ZO.4 - Autoinflammatie en inflammasoomactivatie Flashcards

1
Q

welke cellulaire receptoren zijn er

A

membraangebonden toll-like receptoren (TLR)
cytoplasmatische NOD-like receptoren (NLR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stimulering van immuuncellen via cellulaire receptoren leidt tot?

A

productie van pro-inflammatoire cytokinen zoals IL-1β, IL-6 en TNF-α.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is SAA (serum amyloïd A)

A
  • een acuut fase eiwit
  • ontsteking stimuleert productie van SAA door de lever
  • verhoogde SAA concentratie leidt tot precipitatie in de nier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een autoinflammatie

A

Autoinflammatie is een pathologische activatie van het innate immuunsysteem zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor is aan te wijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tot welke groep behoort het muckle wells syndroom

A

erfelijke koortssyndromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn erfelijke koortssyndromen

A
  • worden gekenmerkt door ontstekingsverschijnselen en koorts
  • komen veelal binnen families voor
  • autosomaal recessief of autosomaal dominant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een een inflammasoom

A

Een inflammasoom is een cytoplasmatisch multiprotein complex dat bestaat uit een NOD-achtige receptor (NLR); een of meer adaptoreiwitten, zoals ASC; en pro-caspase 1. Het enzym caspase 1 wordt bij inflammasoomactivatie opgezet van een inactieve in een actieve vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de opbouw van een inflammasoom

A
  • eiwitcomplex
  • niet omgeven door een membraan
  • bevindt zich in het cytoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de functie van een inflammasoom

A

het inactieve pro-IL-1β enzymatisch te bewerken, zodat actief IL-1β ontstaat, wat door de cel kan worden uitgescheiden.

activeert ook IL-18 en IL-33

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doet IL-18

A

stimuleert Th1 cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet IL-33

A

stimuleert Th2 cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

inflammasoomcascade

A
  1. inflammasoom
  2. NLRP3 (NALP3/cryopyrine, de celsensor voor celschade door stress)
  3. pro-caspase-1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inflammasoomcascade

A
  1. inflammasoom
  2. NLRP3 (NALP3/cryopyrine, de celsensor voor celschade door stress)
  3. pro-caspase-1
  4. actief caspase-1 (gebeurd door enzymatisch te knippen)
  5. pro-IL-1beta
  6. actief IL-1beta (cytoplasmatisch
  7. actief IL-1beta (extracellulair)
  8. pro-IL-18 of pro-IL-33
  9. actief IL-18 of actief IL-33 (cytoplasmatisch)
  10. actief IL-18 of actief IL-33 (extracellulair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke componenten triggeren de innate receptoren

A

PAMP (Pattern-associated molecular pattern), MAMP (Microbe-associated molecular pattern) en DAMP (Damage-associated molecular pattern)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er voor de secretie van de actieve vorm van IL-1β door macrofagen altijd de novo transcriptie nodig?

A

Voor secretie van IL-1β is geen de novo synthese nodig, als het pro-IL-1β als eiwit al in het cytoplasma aanwezig is. Enzymatische klieving door actief caspase-1 is dan voldoende voor uitscheiding van actief IL-1β.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke cytokines worden geproduceerd na activatie van cellen, door binding van IL-1 aan de IL-1R?
Wat betekent dit voor de ontstekingsreactie?

A
  • activatie van TLR-transcriptie van diverse pro-inflammatoire cytokines en andere ontstekingsmediatoren wordt geinduceerd, zoals IL-1 zelf, TNF-alfa, IL-6 en diverse chemokines
  • er ontstaat een positieve feedbackloop waarmee de ontstekingsreactie wordt versterkt
17
Q

Wat zijn de drie belangrijkste functies van IL-1β?

A
  • Inductie van koorts door upregulatie van prostaglandine E2
  • Activatie van immuuncellen (o.a. T-cellen, macrofagen) en endotheel
  • Versterking van de ontstekingsreactie
18
Q

wat gebeurdt er in de tweede fase na triggering van de TLR/IL-1R cascade

A

IL-1RA wordt gevormd.
- IL-1RA competeert met IL-1β voor de IL-1R, maar leidt niet tot signalering.

19
Q

wat is muckle wells syndroom

A

activerende mutaties in NLRP3, hierdoor wordt het eiwit gestabiliseerd waardoor inflammasomen continu actief zijn

  • dominante overerving
20
Q

Hoe leidt autoinflammatie tot koorts?

A
  1. Il-1
  2. IL-6
  3. COX-2
  4. prostaglandines E2
  5. hypothalamus
  6. noradrenaline (vasoconstrictie extremiteiten en activatie van bruin vetweefsel -> maakt warmte vrij) + acetylcholine (rillen)
  7. koorts
21
Q

welke prikkels leiden tot pyroptose?
wat zijn de stappen in dit proces?
wat zijn de consequenties van de inflammasoomactivatie?

A

Herkenning van verschillende microbiële liganden, of (gemodificeerde) lichaamseigen producten stimuleert de aanmaak en activatie van multimere inflammasoom-complexen. Dit activeert caspase-1, wat hiermee enzymatische activiteit krijgt, en pro-IL-1β (en pro-IL-18, en pro-IL-33) omzet in de actieve vorm. Daarnaast knipt caspase-1 het molecuul Gasdermin D, waardoor het – vergelijkbaar met bijvoorbeeld complementfactoren C5-9 – fysiek gaten vormt in de membraan. Dit zorgt voor de export van IL-1β en lekkage van K+ uit de cel.

Als de cel onvoldoende in staat is om de ionengradiënt met het extracellulaire milieu in stand te houden, ondergaat deze celdood, pyroptose.

22
Q

wat is pyroptose

A

geprogrammeerde celdood

23
Q

welke vormen van celdood stimuleren wel een ontstekingsreactie en welke niet

A

geen: apoptose
wel: necrose -> celinhoud komt vrij
necroptose -> cel zet zelf necroseproces in gang om een ontstekingsreactie te initiëren bij een virusinfectie bvb
pyropotose -> door IL-1beta

24
Q

Welk mechanisme zorgt ervoor dat bij apoptose géén ontstekingsreactie optreedt?

A

Voorkomen van contact tussen ontstekingsprikkels en receptoren

25
Q

Wat is de definitie van een immuunadjuvant?

A

een substantie die de immunogeniciteit, dus het vermogen om een adaptieve immuunrespons op te wekken, van antigenen verhoogt. Voor een optimale werking worden antigenen gemengd met adjuvantia.

26
Q

wat blijkt een belangrijke rol te spelen bij vaccinatie

A

inflammasoomactivatie

27
Q

Welke adjuvantia zijn in de EU toegestaan voor gebruik bij de mens?

A
  • Aluin
  • Aluin + lipid A (AS-04)
  • olie in water emulsie (met squaleen)

geen freund’s adjuvantia -> te toxisch

28
Q

Welk(e) celtype(n) worden door adjuvant geactiveerd, zodat een vaccinatie effectief kan zijn?

A

vooral antigeen presenterende cellen

29
Q

Hoe zouden microkristallen aluin het NLRP3 inflammasoom in APC kunnen activeren?

A

Microkristallen aluin veroorzaken waarschijnlijk membraanschade in APC, waardoor onbalans in de Na/K-huishouding ontstaat – K+ lekt naar buiten; Na+ naar binnen - wat het NLRP3 inflammasoom activeert. Schade aan de mitochondriële of de lysosomale membraan stimuleert ook inflammasoomactivatie.

30
Q

wat is depot-werking en welk spul werkt hier volgens

A

antigenen worden langzaam en langdurig afgegeven aan het immuunsysteem

  • adjuvant zoals aluin
31
Q

Welk bestanddeel is wel aanwezig in CFA (Compleet Freund’s adjuvant), maar niet in IFA (Incompleet Freund’s adjuvant)?

A

Beide adjuvanten zijn een olie-in-water emulsie, waarbij in CFA aan de emulsie nog dode mycobacteriën zijn toegevoegd. De olie-in-water emulsie zorgt voor vertraagde afgifte van antigeen en verhoogde opname door macrofagen.

32
Q

wat is het effect van het bestandsdeel dat wel aanwezig is in compleet freund’s adjuvant maar niet in incompleet freund’s adjuvant

A

Deze mycobacteriën veroorzaken een sterke activatie van APC (DC en macrofagen) via TLR en NLR. Daarmee is CFA een veel potenter adjuvant voor het induceren van een primaire immuunrespons.