1B3 week 12 HC 1 & 3 Atherosclerose Flashcards
Wanneer wordt revascularisatie overwogen?
- Bij een groot gebied van ischemie ( >10% van LV)
- Bij slechte reactie op medicatie
Hoe kun je de rechter coronair arterie bekijken en wat zie je op deze opnamen het best?
- LAO: proximaal en mid RCA
- RAO: mid RCA en RDP
- Craniaal: crux, RDP en RPL
Wat kun je het best doen bij iemand in shock?
Extra vulling in het lichaam geven
Wat is vaak de oorzaak van een onderwand infarct?
Afsluiting RCA of circumflex
Hoe kun je de linker coronair arterie bekijken en wat zie je op deze opnamen het best?
- Spider: hoofdstam, LAD en RCX bifurcatie
- Craniaal: hoofdstam, LAD en diagonalen
- Caudaal: hoofdstam, bifurcatie LAD en RCX
Hoe kun je fysiologisch de ernst van een stenose beoordelen?
- FFR: fractiona flow reserve
- iFR: instantanueous wave free ratio
Wat meet je met de FFR?
Druk voor en achter de stenose, daarmee bereken je de flow
- Stenose/Arterieel < 0,8 is significant
Wat is het verschil tussen FFR en iFR?
Bij FFR wordt adenosine gegeven voor maximale flow
Hoe kun je anatomisch de ernst van een stenose beoordelen?
- IVUS: intravasculair ultrasound
- OCT: optical coherence tomography
Wat zijn voor en nadelen van OCT?
Voordeel: hogere frame rate
Nadeel: contrast nodig en minder diep van IVUS
Welke typen perifeer arterieel vaatlijden zijn er?
Claudicatio intermittens en kritieke ischemie (CLI)
Wat is de secundaire preventie bij claudicatio intermittens?
Looptraining, statine en clopidogrel (trombocytenaggregatieremmer)
Hoe werkt de fontaine classificatie?
1: geen klachten
2: claudicatio intermittens (a niet invaliderend, b wel invaliderend)
3: rustpijn
4: gangreen/wonden/weefselverlies
Welk aanvullend onderzoek kun je doen bij claudicatio intermittens?
- Enkel/arm index ( > 0,9 is perifeer vaatlijden)
- Duplex index ( bij stenose hoger snelheid)
- CT angiografie
- MR angiografie
Welke typen interventie kun je doen bij perifeer vaatlijden?
Open chirurgie of endovasculair