HC2.7 Flashcards

1
Q
  • wat zijn 5 risicofactoren voor het oplopen van een lagere luchtweginfectie?
A
  • kinderen < 5j & bejaarden > 65j
  • chronische longaandoening, zoals ernstig astma, CF en een beademingslong
  • hypotonie en/of aspireren, vooral bij geestelijk gehandicapten
  • immuundeficienties (primair of secundair)
  • congenitale afwijkingen aan hart en/of longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is bronchiolitis?

A

Een acute virale luchtweginfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar wordt bronchiolitis meestal door veroorzaakt?

A

Respiratoir syncytieel virus (RSV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • wat laat de kliniek van een bronchiolitis vaak zien?
A
  • vaak aansluitend aan een verkoudheid
  • komt veel voor bij kinderen < 1j
  • subfebriele/matige verhoging
  • snel progressieve dyspnoe (binnen uren) met subcostale en intercostale intrekkingen
  • crepitaties en piepen (duidt op obstructie van de perifere luchtwegen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • wat zijn risicogroepen voor bronchiolitis?
A
  • zuigelingen < 2 maanden
  • kinderen met nauwe luchtwegen: ex-prematuren, bronchopulmonale dysplasie (beademingslong), aangeboren hartafwijking met links-rechts shunt, zeldzame aangeboren longafwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom hebben zuigelingen < 2 maanden met bronchiolitis kans op apnoe?

A

Als hun pO2 daalt, gaan ze niet automatisch dieper ademhalen omdat hun ademhalingscentrum nog niet rijp is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • hoe vindt diagnostiek van bronchiolitis plaats?
A
  • RSV PCR-sneltest op het neusspoelsel & transcutane meting van de zuurstofsaturatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • wat voor therapie kan er gegeven worden voor bronchiolitis?
A
  • luchtwegverwijders (salbutamol)
  • ondersteunend -> zuurstof en/of vocht suppletie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een pneumonie?

A

Een ontstekingsproces van de long waarbij de alveoli betrokken zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen pneumonie en bronchiolitis?

A

Bij bronchiolitis zijn de alveoli niet primair betrokken, bij pneumonie wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de algemene WHO-criteria voor een pneumonie?

A
  • koorts en hoesten
  • rhonchi en crepitaties
  • tachypneu
  • leukocytose (> 10 x 10^9/L) -> differentie: > 15% staven (linksverschuiving)
  • consolidatie op de X-thorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn symptomen van pneumonie?

A
  • tachypnoe 90%
  • koorts 80%
  • auscultatieafwijkingen 75%
  • hoesten 70%
  • laboratoriumafwijkingen 70%
  • combinatie van gedempte percussie, crepitaties bij auscultatie en verhoogde stemfremitus (voelen van de stemgeleiding) 30%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • wat is wereldwijd de meest voorkomende bacteriele verwekker van pneumonie?
  • wat is in NL de meest voorkomende bacteriele verwekker van pneumonie?
  • wat zijn andere veelvoorkomende bacteriele verwekkers?
A
  • Mycobacterium tuberculosis
  • S. Pneumoniae
  • Mycoplasma, Haemophilus infuenzae, Moraxella catarrhalis, Staphylococcus aureus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • wat zijn de meest voorkomende virale verwekkers van pneumonie?
A
  • respiratoir synctieel virus (RSV), parainfluenzavirus, influenzavirus, adenovirus, humaan metapneumovirus, SARS-CoV-2 virus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • welke soort verwekker (bacterie/virus) komt het meest voor bij een leeftijd van <3 maanden, 3 maanden - 5 jaar, > 5 jaar?
A

< 3 maanden: bacterie ++++, virus +
3 maanden - 5 jaar: bacterie ++, virus +++
> 5 jaar: bacterie ++++, virus ++

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • wat voor behandelingen worden er gegeven bij pneumonie?
A
  • antibiotica
  • zuurstof
  • voeding/vocht
17
Q
  • welke antibiotica wordt gegeven bij kinderen < 5 j met pneumonie?
A
  • amoxicilline (ß-lactam antibioticum)
18
Q
  • welke antibiotica wordt gegeven bij kinderen > 5 j met pneumonie?
A
  • claritromycine of azitromycine (macrolide)