H7.10 Flashcards
1
Q
Astma
A
- Inflammatie
- BHR
- Reversibele luchtwegobstructie
2
Q
COPD
A
- Chronisch
- Irreversibele luchtwegobstructie
- Roken
3
Q
Twee typen symptoombestrijding
A
- Bronchodilatatie
- Ontstekingsremmers
4
Q
Beta2-receptor agonist x bronchodilatatie
A
- Salbutamol
- Terbutaline
- Salmeterol
- Formoterol
5
Q
M-receptor antagonist x bronchodilatatie
A
- Ipratropium
- Tiotropium
6
Q
Bronchodilatatie x medicijn
A
Theofylline
7
Q
Glucosteroïden x ontstekingsremmers
A
- Beclometasondipropriaat
- Budesonide
- Fluticason
- Budesonide
8
Q
Cysteinyl leukotrieen receptor antagonist x ontstekingsremmers
A
Montelukast
9
Q
IgE-antilichaam x ontstekingsremmers
A
Omalizumab
10
Q
Waar zitten betareceptoren?
A
- Bronchiën
- Hart
- Bloedvaten
11
Q
Functie betareceptor agonist
A
- Vasodilatatie
- Bloeddrukverlaging
12
Q
Beta2-receptor downregulatie
A
Vermindering activiteit, gevoeligheid of hoeveelheid van deze receptoren
13
Q
Waar leidt vasodilatatie van bloedvaten tot?
A
- Tachycardie (baroreceptoren)
- Aritmieën (beta2-receptor in hart)
- Tremor
- Transpiratie
14
Q
M1-receptoren
A
- Nicotinerge transmissie in ganglia
- Stimulatie van ACh afgifte
15
Q
M2-receptoren
A
- Presynaptisch
- Remmen ACh release bij afgifte ACh in synapsspleet
- Negatieve terugkoppeling