BLWI, karakteristieke lymfadenopathie die 1 dag voor exantheem ontstaat
  • kleinvlekking en maculopapuleus, beginnend in gelaat verspreidt naar romp, exantheem wordt confluerend tot grotere vlekken
  • in kleine rode vlekjes op palatum molle
  • zwangeren, voornamelijk in 1e trimester
  • congenitaal rubella syndroom
  • via IgG-antistoffen tegen rubellavirus
  • meldingsplichtige ziekte in groep B2
32
Q

Wat zijn dus typische kenmerken voor rubella?

A
  • bovenste luchtweginfectie met karakteristieke lymfadenopathieen van hals, nek en achter oor
  • exantheem begint kleinvlekkig maculopapulair op gelaat, hierna confluerend tot grotere vlekken op romp
  • enantheem uit zich in kleine rode vlekjes op palatum molle
33
Q

Erythema infectiosum (5e ziekte)
- wat is de voorkeursleeftijd?
- hoe is de verspreiding?
- wanneer is het besmettelijk?
- wat zijn de symptomen?
- hoe zien de exanthemen eruit en hoe verspreiden ze zich?
- wat is kenmerkend voor erythema infectiosum?
- hoe uit enantheem zich?
- risicogroepen?
- meldingsplicht?

A
  • 4-10 jaar
  • aerogene respiratoire route
  • vanaf 1 week voor symptomen en het is seizoensgebonden
  • koorts, algehele malaise, soms gewrichtspijnen
  • roze/rood, fijnvlekking, wegdrukbaar en maculapapuleus, in gelaat, de strekzijde van ledematen en soms op billen en romp. Eerst scherp begrensd, later confluerend met centrale verbleking (guirlandes)
  • slapped cheeks (rode wangen)
  • geen enantheem
  • niet-immune zwangeren
  • geen meldingsplicht
34
Q

wat zijn dus typische kenmerken voor erythema infectiosum?

A
  • eerst rode wangen daarna exantheem
  • in de mond geen afwijkingen
  • ziekteverschijnselen zijn mild (maar erg besmettelijk)
35
Q

Exanthema subitum (6e ziekte)
- voorkeursleeftijd?
- hoe gaat de verspreiding?
- symptomen?
- hoe ziet de exantheem eruit, hoe verspreidt het zich?
- hoe uit enantheem zich?
- risicogroepen?
- diagnostiek?
- beleid?

A
  • 3 maanden tot 3 jaar
  • aerogene respiratoire route
  • abrupt hoge koorts (40) gedurende enkele dagen, zonder overige klachten
  • kortdurend fijnvlekking exantheem, gekenmerkt door kleine roze lenticulaire vlekjes, licht confluerend, beginnend op romp later op armen
  • geen enanthemen
  • patienten met verminderde immuniteit
  • mogelijk middels serologie, maar dit is geen routine
  • beleid is afwachtend
36
Q

Waterpokken (varicella)
- voorkeursleeftijd?
- verspreiding?
- wanneer besmettelijk?
- symptomen?
- hoe uit het exantheem zich?
- hoe uit het enantheem zich?
- risicogroepen?
- hoe wordt diagnose gesteld?
- meldingsplicht?

A
  • 0 - 4 jaar
  • aerogene respiratoire verspreiding en via huidlaesies
  • vanaf 1 tot 2 dagen voor aanvang van klachten tot 5 dagen na ontstaan van exantheem
  • lichte koorts, malaise, exantheem met jeukklachten
  • uit zich in maculae op romp, gelaat en behaarde hoofdhuid. De maculae gaan over in papels en daarna in vesikels, de vesikels gaan kapot en drogen in met crustae (jeuk)
  • enantheem uit zich in vesikels of ulcera op mondslijmvlies
  • immuungecompromitteerde patienten, pasgeborenen en zwangeren
  • meestal klinisch
  • geen meldingsplicht