H8.4 Flashcards

1
Q

Radiologie

A
  • Stralingsbronnen van buitenaf
  • Morfologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nucleaire geneeskunde

A
  • Zelf stralingsbron
  • Metabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Buikoverzichtsfoto

A
  • Conventioneel röntgenonderzoek
  • Projectie in 1 richting
  • Weinig details
  • Nierstenen goed
  • Nieren slecht zichtbaar
  • Röntgenstraling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Echografie

A
  • Screenende techniek
  • Hoogfrequent geluid
  • Nieren goed zichtbaar
  • Nierstenen goed zien, weerkaatsen ultrageluid, slagschaduw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nadelen echo

A
  • Persoon die doet, bepaalt diagnose
  • Niet door lucht kijken
  • Minder objectief dan CT
  • Gevoelig voor fouten in menselijke handeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voordelen echo

A
  • Kosten laag
  • Apparaat eenvoudig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CT-scan

A
  • Röntgenstraling
  • Computer bewerkt, reconstructie in alle richtingen
  • Axiaal, sagittaal, coronaal
  • Niersteen
  • Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CT-contrast

A
  • Intraveneus
  • Oraal -> darm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mictiecystogram (MCG)

A
  • Katheter in urethrae tot aan blaas
  • Ballon opgeblazen
  • Blaas ingespoten
  • Reflux zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vesico ureterale reflux

A

Urine loopt terug naar de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MRI

A

Magnetisch veld, inwendige structuren zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voordeel MRI

A
  • Geen straling
  • Erg gedetailleerd
  • Geen nefrotoxische contrastvloeistoffen
  • Hoge resolutie
  • Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nadelen MRI

A
  • Lange duur onderzoek
  • Smalle tunnel
  • <1 sederen
  • 1-5 narcose
  • Geen nierstenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afwijkingen met als gevolg ophoping urine naar nier

A
  • Pyelum stenose
  • UPJ- of UVJ-stenose
  • Disfunctie sfincters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pyelum stenose

A
  • Nier urine niet goed
  • Urine hoop op in nierbekken -> pyelum
  • Pyelum vergroot
  • Zien op echo
  • Bloed in urine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

UPJ- of UVJ-stenose

A
  • Stenose overgang pelvis naar ureter
  • Stenose overgang ureter naar vesica (blaas)
  • Ophoping urine in nierbekken
17
Q

Disfunctie sfincters

A

Sfincters sluiten ureter af van blaas

18
Q

Vesico ureterale reflux

A
  • Sfincters op jonge leeftijd nog niet sterk ontwikkeld
  • Sluiten blaas niet goed af
  • Urine kan uit blaas teruggaan naar ureters en nier
19
Q

Primaire obstructieve nier

A
  • Sphincter gaat niet goed open
  • Urine blijft in ureter en kan niet in blaas
20
Q

Hoe verdikte ureters zien?

A

Echo of MCG (met contrastmiddel)

21
Q

Hoe nierstenen zien?

A
  • Buikoverzichtfoto (mwah)
  • Echo (goed)
  • CT (best)
22
Q

Hoe bloedvaten zien?

A
  • CT
  • MRI
23
Q

Hoe absoluut geen nierstenen zien?

A

MRI