VO.1 & 2 antistoffen en auto-immuundiagnostiek Flashcards
wat is een auto-immuunziekte
een conditie waarbij het immuunsysteem faalt en er geen tolerantie is voor het eigen lichaam. er is dan een immuunreactie tegen bepaalde auto-antigenen.
bij hoeveel % van de bevolking komen auto-immuunziekte voor
tenminste 5%
welke organen kunnen worden aangetast bij een auto-immuunziekte
vrijwel ieder orgaan
wat zijn de kenmerken van een auto-immuunziekte
- chronisch ontstekingsproces zonder een bekende oorzaak
- vaker bij vrouwen dan bij mannen
- associaties met het bezit van bepaalde HLA-antigenen en/of met andere auto-immuunziekten
wat vormen bij bepaalde auto-immuunziekte een belangrijke bijdrage bij de diagnose
auto-antistoffen
waarom hebben auto-antistoffen een belangrijke bijdrage bij de diagnose van bepaalde auto-immuunziekte
het is belangrijk om te weten waartegen de auto-antistoffen zijn gericht (welke cellen, welk organel enz.). daarnaast kan worden bepaald of de cel homogeen of gespikkeld aankleurt.
via wat kunnen morfologische kenmerken bestudeerd worden
immunofluorescentie techniek (IF) op objectglazen
wat is IF
een primaire screeningstest
wat gebeurd er als IF positief is
wordt het follow-up onderzoek uitgebreid door bvb de ELISA-techniek
antistoffen
zijn vaak niet van 1 type, maar omvatten vele polyklonale antistoffen die gericht zijn tegen verschillende delen (epitopen) van een bepaald antigeen of tegen epitopen van meerdere antigenen. deze polyklonale antistoffen hebben ieder hun eigen specificiteit, affiniteit, aviditeit, immunoglobuline (sub)klasse en titer.
waar kan onderscheid tussen gemaakt worden bij auto-immuunziektes
orgaanspecifieke auto-immuunziekten en niet-orgaan specifieke (gegeneraliseerde) auto-immuunziekte
hoe wordt de diagnose gesteld van auto-immuunziekte
anamnese
LO
laboratoriumonderzoek (IF, immunoblotting, immunoprecipitatie en agglutinatie)
welke antigeen substraat is er bij IF en welke bij ELISA
IF: weefsel of cellen
ELISA: gezuiverde eiwitten, peptiden of een mengsel
IF en ELISA zijn karakteristiek als
IF: primaire screeningstest
ELISA: typeringstest/ follow-up test bij een positief resultaat in de IF-test, ook als primaire screeningstest inzetbaar
voordelen IF
- gevoelig
- eenvoudig
- goed reproduceerbaar
- goedkoop
- semi-kwantificeerbaar
voordelen ELISA
- zeer gevoelig
- vrij eenvoudig
- goed reproduceerbaar
- zowel kwalitatief als kwantitatief te gebruiken
- automatiseerbaar
nadelen IF
geen nauwkeurige informatie over structuur van de herkenbare antigenen
nadelen ELISA
zeer zuiver antigeen substraat nodig, kans op verlies antigeen/epitoop door zuivering
waar wordt bij de IF-techniek gebruik van gemaakt
ANA’s (anti-nucleaire antistoffen)
hoe werkt IF
- objectglaasje met weefsel of cellen
- serum van patient toegevoegd
- als dit auto-antistoffen zijn die gericht zijn tegen dit weefsel zullen de antistoffen binden aan de cellen
- met fluorescerende antistoffen die weer binden aan de auto-antistoffen worden de autoantistoffen aangekleurd
welke aankleuringspatronen zijn er
gespikkeld patroon
homogeen patroon
centromeren
nucleolair patroon
mitotic spindle apparatus
wat zijn reumafactoren
IgM- og IgA-antistoffen gericht tegen het Fc-gedeelte van IgG