HC1.5 Flashcards
1
Q
- wat is het syndroom van Sjögren?
A
- een gegeneraliseerde auto-immuunziekte met betrokkenheid van de traanklieren en speekselklieren
2
Q
- wat zijn de symptomen van het syndroom van Sjögren?
A
- dagelijkse hinderlijke last van ogen (branderig, zandkorrelgevoel, rode, vermoeiende ogen)
- dagelijkse hinderlijke last van mond (droge mond, moeten drinken bij eten (cracker sign))
- gewrichtspijn of -ontsteking, spierpijn, moeheid, algehele malaise, droge huid, neus of vagina (50%)
- polyneuropathie, leukopenie, fenomeen van Raynaud en vasculitis (25-50%)
- non-Hodgkin lymfoom, antifosfolipidensyndroom, schildklierziekte, carpaal tunnelsyndroom (5-25%)
3
Q
- wat is de pathogenese van het syndroom van Sjögren?
A
- auto-antistoffen zijn gericht tegen de vochtproducerende klieren in het lichaam, in eerste instantie is er verminderde functie van de traan- en speekselklieren, later ontstekingen in de klieren, wat leidt tot verlittekening en destructie van de klieren.
4
Q
- hoe wordt het syndroom van Sjögren gediagnosticeerd?
A
- met de ACR-EULAR 2017 criteria
5
Q
- uit welke onderdelen bestaat de ACR-EULAR 2017 criteria?
A
- lipbiopt: 3 punten bij een focusscore van 1 of groter
- aanwezigheid van anti-SS-A antistoffen: 3 punten bij aanwezigheid van antistoffen
- Schirmertest: 1 punt bij een uitslag van < 5 mm
- Bengaalsroodkleuring: 1 punt bij een score van 5 of hoger
- ongestimuleerde speekselvloed: 1 punt bij speekselvloed < 0,1 mL/min
6
Q
- wat is de behandeling voor het syndroom van Sjögren?
A
- lokale behandeling: substitutie van vocht (kunsttranen, kunstspeeksel), stimulatie van exocriene klieren met M3R agonisten bv pilocarpine, behandeling van opgetreden complicaties
- systemische behandeling: vastleggen van ziekteactiviteit mbv ESSDAI, hydroxychloroquine, corticosteroïden, corticosteroïdsparede middelen, nieuwere middelen