1B3 week 14 HC 6, 7 & 8 Hypertensie Flashcards

1
Q

Vanaf wanneer is er sprake van hypertensie?

A

140/90

- Hoe hoger de bloeddruk, hoe groter het risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van primaire hypertensie?

A
  • Geen duidelijke oorzaak
  • 95% van alle hypertensie gevallen
  • Multifactorieel
  • Vaak positieve familie anamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer moet je denken aan secundaire hypertensie?

A
  • Jonge patiënten
  • Plots ontstaan of verergeren
  • Negatieve familie anamnese
  • Hypertensieve crisis
  • Therapieresistentie
  • Afwijkingen onderzoek
  • Kenmerkende symptomatologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van primaire hypertensie?

A

Zoutgevoeligheid, leefstijl, obesitas, hoge leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van secundaire hypertensie?

A
  • Slaap-apneu syndroom (OSAS)
  • Endocriene oorzaken
  • Dieet/genotsmiddelen
  • Parenchymateuze nierziekten (minder Na secretie)
  • Reno-vasculair
  • Geneesmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn mogelijke behandelingen bij OSAS?

A

Gewichtreductie of interventie

- Bloeddruk verbetert niet altijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke hormonen zorgen voor endocriene hypertensie en waar worden deze gemaakt?

A

(Nor)adrenaline, cortisol en aldosteron

- Bijnier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke soorten endocriene hypertensie zijn er en wat zijn hun kenmerken?

A
  • Primair hyperaldosteronisme: toename aldosteron zonder toename renine
  • Feochromocytoom: verhoogde (nor)adrenaline productie
  • Hypercortisolisme (Cushing): cortisol bindt aan MR
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van aldosteron?

A
  • Zorgt voor Na reabsorptie en K excretie via ENaC
  • Bindt aan MR
  • Werkt op hormone responsive element
  • Hoog aldosteron geeft laag renine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontstaat drophypertensie?

A

Glycyrrhizinezuur uit drop remt cortisol omzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is reno-vasculaire hypertensie?

A

Hypertensie tgv verminderde perfusie in één of beide nieren door stenose van de nierslagader(s)
- Extra renine productie juxtaglomerulair app -> secundair hyperaldosteronisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van een nierarteriestenose?

A
  • Atherosclerose
  • Fibromusculaire dysplasie (bij jongeren)
  • Arteritis
  • Coarcatio aortae (bij kinderen, bloeddrukverschil)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke geneesmiddelen kunnen voor hypertensie zorgen?

A
  • Corticosteroïden
  • Cyclosporine
  • Angiogenese remmers
  • NSAID’s
  • Orale anticonceptiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een hypertensieve crisis/hypertensief spoedgeval?

A

Acuut ontstane sterk verhoogde bloeddruk die tot orgaanschade kan leiden
- 220/120

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke typen hypertensieve crisis zijn er?

A

Noodgeval: orgaanschade, directe bloeddrukverlaging nodig
Urgent: dreigende orgaanschade, bloeddrukverlaging gewenst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat de cirkel die tot hypertensieve crisis leidt?

A
  1. Hypertensie zorgt voor endotheel beschadiging
  2. Kleine bloedvaten raken verstopt
  3. Ischemie
  4. RAAS activatie
  5. Nog hogere bloeddruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke soorten orgaanschade kunnen optreden?

A
  • Aortadissectie
  • Acuut hartfalen
  • Coronair ischemie
  • Herseninfarct
  • Hersenbloeding
  • Hypertensieve encephalopathie
  • Retinopathie, microangiopathie en nierinsufficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is hypertensieve encophalopathie?

A

Acuut organisch hersensyndroom tgv vasodilatatie in de hersenen

19
Q

Wat zijn gevolgen van hypertensieve encophalopathie?

A

Verstoring bloed hersenbarrière, hersenoedeem, microinfarcten, puntbloedingen
-> hoofdpijn, verwardheid, verminderde visus, insulten, coma, lethargie

20
Q

Hoe onderscheid je encephalopathie van een beroerte?

