1B3 week 16 HC 4 & 5 Integratie nieren

Question 1

Welke soorten nierarteriestenosen zijn er en wat zijn de kenmerken?

Answer 1

• Atheroscletrosich: bij ouderen, bij origo van arterie

- Fibromusculaire dysplasie: bij jonge vrouwen, kralensnoeraspect

Question 2

Wanneer is een nierarteriestenose significant?

Answer 2

Vanaf 50% want dan leidt het tot afname renale perfusie

Question 3

Hoe kun je een nierarteriestenose in beeld brengen?

Answer 3

Duplex echo, CTA, MRA of angiografie

Question 4

Wat werd er gevonden in de DRASTIC trial?

Answer 4

PTA zorgt voor lagere bloeddruk dan medicamenteuze behandeling

Question 5

Wat is het gevolg van ernstige metabole alkalose?

Answer 5

Hypokaliëmie -> parese spieren en hartproblemen

Question 6

Welke renopulmonale syndromen zijn er?

Answer 6

ANCA (GPA) en anti-GBM (goodpasture)

Question 7

Wat is jicht?

Answer 7

Ontsteking van gewrichten door neerslag van urinezuur

Question 8

Wat gebeurt er in die nier door NSAID’s?

Answer 8

Constrictie afferente arteriole

Question 9

Wat gebeurt er in de nier door RAAS blokkers?

Answer 9

Dilatatie efferente arteriole

Question 10

Wat geef je bij laag kalium en hartfalen?

Answer 10

Hoge dosis lis diuretica met spironolacton

Question 11

Waar wordt de O2 spanning gemeten en waarom?

Answer 11

In de peritubulaire fibroblasten in de TAL van de nier

- Daar is de O2 spanning het laagst

Question 12

Wat is nodig voor sterke botten?

Answer 12

Calcium, vitamine D en fosfaat

Question 13

Waarom hebben mensen met nierinsufficiëntie vitamine D tekort?

Answer 13

De nier hydroxyleert vitamine D

Question 14

Wat doet PTH?

Answer 14

Houdt calciumwaarde in het bloed constant