H7.1 Flashcards
Wat is astma?
Heterogene ziekte met een chronische ontsteking van de lagere luchtwegen waarbij talrijke cellen (eosinofiel, mestcel, T-cel) een rol spelen
Waar leidt astma tot bij een gevoelig persoon?
Herhaalde periodes van luchtwegvernauwing met piepende ademhaling, kortademigheid, hoesten (‘s nachts)
Hoe krijg je een ontsteking?
Verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen
Waar speelt astma zich af?
Grote en middelgrote luchtwegen: trachea, bronchus, bronchi en bronchiolen
Welke klachten bij astma?
- Hoesten
- Drukkend gevoel op borst
- Benauwdheid
- Kortademigheid
- Hoorbaar piepen
Epidemiologie astma
- 300 miljoen mensen astma
- Belangrijke oorzaak voor werk- en schoolverzuim
- Significante kostenpost gezondheidszorg
- Prevalentie is 13% bij kinderen en 8% bij volwassenen
- 30% van de mensen is matig tot ernstig ziek
- Prevalentie stijgt met jaren worden
Waarom stijgt prevalentie met de jaren?
We worden minder actief
Heel belangrijk: waarom is astma een luchtwegziekte en GEEN longziekte?
Het meest perifere gedeelte is niet aangedaan
Structurele veranderingen in luchtwegen
- Oedeem
- Bronchoconstrictie
- Mucus
Wat kan leiden tot symptomen?
- Structurele veranderingen
- Luchtweg remodelling
- FeNO
- BHR
Waarom zijn symptomen geen goede voorspeller voor astma?
Mate van klachten lijkt geen verband te hebben met de FEV1
Spirometrie x astma
- Neemt af
- FEV1/FVC moet 0.8 zijn
80% van de lucht die je maximaal kan uitademen moet er in 1 seconde uitkomen, als hij minder is dan heb je sprake van astma of COPD
Reversibiliteit astma
- Toename FEV1 met meer dan 12%
- Toename van 200 ml na behandeling met short acting beta-agonist (SABA)
BHR x astma
- Toedienen toenemende dosis histamine
- Grens: afname > 20% van FEV1
Astma patiënt zullen bij lage dosis al afname tonen
Mensen zonder astma pas bij hoge dosis afname FEV1
Exhaled NO x astma
Corticosteroïden kunnen de hoeveelheid uitgeademde NO sterk verlagen
Verschil meten met en zonder kan de mate van werkzaamheid van corticosteroïden worden vastgesteld
BHR
Overmatige reactie van luchtwegen op aspecifieke prikkels
Luchtwegen vernauwen te makkelijk en te veel na contact met aspecifieke prikkels
LET OP bij aspecifieke prikkels en BHR
Geen allergische reactie, want in de huid geen IgE aanwezig tegen de stof
Aspecifieke factoren
- Inspanning
- Geuren
- Luchtverontreiniging: sigarettenrook, roet prikkels
- Infecties: banale neusverkoudheid
- Farmaca: aspirine en betablokkers
- Emotionele factoren: stress
Vroege reactie contact allergenen
Bronchospasme
Mestceldegranulatie: mestcellen worden acuut actief
Tweede reactie
- 3-6 uur na eerste
- Kan 24 uur aanhouden
- Late allergische reactie door chronische ontsteking
Chronische ontsteking
- Oedeem van slijmvlies
- Inflammatie
- Bronchospasme
Waarom is de luchtweg bij astma benauwd? (4)
- Acute bronchoconstrictie door contractie van gladde spiercellen -> hyperplasie van spiercellen
- Verdikking van bronchiale wand door oedeem en ontsteking in lumen -> verdikking naar binnen, diameter verkleint, weerstand vergroot
- Mucusvorming in lumen
- Structurele irreversibele remodelling van bronchuswand met verdikking basale membraan
Twee focuspunten van de behandeling van astma
- Verhelpen bronchoconstrictie -> beta-agonist
- Ontstekingsreactie -> corticosteroïden
Wat kan je nog NIET aanpakken?
Mucusvorming
Wat is de reden van overlijden door astma?
