9.5 Graft versus Host Disease Flashcards
Welke cellen veroorzaken Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
- T-cellen, vooral CD4+ Th-cellen
- NK-cellen, Tk-cellen en APC’s
Wat is het verschil tussen autologe en allogene Hematopoietische stamcel (HSC) transplantatie?
Autoloog: Geen afstotingsproblematiek
Allogeen: Transplantaat valt ontvanger aan, Dit kan leiden tot Graft-versus-Host Disease (GVHD)
Bij welke voorwaarden kan Graft Versus Host-Disease (GVHD) ontstaan?
- Transplantaat bevat immuunocompetente T-cellen
- Donor en ontvanger zijn HLA-incompatibiliteit (Allogene HSC-transplantatie)
- De ontvanger is immunodeficiënt (Bijvoorbeeld door ziekte, cytostatica, bestraling)
Hoe groot is de kans op een volledig identiek haplotype met broer of zus?
25% Haplo identiek -> Combinatie van HLA genen op 1 haplotype volledig gelijk (Ouders zijn per definitie Haplo identiek)
HLA is co-dominant
Wanneer kan Graft Versus Host-Disease (GVHD) ontstaan?
- Allogene beenmergtransplantatie
- Orgaantransplantatie (Vooral van dunne darm)
- Bloedtransfusie bij: Pasgeborenen, immunodeficiëntie of patiënten die met cytostatica worden behandeld
Wat zijn Minor Histocompatibility Antigens MiHA)?
Het zijn non-MHC antigenen. Polymorfe eiwitten die kunnen verschillen tussen donor en ontvanger (Allo-antigenen). Veroorzaken T-cel responsen bij mismatch donor-ontvanger. Spelen daardoor ook een rol bij afstotingsreacties en GVHD.
Bekendste voorbeeld is H-Y (Alleen bij de mannen)
Wat zijn de kenmerken van acute Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
Binnen 1 jaar, 30-50%. Mate van HLA-match belangrijkste risicofactor. Vaak bijkomende klachten van koorts en algehele malaise
Targetorganen: Alle, maar vooral:
- Huid: Schilfering tot blaarvorming en volledige afstoting
- Darm: Verdwijnen darmepitheel
- Lever: Geelzucht
Hoe ontstaat acute Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
1) Weefselschade (Slijmvliezen) door conditionering
2) Activatie APC’s van patiënt
3) Presentatie antigenen door APC’s aan donor T-cellen
4) Activatie van donor T-cellen met als gevolg Cytokinen productie
5) Toename weefselschade door onder andere cytotoxische T-cellen, NK-cellen en inflammatoire cytokines
Wat is de eerstelijnsbehandeling van acute Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
- Graad 1 (0-50% lichaamsoppervlak): Topicale steroïden
- Graad 2-4: Hoge dosis systemische steroïden
Wat zijn de kenmerken van chronische Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
- Na 50 dagen tot jaren, 40-60%
- Vrijwel elk orgaan kan aangetast zijn, maar voornamelijk: Huid, ogen, mond, slokdarm, long en lever
- Grote spreiding in tijdstip begin, maar meestal in afbouwfase immunosuppressiva
- Pleomorf ziektebeeld dat mild tot zeer ernstig kan verlopen
- Kan gepaard gaan met een vrij ernstige immuundeficiëntie en dientengevolge met opportunistische infecties
Wat is de eerstelijnsbehandeling van chronische Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
- Mild: Topicale behandeling met corticosteroïden
- Matig/ernstig: Systemische behandeling met corticosteroïden alleen of in combinatie
- Additionele support afhankelijk van betrokken orgaan
- Multidisciplinaire benadering
Hoe kan Graft Versus Host-Disease (GVHD) worden voorkomen?
- Depletie T-cellen uit transplantaat voorafgaand aan de transplantatie (Maar groter kans op recidief ziekte)
- Behandeling patiënt met immunosuppressieve geneesmiddelen (Ciclosporine, methotrexaat, tacrolimus, mycofenolaat, anti-thymocyten globuline (ATG), sicrolimus)
Geen standaard en/of optimaal regime
Wat is het beste middel tegen Graft Versus Host-Disease (GVHD)?
Cyclofosfamide op dag 3 en dag 5:
- Remt proliferende alloreactieve T-cellen (En voorkomt de acute rejectie en ook de chronische)
- Stamcellen zijn resistent (Aldehyde dehydrogenase)
Wat betekenen de begrippen gen, allel en locus?
Gen: Stukje chromosoom dat codeert voor 1 erfelijke eigenschap
Locus: Plaats waar een gen op een chromosoom ligt
Allel: Bepaalde variant/versie van een gen
MHC-sterk polymorfisme: Van elke gen groot aantal allelische vormen
Wat zijn de kenmerken van MHC-klasse I (A, B, C)?
- Alle kernhoudende cellen (Behalve rode bloedcellen)
- Intracellulaire antigenen
- Peptiden van 8-11 aminozuren
- Presentatie aan CD8+ T-cellen