Week 2: HC.2 Patiënt met astma Flashcards
1
Q
Manieren voor behandelen astma?
A
- preventieve maatregelen
- luchtwegverwijders
- ontstekingsremmers
- reconditionering (dieet, bewegen, gedrag)
2
Q
Definitie early-onset astma?
A
voor 18 jaar oud
3
Q
Nadeel biologicals?
A
heel duur
4
Q
Biologicals?
A
laatste stap bij therapieverhoging,
- heel specifiek
- werken in op T2 inflammatoiren (IL’s)
5
Q
Checklist voordat je uitgaat van ernstige astma?
A
- astma?
- bronchiale prikkels
- therapietrouwheid
- inhalator goed?
- educatie
- fenotype (eisinofiel of niet)
6
Q
Voordat je overgaat op biological, treatable traits zoeken, wat zijn deze?
A
Bv pulmonaire tt’s. comorbiditeiten, life-style changes,
andere onderliggende factoren (iets anders dan astma)
7
Q
Behandeldoelen?
A
- minimale klachten
- preventie exacerbaties
- optimale longfunctie
- medicatie laagst mogelijke dosis
8
Q
Risk factoren voor levensbedreigende astma?
A
- langer aanwezig?
- slechte controle
- afhankelijk OCS
- medisch ontrouw
- psychosociaal
- slechte begeleiding
- oud
- roken
- aspirine overgevoelig
- ziekenhuis opnamen
- invasieve beademing
9
Q
Parameters?
A
snel:
- nachtelijk symptomen
- FEV1
langaam:
- FeNO + sputum eo’s
- no SABA ise
- BHR > normaliseert bijna nooit