HC3.1 Flashcards
1
Q
Wat is de meest dodelijke huidziekte?
A
Melanoom (vorm van huidkanker)
2
Q
Wat zijn de 4 functies van de huid?
A
- barrierefunctie: bescherming tegen invloeden van buitenaf en vasthouden van water
- temperatuur regulatie (via zweten)
- doorgeven van signalen: pijn, tast, warmte, kou
- vitamine D aanmaak: previtamine D wordt in de lever of nier omgezet in vitamine D
3
Q
- hoelang leeft een gezonde huidcel?
- hoelang leeft een huidcel bij psoriasis?
- wat is het gevolg hiervan bij psoriasis?
A
- 28 dagen
- 7 dagen
- verschilfering van de huid
4
Q
- uit welke lagen bestaat de huid?
A
- Epidermis (opperhuid)
- (Epidermis en dermis gescheiden door basaalmembraan)
- Dermis (lederhuid)
- Subcutis
5
Q
- uit welke lagen bestaat de epidermis?
A
- stratum corneum
- stratum lucidum
- stratum granulosum
- stratum spinosum
- stratum basale
6
Q
- uit welke lagen bestaat de dermis?
A
- stratum papillare
- stratum reticulare
7
Q
- welke 2 soorten melanine bestaan er?
A
- eumelanine & phenomelanine
8
Q
- welke acroniem wordt er gebruikt bij het beschrijven van huidaandoeningen?
- waar staat het voor?
A
PROVOKE
- Plaats
- Rangschikking
- Omvang: aantal en vorm
- Vorm
- Omtrek: (on)scherp
- Kleur
- Efflorescenties: primair of secundair
9
Q
- welke termen worden er gebruikt bij Rankschikking (PROVOKE)?
A
- gegroepeerd, gedissemineerd, diffuus, discreet, reticulair, confluerend, folliculair, solitair, circumscript, regionaal, sigmentaal gegeneraliseerd, universeel
10
Q
- hoe noem je de afwijking als die slechts 1 plek betreft?
- wat is een circumscripte/regionale afwijking?
- wanneer noem je het gedissemineerd?
- wat is een diffuse afwijking?
- wat is een segmentale afwijking?
A
- solitaire afwijking
- betreft 1 been/lichaamsdeel, uitsluitend aan 1 zijde van het lichaam
- wanneer er verspreid over de huid afwijkingen zitten, met nog gewone huid ertussen
- hele huid aangedaan
- een bepaald gebied aangedaan
11
Q
- waar wordt er onderscheid tussen gemaakt bij de Vorm (PROVOKE)?
A
- rond (erythemateus)
- ovaal
- veelhoekig (polygonaal)
- veelbochtig (polycyclisch)
- lineair
- ringvormig (annulair)
- schietschijf (kokarde)
12
Q
- waar wordt er naar gekeken bij de Omtrok (PROVOKE)?
A
- lijnscherp begrensd
- scherp begrensd
- matig begrensd
- onscherp begrensd
13
Q
- wat wordt er bij Kleur (PROVOKE) beschreven?
A
- eerst de huidskleur van patient: type I (bleek) t/m type VI (zwart)
14
Q
Primaire effluroscenties zijn de eerste en meest kenmerkende huidlaesies van een huidafwijking.
Welke vormen hiervan zijn er?
A
- erytheem: roodkleuring van de huid
- macula: verandering van huidskleur in niveau van huid (hyper- hypopigmentatie, depigmentatie, erytheem)
- papel: bobbel op/in de huid
- nodulus: circumscripte palpabele weerstand in cutis of subcutis, al dan niet boven de huid verheven
- urtica: snel opkomende, jeukende, scherp omschreven bulten in de huid
- vesikel: klein blaasje
- pustel: met pus gevuld blaasje
15
Q
Secundaire efflorescenties ontstaan later in de tijd, door andere afwijkingen. Ze ontstaan door invloeden van buitenaf.
Welke vormen van secundaire efflorescenties zijn er?
A
- squamae (schilfers)
- crusta (ingedroogde secreties met korstjes)
- excoriaties (krabeffecten)
- ulcus (defect van de huid)
- lichenificatie (dikkere huid)
- fissuur (kloof of scheur)