Mucus ophoping
Propjes taaislijm vol met dood epitheel, ontstekingscellen en DNA
Kan zo zijn dat er gedeeltes zonder epitheel zijn waardoor basaalmembraan bovenligt en de zenuwuiteinden dus overmatig geprikkeld worden
Bronchoscopische biopten van astma
- Ontstekingscellen: eosinofiele granulocyten produceren NO
- RBC
- Verdikking basaalmembraan
- Overmatige slijmproductie door toename in aantal en grootte van slijmbekercellen
Hoe chronische ontsteking voorkomen?
Ontstekingsremmers met corticosteroïden en bronchodilatator (beta2-agonist)
Indeling astma
- Fenotype
- Endotype
- Biomarker
Fenotype
Groep gemeenschappelijke klinische kenmerken ontstaan vanuit interactie genotype en omgeving
Endotype
Biologische mechanisme dat tot observeerbare eigenschap leidt
Biomarker
Signaalstof/cel van onderliggend ziekteproces
Door wie worden T-cellen geactiveerd?
- Dendritische cellen
- Mestcellen
- Eosinofielen
- Epitheel
- Fibroblasten
Werking ontsteking
- T-lymfocyten produceren cytokines die eosinofiele ontsteking in gang zetten
- Allergeen komt in distale luchtwegen
- Dendritische cel in longslijmvlies herkent allergeen met uitlopers
- Dendritische cel wordt APC en gaat allergeen presenteren aan T-cellen
- T-cellen gaan delen en naar de long
- Veroorzaken ontsteking van slijmvlies
Twee soorten T-helpercellen
- TH1-lymfocyt
- TH2-lymfocyt
TH1-lymfocyt
- Produceert IFN-gamma en IL-2
- Aangejaagd door ziektes zoals virusinfectie, tuberculose en COPD
TH2-lymfocyt
- Produceert IL-4, IL-5, IL-10, IL-13
- Aangejaagd ddoor allergische astma, atopische dermatitis en worminfecties
ILC2
- Gestimuleerd direct door epitheel
- Maar reageert veel minder goed op een behandeling met cytokines
Alarmins
- Stofjes die permanent aanwezig zijn
- Hoeven niet door dendritische cel geactiveerd te worden
Hoe wordt IgE bij allergische patiënt gemaakt?
Door plasmacellen o.i.v. groeifactoren uit T-cellen
Werking van allergische reactie
- Signaal naar plasmacel
- Plasmacel produceert antistoffen
- Mestcel wordt bezet met IgE
- Mestcel zit vol met granules zoals histamine, leukotriënen en ontstekingsstoffen
- Mestcel waar IgE op zit komt in contact met het allergeen en geeft direct histamine uit granules af
Waar zorgt mestcel voor?
- Allergische reactie
- Vrijkomen van ander mediatoren die zorgen voor fibrose remodellering
Wat maakt eosinofiele granulocyt?
Nog een slechte eigenschap?
Mediatoren die bronchoconstrictie veroorzaken
Sterke afbraak epitheel
Waar leiden fibrose en bronchoconstrictie tot?
Te veel aan slijm
Wie zijn gericht tegen eosinofiele granulocyten?
Monoklonale antistoffen -> biologicals
Wat is een goede, eenvoudige, snelle en gevoelige manier om te bepalen of er astmatische ontsteking is?
Meten van de ontsteking ten gevolge van TH2-cellen
Complementair aan spirometrie
Goede correlatie van meten ontsteking met
- Eosinofiele ontsteking in luchtwegen
- Ziekteactiviteit
- Voorspellen acute exacerbaties
- Klinische respons behandeling
Type 2 inflammatie
- 50-70% van patiënten
- Bloed EOS boven 150 cellen per microliter en/of FeNO van > 20 ppb
Hoog FeNO en hoog bloed EOS
- Hoger % ongecontroleerd astma
- Hoger aantal astma-aanvallen
- Hogere prevalentie luchtwegobstructie
ACQ
Vragenlijst:
- Klachten
- Gebruik medicatie
- Longfunctie (FEV1)
Range ACQ
- 0-6
- Verandering van 0.5 is klinisch relevant
- 1.5+ slechte astmacontrole
Heilige drie-eenheid
- ACQ
- Aantal exacerbaties voorgaande jaar
- FEV1/FVC
T2-laag astma
Neutrofiel geïnduceerde astma
T2-hoog astma
Eosinofiel geïnduceerde astma