9.3 & 9.8 Infecties na Transplantatie

Question 1

Welke infecties treden in de eerste maand na transplantatie op?

Answer 1

• Donor-derived
• Nosocomiaal
• Recipient derived

Question 2

Welke infecties treden in het eerste jaar na transplantatie op?

Answer 2

• Reactivatie latente infectie of opportunistische infecties

Question 3

Welke infecties treden een jaar na transplantatie op?

Answer 3

• Community acquired
• Late intracellulaire infecties
• Kanker

Question 4

Welke donor derived infecties worden getest voor transplantatie?

Answer 4

• CMV
• EBV
• HIV
• Hepatitis A, B, C
• Syfilis
• Toxoplasma gondii

Question 5

Wat zijn nosocomiale infecties?

Answer 5

Infecties veroorzaakt door verblijf in het ziekenhuis

Question 6

Welke nosocomiale infecties komen vaak voor?

Answer 6

• Algemeen: Pneumonie, wondinfectie, flebitis, centrale lijn infectie, clostridium difficile
• Transplantatie gerelateerd: Openingen en aansluitingen

Question 7

Wat zijn veelvoorkomende recipient derived infecties?

Answer 7

• Lever: Enterococcen of pseudomonas in galwegen
• Long: Resistente bacteriën bij CD patiënten
• Nier: Resistente bacteriën

Question 8

Welke latente infecties kunnen reactiveren tijdens immunosuppressiva gebruik?

Answer 8

• Viraal: BK, CMV, EBV, Hepatitis B, C, HSV, VZV
• Parasitair: Leishmaniasis, toxoplasma, strongyloides, tryanosoma
• Intracellulair bacterieel: Listeria, nocardia, TBC

Question 9

Welke opportunistische infecties komen vaak voor tijdens immunosuppressiva gebruik?

Answer 9

• PJP
• Schimmels
• Adenovirus

Question 10

Welke community acquired infecties komen vaak voor bij het afbouw van immunosuppressiva?

Answer 10

Respiratoire virussen en schimmels (Aspergillus)

Question 11

Welke vormen van kanker komen vaak voor na afbouw van immunosuppressiva?

Answer 11

• HPV cervix carcinoom
• EBV-PTLD
• Huidkanker

Question 12

Wanneer is er sprake van een staat van immunodeficiëntie?

Answer 12

• Immunosuppressiva
• Eerdere therapie (Bijv. chemo)
• Mucocutane barrière doorbraak (Bijv. catheter)
• Neutropenie, lymfopenie
• Onderliggende immunodeficiëntie
• Metabole conditie (Diabetes, cirrose)
• Virale infecties (CMV, HCV)

Question 13

Hoe kunnen Herpes Simplex en Herpes Zoster van elkaar worden onderscheiden?

Answer 13

Herpes Simplex houdt zich aan het middellijn van het gezicht, Herpes Zoster niet

Question 14

Op welke manier kunnen aspecifieke barrières worden doorbroken?

Answer 14

• Centrale lijn
• Tube
• Drain
• Infuus
• Wond
• Katheter
• Maagzuurremmer

Question 15

Wat zijn gevolgen van doorbraak van de verschillende aspecifieke barrières?

Answer 15

• Maagzuurremmers: Gastro-enteritis
• Centrale lijn: Bacteriemie (S. Aureus), geïnfecteerde trombus, endocarditis
• Infuus: Flebitis, trombus, bacteriemie
• Tube: Pneumonie

Question 16

Welke stoffen bevinden zich in de secretoire barrière?

Answer 16

Lysozym in traanvocht, speeksel en moedermelk. Uitgescheiden door epitheelcellen en breekt koolhydraatketens af in de celwand van de bacterie.

Lactoferrine in ijzerbindend eiwit geproduceerd door epitheelcellen, bijvoorbeeld in moedermelk. Remt de proliferatie van bacteriën die voor groei ijzer nodig hebben.

De talg, zweet en mucus behoren hierbij en bijvoorbeeld de blaaslediging en darmmotiliteit

Question 17

Voor welke infecties is complement essentieel?

Answer 17

Gekapselde bacteriën:
- S. Pneumoniae
- H. Influenzae
- S. Aureus
- N. Meningitidis

Question 18

Wat is het gevolg van een defect in neutrofiele granulocyten?

Answer 18

• Ecthyma gangrenosum: Huidabcessen (Hematogeen verspreide bacteriën)
• Aspergillose met halo sign
• Gedissimineerde candiasis

Er kunnen afwijkingen zijn in aantallen (Kwantitatief) of functie (Kwalitatief). Geeft grote kans op infecties met bacteriën/gisten/schimmels

Question 19

Wat is het gevolg van chronische granulomateuze ziekte?

Answer 19

Abcessen met katalase positieve verwekkers:
- SPACE: S. Aureus, Pseudomonas, Aspergillus, Candiasis en Enterobacterieacease

Question 20

Wat is het gevolg van een stoornis in immunoglobuline?

Answer 20

• Infecties met gekapselde bacteriën (IgG) door bijvoorbeeld Streptococcus pneumoniae of Haemophilus influenzae.
• Darminfecties (IgA): Gardia Lambia

Question 21

Welke infecties komen vaak voor bij HIV?

Answer 21

• Candiasis
• TBC
• Pneumocystitis Carinii

Question 22

Welke virale opportunistische infecties komen het meest voor?

Answer 22

• HSV
• VZV
• CMV
• EBV

Question 23

Hoe kan CMV zich presenteren?

Answer 23

• Retinis
• Gastritis
• Pneumonitis (Uilenogen op histologie)

Question 24

Welke bacteriële opportunistische infecties komen het meest voor?

Answer 24

Intracellulair:
- Legionella
- Salmonella
- Listeria
- TBC
- M. Avium
- Nocardia

Question 25

Welke opportunistische gisten, schimmels en parasieten komen het meeste voor?

Answer 25

• Candida
• Cryptococcen
• Histoplasma
• Pneumocystis Cariniï
• Toxoplasma gondii (Encefalitis)

Question 26

Hoe kan TBC worden aangetoond met een kleuring?

Answer 26

Dunne roze (Zuurvaste) staven met Ziehl-Neelsen kleuring

Question 27

Hoe werken catalase positieve bacteriën?

Answer 27

Breken H2O2 af

Question 28

Hoe kan het immuunsysteem worden opgedeeld?

Answer 28

• Oppervlak (Huid, slijmvliezen): Mechanische barrière, secretoire barrière en eliminatie door afvloed
• Humoraal: Lysozymen, lactoferrine, complement, cytokinen (IFN). De antistoffen (B-cellen) zijn specifiek
• Cellulair: Fagocyterende cellen (Neutrofielen, macrofagen). De T-lymfocyten zijn specifiek

Question 29

Welke ziektebeelden ontstaan er bij een stoornis in complement?

Answer 29

Te weinig aanmaak:
- Congenitale deficiëntie: C1-C4 of C5-C9 -> Terminale complement

Teveel verbruik C3:
- Systemische lupus erythematodes

Question 30

Welke ziektes ontstaan er bij een stoornis in immunoglobuline?

Answer 30

Te weinig:
- Agammaglobulinemie
- CVID
- Na allogene stamcel transplantatie

Slechte kwaliteit:
- Multiple Myeloom (M. Kahler)
- Chronische lymfoblast leukemie (CLL)
- HIV

Question 31

Wanneer kunnen er stoornissen ontstaan in T-cellen?

Answer 31

Slechte kwaliteit:
- Corticosteroïden
- Transplantatie (Blokkeren de T- en B-cellen)

Te weinig:
- HIV