A
  • Subacuut vs acuut
  • Diffuse uitval vs focale uitval
  • Fundus graad III of IV vs geen bloedingen
  • Verbetering door bloeddrukverlaging vs verslechtering door bloeddrukverlaging
21
Q

Waarom moet je bij cerebrale hypertensie oppassen met bloeddrukverlaging?

A

Bij langer bestaande hypertensie verschuift de cerebrale autoregulatiecurve en kan bij bloeddrukverlaging te lage perfusie ontstaan

22
Q

Wat is een marker voor vaatschade?

A

Fragmentocyten

- Beschadigde rode bloedcellen door fibrinedraden

23
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van een hypertensieve crisis?

A
  • Cocaïne intoxicaties
  • Adrenerge crisis
  • Glomerulonefritis
  • Geacceleerde hypertensie
  • Vasculitis
  • Preëclampsie
24
Q

Wat is de behandeling bij een hypertensieve crisis?

A

Langzaam bloeddruk verlagen met intraveneuze medicatie

25
Welke typen hypertensiva zijn er?
1. Calciumantagonisten 2. ACE-remmers 3. Angiotensine II blokkers (ARB) 4. Directe renine blokkers 5. Diuretica 6. Betablokkers 7. Alfablokkers 8. Directe vaatverwijders (bijv hidralazine) 9. Centraal aangrijpende middelen
26
Wat zijn kenmerken van calciumantagonisten?
- Zorgen voor vaatverwijding - Eindigen vaak op dipine - Bijwerking is enkeloedeem
27
Welke 3 typen calciumantagonisten zijn er?
- Phenylalkylaminen - Benzothiazepines - Dihydropyridines
28
Waarop moet je letten bij RAAS-systeem remmers?
- 1 vd 4 kiezen | - Oppassen met NSAID's
29
Wat zijn kenmerken van ACE-remmers?
- Eindigen vaak op pril | - Bijwerking: droge hoest ( door bradykinine) en nierinsuffieciëntie
30
Waarop eindigt de naam van ARB's, DRI's en alfablokkers meestal?
ARB: sartan DRI: alsikir Alfablokkers: zosine
31
Wat zijn kenmerken van B-blokkers?
- Eindigen vaak op olol - Vermindert renine afgifte, daalt hartfrequentie, vermindert inotropie - Bijwerkingen: benauwdheid, bradycardie, moe/down, impotentie en koude acra
32
Wat zijn kenmerken van diuretica?
- Zorgen voor Na uitscheiding | - Bijwerkingen: hyponatriëmie en jicht
33
Welke kaliumsparende diuretica zijn er en wat doen ze?
Amiloride, triamtereen | - Remmen aldosteron en ENaC
34
Wanneer gebruik je alfablokkers?
Bij een adrenerge crisis
35
Welke centraal aangrijpend middel is er en wanneer gebruik je deze?
Methyldopa | - Bij zwangeren (geen ACE of ARB!)
36
Hoe zag het stappenplan er vroeger uit?
Bij jongeren: ACE remmer | Bij ouderen of afrikaanse oorsprong: calciumantagonist of diuretica
37
Welk hypertensiva gebruik je bij iemand met nierziekten?
ACE remmer of ARB
38
Welke leefstijlveranderingen helpen tegen een hoge bloeddruk?
- Stoppen met roken - Afvallen - Alcohol beperken - Bewegen - Zout beperken - Gezond eten
39
Wat is de bloeddrukstreefwaarde bij DM?
125/80
40
Welke hypertensiva kan het best gegeven bij iemand met een vergrootte prostaat?
Alfablokker
41
Waarmee moet je directe vaatverwijders combineren?
Betablokkers en diuretica
42
Wat zijn voor- en nadelen van combinatiemedicatie?
- Voordeel: effectiever, minder tabletten | Nadeel: geen optimale dosering mogelijk, onduidelijkheid bij bijwerkingen
43
Waarmee kun je een diureticum combineren?
ACE-remmers en ARB's