ZO.2 het oog: infectie- en immuunziekten Flashcards

1
Q

waaruit bestaat het voorsegment van de oog

A

de cornea, voorste oogkamer en de iris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat ligt achter het voorsegment van het oog

A

de lens en het corpus ciliare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een hordeolum

A

pijnlijke abces van een haarfollikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe heet een pijnlijke abces van een haarfollikel

A

hordeolum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een chalazion

A

een veel voorkomende, pijnloze aandoening veroorzaakt door verstopping van de afvoer van de kliertjes van Meiboom. Vaak leidt dit tot een granuloom in de tarsale plaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe heet een een veel voorkomende, pijnloze aandoening veroorzaakt door verstopping van de afvoer van de kliertjes van Meiboom die vaak leidt tot een granuloom in de tarsale plaat.

A

chalazion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een blefaritis

A

een ontsteking van de ooglidrand wat gepaard gaat met korstvorming roodheid en uitval van wimpers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe heet een een ontsteking van de ooglidrand wat gepaard gaat met korstvorming roodheid en uitval van wimpers

A

blefaritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

door wat kan blefaritis ontstaan

A

door een stafylokokken infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

therapeutisch beleid als huisarts bij blefaritis

A

Goede hygiëne is belangrijk. De patiënt dient het oog te behandelen met warme kompressen en het schoonmaken kan gebeuren met verdunde baby-shampoo. Zo nodig worden antibiotica oogdruppels voorgeschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een preseptale cellulitis

A

een diffuse, rode zwelling van de oogleden en veelal pijnlijk bij aanraking. De gezichtsscherpte en oogbewegingen zijn niet beperkt en er is geen sprake van proptosis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe heet een een diffuse, rode zwelling van de oogleden en veelal pijnlijk bij aanraking.

A

preseptale cellulitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

behandeling preseptale cellulitis

A

systemisch antibiotica en warme kompressen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat voor diagnose is cellulitis orbita

A

spoedeisende diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

symptomen cellulitis orbita

A
  • roodheid, zwelling
  • oogmotiliteit beperkt en pijnlijk
  • proptosis
  • opticus compressie: verminderde
  • visus, afferent pupildefect,
  • papiloedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

beleid cellulitis orbita

A
  • verwijzing naar de oogarts
  • KNO-arts zal geconsulteerd worden voor eventuele orbitale decrompessie
  • ziekenhuisopname kan noodzakelijk zijn
  • kweek: conjunctiva, nasopharynx
  • bloed
  • CT-scan orbita en sinussen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

behandeling cellulitis orbita

A
  • breedspectrum antibiotica i.v.
  • ontlasten van het abces (m.n.b. schimmelinfectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

mogelijke complicaties bij cellulitis orbita

A

sinus cavernosus
trombose
miningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waarvan is meestal sprake bij een rood oog

A

conjunctivitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wanneer moet de arts geconsulteerd worden bij conjunctivitis

A
  • de visus verslechterd
  • de patient niet reageert op therapie binnen 3-4 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

belangrijkste oorzaken van een conjunctivitis

A

bacterieel en viraal, chemisch, door allergie of droge ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke bacteriële verwekkers zijn verantwoordelijk voor conjunctivitis?

A

Haemophilus, pseudomonas, stafylokokken en streptokokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wanneer kan de huisarts starten met behandeling bij conjunctivitis

A

In de aanwezigheid van een milde purulente afscheiding met een heldere cornea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

behandeling conjunctivitis

A
  • Povidon Jodium 0.3%
  • Antibiotica druppels(oa. Fusidinezuur)
  • Warme kompressen
  • Oogleden goed schoonmaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

waar doet de aanwezigheid van overvloedig purulente afscheiding aan denken bij conjunctivitis

A

een pseudomonas of gonococcen infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wat moet er worden gedaan bij verdenking op een pseudomonas of gonococcen infectie bij conjunctivitis

A
  • doorverwezen naar de oogarts
    n. gonorrhoea is in staat door een intact cornea-epitheel te dringen en kan leiden tot een cornea perforatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

virale conjunctivitis

A
  • uiterst besmettelijk en goede hygiene is van groot belang
  • meest voorkomende veroorzaker is adenovirus
  • de afscheiding is waterig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

allergische conjunctivitis

A
  • roodheid, jeuk, zwelling en tranen vloed
  • afscheiding is veelal waterig/wit
  • geassocieerd met hooikoorts, asthma, eczeem en contact allergie
  • therapie bestaat uit anti-histaminica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

wanneer kan een subconjunctivale bloeding ontstaan

A

na hoesten of persen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

subconjunctivale bloeding

A
  • roodheid zonder pijn en normale visus
  • treden vaker op bij patienten met hypertensie of gebruikers van bloedverdunnende middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

behandeling subconjunctivale bloeding

A
  • patient geruststellen
  • roodheid verdwijnt binnen 2 tot 3 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

de lagen van cornea van hoog naar laag

A
  1. epitheel
  2. membraan van bowman
  3. stromalaag
  4. membraan van descemet
  5. endotheel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

hoe kan de cornea bekeken worden

A

m.b.v. een lampje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

waarmee kunnen afwijkingen in de cornea zichtbaar worden gemaakt

A

fluoresceïne + blauw licht + vergrootglas

kleuren groen-geel aan als gevolg van een verhoogde opname van fluoresceïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

wat dient er gedaan te worden bij de diagnose corneale infectie ofwel keratitis

A

snel vastgesteld worden

36
Q

beleid keratitis

A
  • spoedverwijzing naar een oogarts
  • agressieve therapie ter voorkoming van aantasting van het cornea stroma, littekenvorming en blijvende visusdaling
37
Q

waarmee presenteert bacteriele keratitis zich

A
  • roodheid
    -pijn
  • purulente afscheiding
  • troebeling van de cornea
  • verminderde visus
38
Q

therapie bacteriele keratitis

A

antibioticum oogdruppels

39
Q

wat is de meestvoorkomende oorzaak van beschadiging van de cornea

A

herpes simplex infectie

40
Q

welke herpes type komt vaker voor

A

type 1 > type 2

41
Q

hoe presenteert de primaire herpes simplex infectie zich

A
  • conjunctivitis met rode waterige ogen
  • kleine vesikeltjes op de oogleden
  • vergrote lymfeklieren pre-auriculair
42
Q

therapie herpes simplex infectie

A

lokale antivirale middelen, zoals aciclovir, genezing gebruikelijk binnen 2 weken.

43
Q

terugkerende herpes infectie komt door

A

De terugkerende infectie is het gevolg van reactivatie van het virus, die latent in het ganglion van de n. trigeminus aanwezig blijft.

44
Q

waarom moet het voorschrijven van locale steroïden bij Herpes Simplex keratitis worden afgeraden

A

i.v.m. potentiele bijwerkingen:
- verhoogd risico op herpes infectie
- met cornea-aantasting als gevolg
- verhoging intra oculaire druk
- ontstaan van glaucoom
- cataract
- keratitis op basis van schimmels en gisten

45
Q

oorzaken van een iritis

A

systemische aandoening of trauma

46
Q

symptomen iritis

A
  • roodheid rond de gehele cornea
  • pijn
  • fotofobie
  • visusdaling
  • miosis
  • intraoculaire druk daling
47
Q

wat is van belang bij iritis

A
  • snelle herkenning van het klinische beeld en spoedverwijzing
  • onbehandelde iritis kan leiden tot het onstaan van een glaucoom en cataract
48
Q

hoe heet een en bloeding van de voorste oogkamer

A

hymphaema

49
Q

wat is een hymphaema

A

bloeding van de voorste oogkamer

50
Q

wat kan een hymphaema veroorzaken

A

stomp oogtrauma -> gevolg is het scheuren van bloedvaten aan de irisbasis of afscheuren van de irisbasis van zijn insertie aan het corpus ciliare waarbij een D-vormige pupil ontstaat.

51
Q

klachten en beleid van een hymphaema

A

een rood oog, visus daling en pijn.
beleid: verwijzen naar oogarts

52
Q

waar is een acuut glaucoom het gevolg van

A

een plotse stijging van de intra oculaire druk als gevolg van een outflow belemmering van het kamerwater in de voorste oogkamer.

53
Q

symptomen acuut glaucoom

A
  • middelwijde lichtstijve en ovale pupil
  • hevige oculaire pijn
  • hoofdpijn
  • wazig zien met halo’s
  • misselijkheid en braken
  • fotofobie
  • rood oog
    -wazige cornea
    -sterk verhoogd oogdruk
  • veelal eenzijdig gelokaliseerd
54
Q

beleid acuut glaucoom

A

spoed verwijzen

55
Q

waar lijkt het beeld van een acuut glaucoom sterk op

A

een uveïtis anterior

56
Q

welke systeem ziekte gaan gepaard met oogheelkundige problemen

A
  • Syndroom van Sjögren
  • M. Bechterew / HLA-B27
  • (Juveniele) Reumatoïde Arthritis
  • Systemische Lupus Erythematosus (SLE)
  • Polyarteritis Nodosa
  • Arteriitis Temporalis
57
Q

syndroom van sjögren en oogheelkundige problemen

A
  • auto-immuunziekte gepaard met droge ogen en een droge mond
  • een ernstige traan deficientie reageert veelal niet meer op kunstranen en leidt tot afbraak van het cornea epitheel, ulceratie en perforatie
  • patienten met een traan deficientie en aanhoudende pijnklachten of visusdaling dienen te worden verwezen naar de oogarts
58
Q

ocullaire symptomen bij M. bechterew

A

Fotofobie
Roodheid (iritis)
Visusdaling

59
Q

welke factor heeft een patient met M. bechterew meestal in het bloed

A

de erfelijke factor HLA-B27

60
Q

beleid M. bechterew

A

verwijzen voor evaluatie en behandeling

61
Q

ocullaire symptomen bij reumatoïde artritis

A
  • droge ogen
  • episcleritis
  • scleritis
  • cornea ulceratie
62
Q

wat is ernstiger scleritis of episcleritis

A

scleritis

63
Q

wat is episcleritis

A

een ontsteking van de oppervlakkige laag van de sclera en veroorzaakt milde klachten van gelokaliseerde roodheid en pijn.

