Week 4: HC.1 Natriumreabsorptie Flashcards
Absorptie natrium?
in darmen > vervolgens in extracellulaire vloeistof > kleingedeelte uitscheiden via nier
Steady state?
inname = uitscheiding
Gestoorde natriumreabsorptie?
hypovolemie/hypokaliëmie
Gevolg welvaart?
veel te hoge zout inname; nieren gemaakt voor vasthouden zout
Gevolg natriumverlies?
Extracel volume daalt > HMV daalt > arteriële bloeddruk daalt
- > GFR daalt > reabsorptie Na en uitstroom H2O prox tub daalt > NaCl in macula densa daalt > secretie renine omhoog
- > baroreceptoren acitef > symp ZS actief > secretie renine
> angiotensine 2 omhoog > aldosteron omhoog > distale Na reabsorptie omhoog > total body Na ……
Bulktransport?
in proximale tubulus, 60% natrium reabsorbtie
uiteindelijk, hoe verder hoe minder kwantitatieve reabsorbtie (meer geregeld aan einde)
Tubuloglomerulaire feedback (TGF)?
Meer NaCl > macula densa geeft dat aan > adenosine > vasoconstrictie afferent > druk daalt > minder filtratie
minder renine secretie > minder angio 2 > remming natriumreabsorptie
tegengestelde effecten voor gelijk houden
glomerulotubulaire balans
Hypovolemie?
verlaagde ECV > druk omlaag
Hypervolemie?
toename ECV > zoutgevoelige hypertensie, oedeem, toename gewicht
Wat is er aan de hand bij diabeten?
SGLT2 overactief > hyperreabsorptie van glucose en NaCl > macula densa meet daling op > TGF > GFR omhoog
Oplossing SGLT2-remmers
Diuretica?
farmacologisch stimuleren van renale natriumexcretie
- blokkeren Na-transporters
indicaties: - hypertensie, hartfalen, levercirrose, nierfalen, nefrotisch systeem
Aangrijpingspunten diuretica?
Proximale tubulus, thick ascending limb lis van henle, distale tubulus, verzamelbuis
Lisdiuretica?
remmen natriumreabsoprtie in lis van Henle > dus effect op osmotisch gradiënt > extra effectief
Thiazidediuretica?
kaliumstroom naar filtraat wordt verhoogd, remt NCC
Effect diuretica in loop van tijd?
neemt af, hypertrofie treeft op bij cellen van transporters die niet geblokkeerd zijn, andere receptoren nemen over OF diuretica bereikt tubulus niet
> diureticaresistentie = braking phenomonon
dus meerdere diuretica combineren
oplossingen: zoutbeperking, 2e diabetica, in ziekenhuis intraveneuze toediening