HC1.7 Flashcards
1
Q
- wat is granulomateuze polyangiitis?
A
- een systemische vasculitis van de kleine vaten
2
Q
- wat wordt er aangetast bij granulomateuze polyangiitis?
A
- eerst de bovenste en onderste luchtwegen, later andere organen, voornamelijk de nieren
3
Q
- welke 3 varianten van ANCA geassocieerde vasculitis zijn er?
A
- GPA: granulomateuze polyangiitis
- EGPA: eosinofiele granulomateuze polyangiitis
- MPA: microscopische polyangiitis
4
Q
- waar zijn ANCA-antistoffen tegen gericht?
A
- tegen antigenen die zich bevinden in het cytoplasma van de neutrofiele granulocyten
5
Q
- wat zijn symptomen van GPA?
A
- niet-specifieke ziekteverschijnselen: koorts, algehele malaise, gewichtsverlies, spierpijn
- specifieke symptomen: bovenste luchtwegproblemen -> rhinitis, zweertjes en korstjes in neus, neusuitvloed, septumperforatie, zadelneus, recidiverende sinusitiden, lanryngotracheale betrokkenheid
- pulmonale klachten: hoesten, bloed opgeven, pleuritis
- nierproblemen
- oogafwijkingen
- neurologische afwijkingen
- huidafwijkingen
- hartafwijkingen
6
Q
- hoe kan de diagnose GPA gesteld worden?
A
- aan de hand van de gepresenteerde symptomen in combinatie met een positieve ANCA test (c-ANCA/PR3) en C5a is vaak verhoogd
7
Q
- hoe wordt GPA behandeld?
A
- huidige behandeling: rituximab (remt vorming nieuwe plasmacellen) & anti-C5a therapie (remt ontsteking door verhoogde concentratie C5a)