6.6 Perinatale Morbiditeit en Mortaliteit Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van perinatale sterfte?

A

Sterfte per 1000 dood- en levendgeborenen vanaf een zwangerschapsduur van 22 weken tot 7 dagen postpartum
- Perinatale sterfte: Foetale sterfte + Vroege neonatale sterfte
- Foetale sterfte: Aantal doodgeboren per 1000 totaal geborenen
- Vroege neonatale sterfte: Sterfte in de eerste week postpartum per 1000 levendgeborene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is maternale sterfte?

A

Sterfte door directe (Oorzaak gerelateerd aan zwangerschap) of indirect (Ziekte verergert door zwangerschap) oorzaken tijdens zwangerschap, bevalling of binnen 43 dagen na partus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is late sterfte?

A

Sterfte van 43 dagen tot 1 jaar postpartum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de indeling van maternale sterfte?

A

Directe sterfte:
- Pre-eclampsie
- Trombo-embolie
- Fluxus
- Sepsis

Indirecte sterfte:
- Cardiovasculair
- Cerebrovasculair
- Diverse

Toevallige sterfte:
- Trauma
- Carcinoom
- Diverse (Niet gerelateerd aan zwangerschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van maternale sterfte (Gevolgen van zwangerschap, baring of kraambed)?

A
  • (Pre-)eclampsie
  • Trombo-embolie
  • Hart- en vaatziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de risicofactoren van moedersterfte?

A
  • Hogere leeftijd van de moeder
  • Allochtone herkomst van de moeder
  • Keizersnede
  • Obesitas
  • Chronische aandoening zoals hart- en vaatziekten of Diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welke gebieden is er vooral babysterfte?

A

Achterstandswijken
Grootstedelijke ongelijkheid in perinatale gezondheid, etniciteit en armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly