ZO.3 - Dwarslaesiepatiënt met koorts Flashcards

1
Q

kenmerken van een sepsis

A
  • koorts of hypothermie
  • tachycardie
  • verwardheid
  • lage bloeddruk
  • hogere harminuutvolume
  • sterk verminderde perifere vaatweerstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer spreekt men van een septische shock

A

als een half uur na resuscitatie (vocht toediening, toediening van lage dosis vasopressoren), de bloeddruk laag blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een urosepsis

A

een sepsis syndroom dat ontstaat vanuit een ernstige vorm van pyelonefritis wanneer de Gram-negatieve bacteriën vanuit het infectiefocus in de nier in de bloedbaan terecht komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is pyelonefritis

A

een interstitiële ontsteking van nierparenchym en hogere urinewegen veroorzaakt door microörganismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke bacterie veroorzaakt 80% van de UWI

A

e. coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

door welk micro-organismen worden UWI als gevolg ban catheterisatie of obstructie veroorzaakt

A

roteus, Klebsiella, Enterobacter en andere Gram-negatieve bacteriën.
- ook gisten als candida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor hebben vrouwen meer kans op een UWI

A

bacteriën kunnen makkelijk binnendringen via de kortere urethra, de nabijheid van de anus en de uitmonding van de urethra onder de labia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat vergroot de kans op introductie van bacterien in de urethra van de vrouw

A

gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onder welke groep komen UWI zelden voor

A

bij mannen onder de 50 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

risicofactor voor UWI bij mannen boven de 50

A

prostaathypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke factoren zijn van belang in de pathogenese bij UWI

A
  • zwangerschap
  • obstructie door stenen
  • vesicoureterale reflux
  • bacteriële virulentiefactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer wordt een uwi gecompliceerd genoemd

A

als de structuur van de urinewegen abnormaal is zoals door anatomische afwijkingen of (verblijfs)catheters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat houdt een neurogene blaas in

A

UWI zijn ook geassocieerd met condities waarbij de bezenuwing van de blaas aangetast is zoals bij een ruggemerg (dwars) lesie en diabetes mellitus. De infectie begint met de catheterisatieprocedures om de blaas te ledigen en wordt bevorderd door langdurige stase van urine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

schematische weergave van het sepsissyndroom

A

bacteriëmie door gram-negatieve bacteriën -> (stimulatie) macrofagen -> (productie) cytokinen (TNF- interleukine 1) -> (stimulatie) endotheelcellen -> (productie) interleukines, histamine en andere sepsis mediatoren -> sepsis syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer kan bacterien en wanneer kunnen ontstekingscellen in de urine (pyurie) de urine troebel maken

A

bij een aantal van > 10E7 bacteriën per ml en pyurie maakt de urine troebel bij een aantal van > 250 cellen per microliter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer spreekt men van een urineweginfectie (UWI) bij het beoordelen van sediment en Gram-preparaat?

A

aanwezigheid van leukocyten en bacteriën

17
Q

wat is een bloedagar

A

een rijk voedingsmedium waarop vele verschillende bacteriën kunnen groeien.

18
Q

wat is McConkey agar

A
  • sterk selectief
    Vele (vooral Gram-positieve) bacteriën worden op deze agar in hun groei geremd.
19
Q

Welke natuurlijke afweer heeft de gastheer tegen een urineweginfectie (UWI)?

A

veel urineren

20
Q

wat kan in het algemeen de oorzaak zijn van koude rillingen?

A
  • reactie op een geneesmiddel (histamine komt vrij)
  • bacteriëmie (bacteriën in de bloedbaan)
  • LPS (lipopolysacchariden) in de bloedbaan
  • cytokines in de bloedbaan
  • tumor necrosis factor (TNF) in de bloedbaan
  • laatste 4 zijn verantwoordelijk voor koude rillingen in een vroege fase van een sepsis syndroom
21
Q

welke antibioticum worden gegeven bij UWI bij empirische therapie

A

cefuroxime, een 2e generatie cefalosporine in combinatie met gentamicine, een aminoglycoside.

22
Q

wat zijn bekende verwekkers van UWI

A
  • e.coli
  • pseudomonas
  • proteus
  • enterokokken (grampositief)
23
Q

welk antibioticum wordt gegeven als e. coli de verwekker is

A

amoxicilline

24
Q

De prevalentie van bacteriurie verhoogt met hoeveel % na elke dag dat een verblijfscatheter in de blaas ligt

A

5%