64
Q

wat is scleritis

A
  • vaak geassocieerd met systemische aandoeningen van het vaatcollageenstelsel
  • hyperaemie
  • intense pijn an het oog
  • actieve ontsteking
  • roodheid oog
  • Ernstige progressie van de aandoening geeft necrose en perforatie van de sclera (necrotiserende scleritis)
65
Q

welke aandoening kan in uiterste geval leiden tot oculaire perforatie

A

scleromalacia perforans

66
Q

wat is perifere cornea ulceratie

A
  • uiting van reumatoïde artritis
  • kan leiden tot cornea perforatie
67
Q

waar hebben Patiënten met reumatoïde arthritis die perifere cornea ulceratie of een scleritis krijgen ook een verhoogd risico op het ontwikkelen van

A

een vasculitis

68
Q

wat zijn de typische late complicaties bij een juveniele reumatoïde arthritis

A
  • iritis
  • catract
  • bandkeratopathie: wittige calcium afzettingen in de cornea
69
Q

retinale complicaties bij SLE

A
  • retinale vasculitis met cotton-wool spots en hypertensieve retinopathie als gevolg van nierbeschadiging
  • sle kan leiden tot ischaemische opticus neuropathie (er is dan bleke gezwollen papil zichtbaar)
  • droge ogen
    -scleritis
    -perifere cornea ulceraties
  • retinopathie
70
Q

waar gaat artritis temporalis mee gepaard

A
  • hoofdpijn
  • pijnlijke hoofdhuid
  • pijn bij het kauwen
  • polymyalgia rheumatica
71
Q

complicaties bij artritis temporalis

A
  • ischaemische opticus neuropathie
  • infarcering van de kop van de nervus opticus
72
Q

klachten bij artritis temporalis

A
  • ernstig enkelzijdig visusverlies
  • relatief afferent pupildefect of marcus-gunn pupil
  • bleke gezwollen nervus opticus
73
Q

hoe wordt de diagnose artritis temporalis gesteld

A

bepaling van BSE/CRP
biopt van de a. temporalis

74
Q

bij welk ras heeft sarcoïdose een verhoogde incidentie

A

negroïde ras

75
Q

hoeveel % van de mensen met sarcoidose heeft oculaire symptomen

A

25%

76
Q

oculaire complicatie bij sarcoidose

A
  • belangrijkste: granulomateuze uveïtis -> kenmerkend zijn de cellulaire precipitaten/ neerslagen tegen het cornea epitheel
  • choroiditis en retinale vasculitis, veelal segmenteaal
  • granulomen of oedeem van de nervus opticus kunnen voorkomen
77
Q

hoe worden de karakteristieke grijze, periveneuze infiltraten genoemd bij sarcoidoise

A

candlewax drippings

78
Q

wat is karakteristiek bij sarcoïdose

A

grijze, periveneuze infiltraten

79
Q

welke HIV infecties kent aquired immune deficiency syndrome

A
  • HIV seropositief
  • AIDS-related complex (ARC)
  • AIDS
80
Q

met welke oculaire problemen kan AIDS gepaard mee gaan

A
  • Herpes Zoster Ophthalmicus
  • Kaposi sarcoom van ooglid of conjunctiva
  • CMV retinitis
  • Opticus atrofie
  • Papiloedeem
  • Hersenzenuw paralyse
81
Q

wat zijn de belangrijkste bevindingen bij patienten met een HIV infectie en waar is dit het gevolg van

A

Cotton-wool spots, als gevolg van obstructie van precapillaire arteriolen met infarcering van de oppervlakkige retina

82
Q

wat kunnen patienten met aids ontwikkelen

A

een infectieuze retinitis ontwikkelen secundair aan een verscheidenheid aan opportunistische organismen. De bekendste is de cytomegalovirus retinitis en wordt gekenmerkt door witte, retinale, necrotiserende plekken met bloedingen.

83
Q

waar kan cytomegalovirus retinitis ontstaan en wat is het beleid

A
  • in de periferie van de retina
  • verwezen voor oogheelkundig onderzoek
84
Q

visusbedreigende symptomen zijn

A
  • afwijkende pupil
  • visusdaling
  • cornea oedeem
    -oculaire pijn
  • verhoogde intraoculaire druk
85
Q

welke oogafwijkingen zijn visusbedreigend

A
  • hyphaemie
  • iritis
  • scleritis
  • acuut glaucoom
  • een cornea infectie
  • orbitale cellulitis