HC2.1 Flashcards

1
Q
  • hoe noem je een longontsteking die buiten het ziekenhuis wordt opgelopen?
  • hoe noem je een longonsteking die in het ziekenhuis wordt opgelopen?
A
  • community-acquired pneumonia (CAP)
  • nosocomiale pneumonie (hospital-acquired pneumonia (HAP))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • wat is de pathogenese van pneumonie?
A
  • bacterie dringt binnen in alveoli -> gaat zich vermeerderen -> alveolaire macrofaag probeert infectie te klaren mbv productie van cytokinen -> neutrofiele granulocyten worden aangetrokken -> in alveoli vindt aanmaak van alveolair exsudaat plaats -> zorgt voor belemmering van gasuitwisseling in de alveoli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • waar bestaat alveolair exsudaat onder andere uit?
A
  • uit debris van de bacterie en neutrofiele granulocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • waaruit bestaat de belangrijkste afweer in de luchtwegen?
A
  • innate afweermechanismen
  • humorale immuunsysteem: antistoffen (IgG)
  • cellulaire immuunsysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 innate afweermechanismen zijn er in de luchtwegen?

A
  • hoestreflex
  • mucociliaire klaring: slijm en trilharen verplaatsen de micro-organismen naar boven
  • antimicrobiële eigenschappen van het mucosale oppervlak (secretoir IgA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • wat zijn symptomen van een pneumonie?
A
  • koorts, hoesten, dyspneu, pijn en vermoeidheid/malaise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • welke 2 typen ziekteverwekkers van pneumonieën worden onderscheid, en wat is het verschil tussen deze 2 typen?
A
  • typische verwekker: becta-lactam gevoelig & zichtbaar op een gramkleuring/kweek
  • atypische verwekker: beta-lactam resistent & kan niet worden aangetoond met klassieke diagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • wat zijn de grootste typische ziekteverwekkers van pneumonie?
A
  • S. Pneumoniae 40%
  • h. Influenza 10%
  • s. Aureus 5%
  • moraxella catarrhalis
  • Klebsiella
  • E. Coli
  • anaeroben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de grootste atypische ziekteverwekkers van pneumonie?

A
  • Mycoplasma 8%
  • Legionella 5%
  • Chlamydia pneumoniae 1%
  • Chlamydia psitacci 1%
  • Coxiella burnettii
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • wat zijn veelvoorkomende virale verwekkers van pneumonie?
A
  • Influenza A/B
  • SARS-CoV-2
  • Parainfluenzavirus
  • Adenovirus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • wat is er bij LO passend bij een pneumonie?
A
  • crepitatis
  • verscherpt ademgeruis (bij ernstig pneumonie)
  • gedempte percussie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • met welke model wordt een inschatting gedaan van de ernst van de ziekte (pneumonie)?
A
  • Pneumonia Severity Index (PSI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • wat is een relatief eenvoudige methode om de ernst van de pneumonie te beoordelen?
A
  • CURB-65 score
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • waar staat CURB-65 voor?
A
  • Confusion
  • Ureum > 7
  • Respiratoire frequentie = AF > 28/min
  • Bloeddruk: systolisch < 90 of diastolisch <60 mmHg
  • 65 = ≥ 65 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • hoe moet de patiënt behandeld worden aan de hand van de CURB-65 score?
A
  • 0-1 punt: patiënt kan thuis behandeld worden
  • 2 punten: opname op de verpleegafdeling geïndiceerd
  • ≥ 3 punten: langere opname, mogelijk op de ICU, geïndiceerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • wat is de behandeling voor pneumonie?
A
  • antibiotica
17
Q
  • wat voor antibiotica wordt er gegeven aan de hand van de CURB-65 score?
A
  • 1-2 punten: amoxicilline
  • 3-5 punten: op IC -> Augmentin en ciprofloxacine of monotherapie mocifloxacine/levofloxacine. Buiten IC -> cefalosporine
18
Q
  • wat is de duur van de behandeling per verwekker?
A
  • s. Pneumoniae: 5 dagen
  • s. Aureus: min 14 dagen
  • m. Pneumoniae: min 14 dagen
  • Legionella: 10 dagen
19
Q

Wat is empyeem?

A

Geïnfecteerd pleuravocht

20
Q
  • wat kan er als behandeling van het pleuravocht uitgevoerd worden?
A
  • een punctie of drainage
21
Q
  • wat wordt er gedaan en gemeten bij een pleurapunctie?
A
  • gramkleuring gedaan & pH wordt gemeten
22
Q
  • wat voorspelt een pH ≤ 7,2 bij een pleurapunctie?
A
  • lokettering: pockets in het longweefsel die worden afgesloten door fibrinedraden, komt vaak voor bij empyeem
23
Q
  • wanneer is een drainage nodig?
A
  • pH < 7,2
  • empyeem
  • loketterin
  • grote hoeveelheden vocht